k
geen bewerkingssamenvatting
k (→4) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
{{Richteren hoofdstuk commentaar}}
== Samenvatting ==
In de stad Gaza zich ophoudend wordt Simson door de inwoners belaagd, maar draagt ‘s nachts de deuren van de stadspoort weg (1-3). Zijn minnares Delila, door de vorsten der Filistijnen omgekocht, weet hem eindelijk het geheim van zijn kracht te ontlokken en levert hem weerloos aan zijn vijanden over, die hem, na hem de ogen uitgestoken te hebben, in de gevangenis werpen (4-21). Bij een feest ter ere van de god Dagon moet hij dansen voor de talrijke toeschouwers, maar hij roept God aan om kracht en rukt de hoofdpilaren van het heiligdom omver en sterft met zijn vijanden (22-30). Zijn verwanten begraven hem. Hij richtte Israël twintig jaar. (31).
== 3 ==
Regel 34 ⟶ 37:
Ri 16:22 En het haar van zijn hoofd begon te groeien, nadat hij geschoren was. (CP<ref name=":0" />)
Daar hij op het feest van Dagon tentoongesteld zou worden, had zijn haar in de verstreken tijd nog niet de oorspronkelijke lengte verkregen<ref name=":1" />.
== 23 ==
Ri 16:23 Toen verzamelden zich de vorsten der Filistijnen, om hun god Dagon een groot offer te offeren, en tot vrolijkheid; en zij zeiden: Onze god heeft onze vijand Simson in onze hand gegeven. (SV)
'''Tot vrolijkheid.''' En hun hart werd vrolijk (25).
== 31 ==
Ri 16:31 Toen kwamen zijn broeders af, en het
Begroeven hem tussen Zora en Esthaol.
'''Begroeven hem tussen Zora en Esthaol'''.
[[Bestand:Sorek.gif|geen|miniatuur|601x601px|Ligging van de begraafplaats tussen Zora en Esthaol.]]
'''Twintig jaren.'''
| |||