Rebekka: verschil tussen versies

20 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
Rebekka was een dochter van [[Bethuël]], een neef van [[Abraham]]. Zij was een kleindochter van [[Nahor]], de vader van Bethuël en de broer van Abraham. Zij was een zuster van [[Laban]].
 
{{Sem nageslacht}}
 
De betekenis van haar '''naam''' (Hebr. ''Ribqah;'' Gr. ''Ρεβεκκα;'' Eng. ''Rebekah, Rebecca'') is niet zeker. Misschien is de naam afgeleid van de Hebreeuwse stam ''rbk'', 'binden'<ref>'Rebecca', in: Bromiley, Geoffrey  W., ''The International Standard Bible Encyclopedia'', Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.</ref>. Eén verklaring heeft dan ook de figuurlijke zin genomen: 'boeiende, aantrekkelijke'<ref>Elberfeld Bibel, voetnoot bij Gen. 24:15.</ref>. Volgens een andere verklaring<ref>Aldus ''Hebreeuws-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref> is de betekenis ‘verstrikster’, ‘verlokster’, afgeleid van een werkwoord dat ‘kluisteren’ betekent en dat ziet op het kluisteren van een paard door het vastbinden van de vetlok van paarden, d.i. de haren onderaan de benen van een paard. Volgens weer een andere verklaring betekent de naam ‘gemest’, van het werkwoord ''Rabak'', in het Chaldeeuws ‘mesten’<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Rebekka. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>.