Richteren 3: verschil tussen versies

1.039 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Richteren hoofdstuk commentaar}} == 4 == Ri 3:4  Dezen dan waren, om Israël door hen te verzoeken, opdat men wiste, of zij de geboden des HEEREN zouden horen,...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
{{Richteren hoofdstuk commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Welke volken het zijn die Jahweh in het land heeft laten blijven, om daardoor de Israëlieten de oorlog te leren en het te beproeven (1-4). Israël verzwagert zich met hen en dient hun goden (5-7). De Israëlieten dienen, tot straf van hun afval van Jahweh, acht jaren de Mesopotamische koning Cusjan Risjataïm; daarna redt Jahweh hen door Othniël, onder wiens bestuur het land veertig jaren rust geniet (8-11). Maar Israël doet opnieuw wat kwaad is in de ogen van God. Tot straf voor zijn ongehoorzaamheid wordt Israël door de Moabieten onderdrukt (12-14). Israël roept tot God en Hij doet de richter Ehud opstaan, die de Moabitische koning Eglon vermoordt (15-26). Ehud roept de Israëlieten ten strijde, die onder zijn aanvoering de Moabieten volkomen verslaan, waarna het land tachtig jaar rust krijgt (27-30). Samgar verlost Israël door zeshonderd Filistijnen te verslaan (31).
 
== 4 ==
Regel 14 ⟶ 17:
Ri 3:11  Toen was het land veertig jaren stil, en Othniel, de zoon van Kenaz, stierf. (SV)
'''Othniël, de zoon van Kenaz.''' Zie vers 9.
 
== Bron ==
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Richteren 3 is onder wijziging verwerkt op 19 apr. 2021.