Richteren 6: verschil tussen versies

537 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 22:
Ri 6:13  Maar Gideon zeide tot Hem: Och, mijn Heer! zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? en waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven. (SV)
'''Waarom is ons dan dit alles wedervaren?''' Gideon wist het antwoord niet. Er was echter een profeet geweest die het antwoord had gegeven (vs. 8v).
 
Bij 'dit alles' moeten wij ook de moord op broers van Gideon rekenen. Twee of meer van zijn broers waren gedood door Midianieten. Later zal hij aan twee door hem gevangen genomen Midianitische vorsten vragen:
 
''Ri 8:18 Daarna zei hij tegen Zebah en Zalmuna: Wat waren het voor mannen die u op de Tabor doodde? En zij zeiden: Zij waren zoals u, één in gestalte, als koningszonen.  Ri 8:19  Toen zei hij: Het waren mijn broers, zonen van mijn moeder. [Zo waar] de HEERE leeft, als u hen had laten leven, zou ik u niet doden!'' (HSV)
 
== 14 ==