Rebekka

Uit Christipedia

Rebekka was de huisvrouw van Izak, en de moeder van Ezau en Jakob, Gen. 22: 23; Gen. 24-29; Ge 49:31; Rom. 9:10. Zij is een beeld van de gemeente van Jezus Christus, die door de Heilige Geest tot haar Man wordt geleid.

Familie. Rebekka was een dochter van Bethuël, een neef van Abraham. Zij was een kleindochter van Nahor, de vader van Bethuël en de broer van Abraham (Gen. 24:15). Zij was een zuster van Laban.

Nageslacht van Sem
Rebekka geeft de kamelen van Abrahams knecht te drinken. „Toen zij hem genoeg had laten drinken, zei zij: Ik zal ook voor uw kamelen putten, totdat ze genoeg gedronken hebben. Zij haastte zich en goot haar kruik leeg in de drinkbak en liep snel weer terug naar de put om te putten. Zij putte voor al zijn kamelen" (Gen. 24:19-20, HSV).

Naam. De betekenis van haar naam (Hebr. Ribqah; Gr. Ρεβεκκα; Eng. Rebekah, Rebecca) is niet zeker. Misschien is de naam afgeleid van de Hebreeuwse stam rbk, 'binden'[1]. Eén verklaring heeft dan ook de figuurlijke zin genomen: 'boeiende, aantrekkelijke'[2]. Volgens een andere verklaring[3] is de betekenis ‘verstrikster’, ‘verlokster’, afgeleid van een werkwoord dat ‘kluisteren’ betekent en dat ziet op het kluisteren van een paard door het vastbinden van de vetlok van paarden, d.i. de haren onderaan de benen van een paard. Volgens weer een andere verklaring betekent de naam ‘gemest’, van het werkwoord Rabak, in het Chaldeeuws ‘mesten’[4].


Haar naam wordt 30x in het Oude Testament genoemd. De eerste keer in Gen. 22:23:

Ge 22:20 En het gebeurde na deze dingen dat Abraham de boodschap gebracht werd: Zie, ook Milka heeft Nahor, uw broer, zonen gebaard: Ge 22:21 Uz, zijn eerstgeborene, Buz, zijn broer, en Kemuel, de vader van Aram, Ge 22:22 Chesed, Hazo, Pildas, Jidlaf en Bethuel. Ge 22:23 Bethuel verwekte Rebekka. Deze acht baarde Milka aan Nahor, de broer van Abraham. (HSV)

Werving van Rebekka als bruid. In opdracht van Abraham ging zijn knecht op zoek naar een vrouw voor Izak. Hij ontmoette Rebekka, die hem en zijn kamelen te drinken geeft. Om een dergelijk teken had de knecht gebeden en hij zag haar dan ook als de door God aangewezen vrouw voor Izak. Zij was een jonge vrouw en "zeer schoon van aangezicht" (Gen. 24:16, Statenvertaling). En zij was "een maagd, geen man had haar bekend" (Gen. 24:16). De knecht van Abraham schonk haar, zodra hij wist dat zij de voor Izak bestemd bruid was, sieraden, waaronder een neusring en armringen, en kleren.

Ge 24:53  Daarna haalde de dienaar zilveren en gouden sieraden tevoorschijn en kledingstukken, en gaf die aan Rebekka. Ook haar broer en haar moeder gaf hij kostbaarheden. (HSV)

Rebekka werd de huisvrouw van Izak. Ze hadden dezelfde overgrootvader, namelijk Terach, de vader van Abram en Nahor.

Kinderen. Bij Izak bracht zij, na een onvruchtbare echt van twintig jaren (Gen. 25:20, 26), de tweeling Ezau en Jakob ter wereld. God zei dat de laatstgeborene, Jacob, de eerste zou zijn.

Abimelech. Haar bijzondere schoonheid deed Izak, toen hij wegens een hongersnood onder de Filistijnen te Gerar zijn verblijf hield, vrezen dat men hem doden zou om haar te kunnen schaken. Daarom gaf hij haar voor zijn zuster uit. Wel ontdekte de koning Abimelech dit bedrog, maar liet beiden ongemoeid, ja, beschermde hen zelfs tegen zijn eigen Filistijnse onderdanen door de doodstraf in te stellen voor ieder die Izak of diens vrouw zou aanraken (Gen. 26:11).

Jonge Algerijnse vrouw. Schilderij door Fredrick Arthur Bridgman, 1888. "Daarna haalde de dienaar zilveren en gouden sieraden tevoorschijn en kledingstukken, en gaf die aan Rebekka." (Gen. 24:53, HSV)

Eerstgeboorterecht. Later bewerkte Rebekka's list, dat haar lieveling Jakob de rechten van de eerstgeboorte verkreeg, maar daarna was zij, vrezend voor Ezau’s wraak, genoodzaakt hem naar haar broeder te zenden. Waarschijnlijk heeft zij zijn terugkomst in het Beloofde Land niet meer beleefd.

Jonge Algerijnse vrouw. Schilderij door Fredrick Arthur Bridgman, 1888. "Daarna haalde de dienaar zilveren en gouden sieraden tevoorschijn en kledingstukken, en gaf die aan Rebekka." (HSV)

Dood. Haar dood wordt niet vermeld. Zij werd in de spelonk van Machpela begraven, waar Izak is begraven.

Zinneprent

De geschiedenis van Rebekka bevat een mooie zinneprent of bijbels-typologische voorstelling. Abrahams knecht maakte haar bekend met Izak en gaf haar sieraden. De knecht voerde haar dan naar iemand, die ze niet eerder had gezien. Hij bracht haar bij Izak, Abrahams zoon, die als het ware uit de dood terug gekomen was nadat hij aan God geofferd was. Izak is een vóórbeeld of type van Christus, de uit de dood verrezen zoon van God. Rebekka is een mooi vóórbeeld van de heiligen die tezamen de bruid van Christus vormen.

De Heilige Geest - voorgesteld door Abrahams knecht, Eliëzer naar alle waarschijnlijkheid - maakt ons met de Heer Jezus bekend en toont ons Zijn heerlijkheden en deugden, versiert ons ermee. De naam Eliëzer betekent 'Mijn God is hulp' of 'God is helper'. De Geest komt ons te hulp:

Ro 8:26 En evenzo komt ook de Geest onze zwakheid te hulp; want wat wij naar behoren zullen bidden, weten wij niet, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Flp 1:19 Want ik weet, dat dit mij tot behoudenis zal strekken door uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus; (TELOS)

Rebekka lijkt door de knecht verloofd te zijn aan Izak. Zo is de gemeente al verloofd aan Christus. Vergelijk:

2Co 11:2 Want ik ben naijverig over u met een naijver van God; want ik heb u aan een man verloofd om u als een reine maagd voor Christus te stellen. (TELOS)

Evenals Rebekka zien wij onze Heer nog niet, we wandelen in geloof. Geleid door de Heilige Geest zijn wij onderweg om de 'vrouw' van de geliefde zoon van de Vader, van de Verrezene, het tegenbeeld van Izak, te worden. Petrus schreef:

1Pe 1:8 Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem lief; hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich in Hem met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, (TELOS)

Rebekka behoorde tot de familie van Izak. Ze hadden dezelfde overgrootvader. De gelovigen zijn in geestelijke zin familie van Christus. Hij schaamt hen niet ‘broeders’ te noemen (Hebr. 2:11). De knecht bracht haar niet in de tent van Abraham en Izak. De ontmoeting van Rebekka en Izak vond plaats in het veld, in de open lucht. Zij naderden tot elkaar. Izak liep haar tegemoet.

Ge 24:63 Izak ging tegen het vallen van de avond naar buiten om te bidden in het veld. Hij sloeg zijn ogen op, en zag, en zie, er kwamen kamelen aan. Ge 24:64 Ook Rebekka sloeg haar ogen op en zag Izak; zij liet zich snel van de kameel glijden. Ge 24:65 Zij zei tegen de dienaar: Wie is die man die ons in het veld tegemoet komt lopen? De dienaar antwoordde: Dat is mijn heer. Toen pakte zij [haar] sluier en bedekte zich. (HSV)

Rebekka door de knecht geleid naar Izak (rechts), die hen tegemoet wandelt.

De Heer Jezus zal zijn bruid ontmoeten 'in de lucht', tussen de aarde en het Vaderhuis in.

1Th 4:16 Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen, met de stem van een aartsengel en met de bazuin van God neerdalen van de hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; 1Th 4:17 daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in de lucht; en zo zullen wij altijd met de Heer zijn. (TELOS)

De ontmoeting van Rebekka en Izak was het begin van hun samenzijn.

Ge 24:67 Toen bracht Izak haar in de tent van zijn moeder Sara. En hij nam Rebekka en zij werd hem tot vrouw en hij had haar lief. Zo vond Izak troost na [de dood van] zijn moeder. (HSV)

Na de Heer Jezus ontmoet te hebben in de lucht, "zo zullen wij altijd met de Heer zijn" (1 Th. 4:17). Zijn gemeente zal Hem tot vrouw worden.

Izak zegent Jakob, die zich voordoet als Ezau. Rebekka kijkt of Ezau er niet aankomt.

Toen Rebekka onder de Filistijnen verbleef, ontkende zij haar ware verhouding tot Izak. Sommige uitleggers zien hierin een type van de ontrouw van de belijdende kerk aan haar Heer [5].

Rebekka arrangeerde dat niet haar oudste zoon Ezau, maar Jakob de zegen van zijn blinde vader kreeg.

Video

Abraham, Sarah, Isaac, Jacob. Youtube.com: Thinbey Sk, 9 dec. 2013. Oude film. Vanaf 30 min. 12 sec. gaat de video over Rebekka.

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Van het lemma Rebekka is op 7 juni 2013 tekst opgenomen.

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Rebecca. Van dit lemma Rebekka is op 7 juni 2013 tekst vertaald en verwerkt.

Voetnoten

  1. 'Rebecca', in: Bromiley, Geoffrey  W., The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002.
  2. Elberfeld Bibel, voetnoot bij Gen. 24:15.
  3. Aldus Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  4. Aldus S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Rebekka. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  5. Zo bijvoorbeeld A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Rebecca.