Prehistorie van Nederland: verschil tussen versies

Kleine aanpassing aan de tekst
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'De '''prehistorie van Nederland''' is de (studie van de) geschiedenis van vóór het begin van de (schriftelijk) overgeleverde geschiedenis van het land dat thans N...')
 
(Kleine aanpassing aan de tekst)
 
(10 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
De '''prehistorie van Nederland''' is de (studie van de) geschiedenis van vóór het begin van de (schriftelijk) overgeleverde geschiedenis van het land dat thans [[Nederland]] heet.
 
Onderstaand vindt men een beperkt overzicht van een deel van de Nederlandse prehistorie, gerelateerd aan een Bijbelse tijdlijn.<ref>In de artikelen [[Prehistorie]], [[Mesopotamië en Peleg]], [[Sinear en de torenbouw van Babel]], [[Mesopotamië na de torenbouw van Babel]], en diverse artikelen over chronologie is gepoogd om tot een synchronisatie te komen van de vroegste geschiedenis van de mensheid met een Bijbelse tijdlijn.</ref> Uiteraard moet het schema gezien worden als een concept, dat voor verbetering vatbaar is.
Regel 6:
 
== 2659 - 1856 v. Chr. ==
'''Klimaatverandering.''' Omstreeks omstreeks 2659 voor Christus kwam in Europa (c.q. Nederland) een einde kwam aan een langdurige koudeperiode. Heten heeftbegon erhet echterHoloceen. alleDe schijnkoudeperiode vanbegon dat(ca niet3400 alleen gletsjers, bevroren zee en bevrorenv.Chr.) ondergrondtoen de basisAlpiene hebbengebergten gelegdin vooreen dever landschappelijkegevorderd kenmerkenstadium van metontwikkeling namegeraakten. hetWaardoor gebiedaan noordelijkdeze vanperiode deca Alpen,2659 maar eerst en vooral zeer omvangrijke waterverplaatsingenv.Chr. Deeen waterverplaatsingeneind haddenkwam allesis teniet makenhelemaal met de Alpiene gebergtevorming (het ontstaan van de Alpen) in uitgestrekte delen van de Tethys-zeeduidelijk. Bij de geboorte van [[Peleg]] (1 Kron. 1:19) stroomde waarschijnlijk zoveel continentaal water weg naar de Atlantische Oceaan via het Baltisch ijsmeerIJsmeer (de Oostzee) en de noordelijke helft van de tegenwoordige Noordzee en naar de Middellandse Zee, dat daardoor vooral in het noorden het klimaat veranderde van koud naar iets milder. Tegelijk ontstond er tussen de Kaspische Zee en de Zwarte Zee een landbrug naar het noorden. Waar water was, kwam land. Het Baltisch ijsmeerIJsmeer (de Oostzee) noemt menheet na deze gebeurtenis de Yoldia-zee. Het nieuwe, wat mildere klimaat wordt aangeduid als het ''preboreaal'' met een juli-gemiddelde van ongeveer 10 graden Celcius. De kaart van Europa ging meer en meer lijken op de tegenwoordige kaart.
{{Geologische tijdschaal}}
(Volgens de gangbare opvattingen over deze klimaatverandering eindigde de laatste ijstijd ongeveer 1012.000 jaar geleden vrij plotseling en begon het tijdvak van het holoceen.)
 
'''Verandering van landschap.''' Terwijl in het Nabije Oosten de prehistorie tot het verleden behoorde en de vroegdynastieke periode begon (vroegbrons I), was Nederland na de 'ijstijd' onbewoond gebied (De Leien-Wartenacomplex). De verbinding met Engeland brokkelde af. Het zeewaterniveau steeg. Westelijk van de tegenwoordige kustlijn vormden zich strandwallen. Daarachter (wat nu het westelijk deel van Nederland is) ontwikkelde zich een uitgestrekt moerasgebied. Het basisveen ging zich vormen.
 
'''Eerste bewoners.''' Na verloop van tijd verschenen de eerste voedselvergaarders in de vorm van kleine groepjes schelpenzoekende, c.q. vissende lieden. Zij waren de dragers van de Maglemosecultuur (genoemd naar de vindplaats Maglemose in Denemarken). Het waren blijkbaar weer de jagers en voedselvergaarders die als eersten terrein verkenden. Hun bestaan had een enigszins nomadisch karakter. Hun cultuur was aangepast aan waterrijke gebieden, zoals de kusten van Noord-Europa en rivierdelta's en had laat-mesolithische kenmerken.
Regel 18:
'''Elders.''' Over het algemeen was de klimaatverandering in de noordelijke helft van Europa nadrukkelijker merkbaar dan zuidelijk van de Alpen. In Frankrijk ontwikkelden zich de culturen van het Sauveterrien en het Tardenoisien (genoemd naar de vindplaatsen Sauveterre-la-Lémance en La Fère-en-Tardenois). Van deze culturen was die van het Sauveterrien de oudste.
 
Gelijktijdig met bovengenoemdedeze periode van ongeveer 800 jaar (2659-1856) bevond het Nabije Oosten zich in de periode van het vroeg-bronsvroegbrons, dat is de periode van Peleg tot Abraham en tevens de periode van de eerste zes dynastieën van Egypte.
 
(Algemeen is men van mening dat met betrekking tot de prehistorie van Nederland bovengenoemdehet periodepreboreaal begon in 8800 voor Christus en eindigde 4900 voor Christus. De LBK-cultuur van Limburg bevond zich daar van 5300 tot 4900 voor Christus.)
 
== 1856 - 1472 v. Chr. ==
'''Verwoesting van Sodom en Gomorra.''' Het jaar 1856 was mogelijk het jaar van de verwoesting van Sodom en Gomorra. De ramp die Sodom en Gomorra trof, mag niet afgedaan worden als een ongekend heftig onweer. Lot werd de gelegenheid gegeven met zijn dochters aan de ramp te ontsnappen.
 
'''Egypte, Kreta.''' Het is niet duidelijk in hoeverre deze ramp boven het regionale niveau uitstak. Het moet ook de tijd zijn geweest van farao Pepi II. Tijdens zijn langdurig bewind kwam er rampspoed over het Oude Rijk van Egypte. Er ontstond gebrek aan voedsel (vooral te Memfis), omdat de infrastructuur voor het transport daarvoor faalde, een teken dat er iets bijzonders aan de hand was. Spoedig daarna begon voor Egypte de Eerste Tussenperiode. Op Kreta kwam toen (ca. 1856) een eind aan de voor-Paleistijd en begon de vroeg-Paleistijd, gevolgd door de nieuw-Paleistijd.
Regel 29:
'''Immigranten en culturen.''' Grote rampen waren overigens oorzaak van het op drift geraken van complete bevolkingsgroepen. Immigranten konden in een bepaalde regio een cultuuromslag bewerkstelligen. De landbouwers van Limburg waren waarschijnlijk vertrokken richting Duitsland en opgegaan in de Rössencultuur van Duitsland.
 
Het waren de dragers van de Michelsbergcultuur, die zich na 1856 o.a. in een deel van Frankrijk, België en Nederland vestigden. In Nederland staan zij bekend als dragers van de Swifterbantcultuur, gevolgd door de Hazendonkcultuur. Hun cultuur wordt gerekend tot het midden-neolithicum A. ''' ('''Volgens de gangbare mening leefden zij hier in Nederland in de periode van 4900 tot 3400 voor Christus.)
 
'''Boreaal.''' Het klimaat werd nog milder met een gemiddelde juli-temperatuur van 14 graden Celsius en wordt het ''boreaal'' genoemd. De zeespiegel steeg (of het land daalde) en veroorzaakte een omvangrijke transgressie (overstromingen met klei-afzettingen), de zogenoemde Calais-transgressie II. Zuidelijk van Scandinavië steeg het land enigszins en werd de Yoldia-zee afgesloten. De Oostzee veranderde daardoor in een meer, het Ancylus-meer.
 
In Frankrijk ontwikkelde zich naast de Michelsbergcultuur de cultuur van het '''Chasséen.''' In Engeland komenkwamen de culturen van '''Windmill Hill''' en '''Lyles Hill''' tot ontwikkeling.
 
In het Nabije Oosten is overeenkomstig de Bijbelse tijdrekening de periode van 1856 tot 1472 de periode van de midden-bronstijd en van de aartsvaders Abraham, Izak en Jakob en na hen de twaalfde dynastie (het Middenrijk) van Egypte.
Regel 45:
 
In Frankrijk kwam na 1472 de Seine-Oise-Marnecultuur (SOM) tot ontwikkeling. Deze cultuur heeft de grondslag gelegd voor vele Franse steden. Zij zijn verantwoordelijk voor de nog aanwezige menhirvelden (Carnac/Bretagne). In Engeland werd Stonehenge 1 een feit.
[[Bestand:Trechterbekercultuur.png|miniatuur|Aardewerk schaaltje - Trechterbekercultuur]]
'''Nederland.''' Ook de 'Hazendonk-lieden' in Nederland zijn opgegaan in een nieuwe culturele ontwikkeling of vertrokken naar elders. Aan de kust kwam na 1472 de Vlaardingencultuur tot ontwikkeling. In het oosten van Nederland vestigden zich de dragers van de trechterbekercultuur. Zij waren de bouwers van de ons bekende hunebedden. Hun cultuur plaatst Nederland in het midden-neolithicum B.
 
Het Ancylus-meer (Oostzee) brak door naar de Atlantische Oceaan en wordt daarna de Litorina-zee genoemd. Het waren waarschijnlijk dergelijke doorbraken die er de oorzaak er van waren dat grote granietblokken (meeliftend op ijsschotsen?) werden gedeponeerd in Drenthe. Het klimaat werd zeer mild met een juli-gemiddelde van 18 graden Celcius (de Holoceense chronozone van het ''atlanticum''). In Nederland ontstonden gemengde wouden, bestaande uit eik, iep en linde. De Noordzee breidde zich uit tot zijn huidige omvang. De sterke stijging van het zeeniveau na 1472 of 1420 wordt aangeduid als de Calais-transgressie IVa 1.
'''Nederland.''' Ook de 'Hazendonk-lieden' in Nederland opgegaan in een nieuwe culturele ontwikkeling of vertrokken naar elders. Aan de kust kwam na 1472 de Vlaardingencultuur tot ontwikkeling. In het oosten van Nederland vestigden zich de dragers van de trechterbekercultuur. Zij waren de bouwers van de ons bekende hunebedden. Hun cultuur plaatst Nederland in het midden-neolithicum B.
 
Het Ancylus-meer (Oostzee) brak door naar de Atlantische Oceaan en wordt daarna de Litorina-zee genoemd. Het waren waarschijnlijk dergelijke doorbraken die de oorzaak er van waren dat grote granietblokken (meeliftend op ijsschotsen?) werden gedeponeerd in Drenthe. Het klimaat werd zeer mild met een juli-gemiddelde van 18 graden Celcius (de Holoceense chronozone van het ''atlanticum''). In Nederland ontstonden gemengde wouden, bestaande uit eik, iep en linde. De Noordzee breidde zich uit tot zijn huidige omvang. De sterke stijging van het zeeniveau na 1472 of 1420 wordt aangeduid als de Calais-transgressie IVa 1.
 
<u>Bekertraditie.</u> Grote delen van Europa (vooral ook in het westen) kenden een 'bekertraditie'.  Regionaal konden ontwikkelingen daarin leiden tot nieuwe bekervormen. Zo verscheen na de trechterbekercultuur de klokbekercultuur (o.a. Veluwe). Met deze cultuur bevond Nederland zich in het laat-neolithicum B. De klokbekerlieden hadden mogelijk relatie met de in Engeland aanwezige Wessex-traditie. Aan het eind van deze periode begon voor Nederland het vroeg-brons met de wikkeldraadbekercultuur.    
 
(Algemeen plaatst men het midden-neolithicum B van de Vlaardingencultuur en de trechterbekercultuur in de periode van 3400 tot 2900 voor Christus, de klokbekercultuur en vervolgens de wikkeldraadbekercultuur tussen 2500 en 1800 voor Christus.)
 
== 870-687 v. Chr. ==
Regel 81:
 
Hans Peeters e.a., ''De Swifterbatcultuur. Een nieuwe kijk op de aanloop naar voedselproductie.'' (Abcoude 2004).
 
== Voetnoten ==