Priester: verschil tussen versies

1.132 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 11:
Behalve de opbrengst van hun akkers en kudden was hun als '''levensonderhoud '''toegewezen: de tiende van de vrucht van het veld en van het vee van de kudden, van de eerstelingen en van de eerstgeborenen, daarnaast nog bepaalde aandelen in de offergaven van het volk. 
 
Niet allen uit de stam van Levi hadden echter dezelfde verplichtingen en voorrechten. In overeenstemming met de indeling van de tabernakel waren er '''drie rangen''' van Levieten:
# De ''[[Hogepriester]]'' (Ex. 28, 29; Lev. 21 :10-15), door wie alleen de dienst in het Heilige der Heilige kon worden verricht; Aäron was de eerste hogepriester.
# De ''Priesters'',  aan wie de dienst in het Heilige en op het altaar van het Voorhof was opgedragen; de priesters waren allen nakomelingen van Aäron; en
Regel 17:
 
=== Zonen van Aäron ===
[[Bestand:Then the priests arose and blessed.jpg|miniatuur|595x595px|''2Kr 30:27  Toen stonden de Levitische priesters op en zegenden het volk. En hun stem werd gehoord, want hun gebed kwam tot in Zijn heilige woning in de hemel.'' (HSV)]]
Alle mannelijke nakomelingen van Aäron waren '''priesters'''. De eerstgeborene van de oudste familietak was altijd Hogepriester, indien hij geen lichamelijk gebrek had, want de Hogepriester moest geheel zonder lichaamsgebreken zijn. Alle andere nakomelingen van Aäron bekleden het priesterambt, met uitzondering van hen die lichaamsgebreken hadden; deze laatsten deelden wel in de opbrengst van het altaar, maar mochten de priesterdienst zelf niet verrichten.
 
Regel 23 ⟶ 24:
 
=== Kleding van de priester ===
De kledingstukken van de priester waren vier in getal:
* heupkleed (onderbroek)
* lijfrok
* muts
* gordel
Deze waren uit wit linnen vervaardigd, en werden alleen gedragen bij het dienstwerk in het Heiligdom. De witte kleur spreekt symbolisch van reinheid.
 
=== Werk van de priester ===
Regel 43 ⟶ 44:
 
=== Vereiste hoedanigheid ===
[[Bestand:The art Bible, comprising the Old and new Testaments - with numerous illustrations (1896) (14802703783).jpg|miniatuur|549x549px|Ezr 3:10  En de bouwers legden de fundering van de tempel van de HEERE, en men stelde de priesters op, gekleed [in ambtsgewaad], met de trompetten, en de Levieten, de nakomelingen van Asaf, met de cimbalen, om de HEERE te prijzen, naar de richtlijnen van David, de koning van Israël. (HSV)]]
Een priester mocht niet huwen met een verstotene of onteerde; alleen de lijken van zijn nabestaanden mocht hij aanraken; tekenen van rouw te dragen was hem verboden. Om zijn dienst in het Heiligdom te kunnen verrichten moest de Priester levitisch rein zijn, en zich onthouden van wijn en sterke dranken.
 
Regel 52 ⟶ 54:
 
== Priesterschap in deze tijd ==
De grote priester in deze tijd is onze Heer Jezus Christus. Hij is [[hogepriester]] in eeuwigheid naar de ordening van [[Melchizedek]]. Hij is een bedienaar van het hemelse heiligdom, van de ware tabernakel.
Een '''priester''' in de huidige bedeling van de genade is een gelovige in Christus
 
Naast hem zijn er priesters. Een '''priester''' in de huidige bedeling van de genade is een gelovige in Christus
* die zich wijdt aan de dingen van God
* [[Offer|offeranden]] van lof en dank aan God brengt (eredienst aan God)
Regel 60 ⟶ 64:
Zij zijn het niet geworden door enige vorming of opleiding bij mensen, maar '''door Jezus Christus'''. Hij heeft hen tot priesters gemaakt.
 
De gelovige is een priester '''voor God''', om God te dienen. Daartoe heeft de Heer Jezus ons gemaakt.<blockquote>''Opb 1:5 en van Jezus Christus, de trouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de overste van de koningen van de aarde. Hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft verlost door zijn bloed, Opb 1:6 en ons gemaakt heeft tot een koninkrijk, tot <u>priesters voor zijn God en Vader</u>, Hem zij de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid! Amen. (TELOS)''</blockquote>
 
=== Dienst ===
De dienst van priesters is meerderlei. In de eerste plaats is het een dienst van '''offers'''. In de tegenwoordige bedeling der genade hebben deze offers een ''geestelijk ''karakter, het zijn geestelijke offeranden: gaven aan God die bestaan in lof, dank, hulde of aanbidding.<blockquote>''1 Petrus 2:5  en u wordt ook zelf als levende stenen gebouwd, als een geestelijk huis tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden te offeren, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus.''</blockquote>In het Oude Testament was aan de priesters de '''bewaring''' '''van''' '''Gods''' '''woord''' opgedragen.<blockquote>''De 31:9  En Mozes schreef deze wet, en gaf ze aan de priesteren, de zonen van Levi, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, en aan alle oudsten van Israel.''</blockquote><blockquote>''De 17:18 Voorts zal het geschieden, als hij op den stoel zijns koninkrijks zal zitten, zo zal hij zich een dubbel van deze wet afschrijven in een boek, uit [hetgeen] voor het aangezicht der Levietische priesteren is;''</blockquote>De dienst van priesters is ook het '''onderwijs''' aan de mensen omtrent God. Zij maken bekend wie God is, omdat ze nabij God zijn en zich met Zijn zaken bezig houden.<blockquote>''1 Petrus 2:9  U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht,''.</blockquote>
 
== MeerZie informatieook ==
Artikel [[Overpriester]]
 
== Meer weten ==
Jan van Buren, ''Het priesterschap van de christen. De praktijk van het priesterschap in het gezin en de gemeente''. Pagina's: 132 blz.
 
== Bron ==