k
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Rahab''' (= [[Hovaardij]]) of ''Rahav'', is de dichterlijke bijnaam van Egypte, zo genoemd, omdat dit land zich eertijds zo trots verhief en de Israëlieten verdrukte.
Het Hebreeuwse woord betekent "grootspreker"<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 30:7. </ref>, "hoogmoed, hovaardij", van het werkwoord ''rahob'' = trotseren, overweldigen<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Rahab. Van Ronkel was hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. Het ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible (een uitgave van Importantia) geeft als betekenis op: "breedte".</ref>. Het [[Strongnummer]] is
== Bron ==
|