k
→28
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→28) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 48:
== 21 ==
Ri 8:21 Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen van hun kamelen waren. (CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''En
== 23 ==
Regel 56:
== 24 ==
Ri 8:24 Voorts zei Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar eenieder een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, daar zij Ismaëlieten waren. (CP<ref name=":0" />)
'''Daar zij Ismaëlieten waren.''' Ismaëlieten is de algemene naam voor de nomadische volken, die in de woestijn van Arabië woonden. Tot hen behoorden ook de [[Midianieten]]<ref name=":1" />.
== 26 ==
Regel 68:
== 28 ==
Ri 8:28 Alzo werden de Midianieten te ondergebracht voor het aangezicht der kinderen Israëls, en hieven hun hoofd niet meer op. En het land was stil veertig jaren, in de dagen van Gideon. (SV)
'''Het land was stil veertig jaren, in de dagen van Gideon.'''
{{Tijdbalk Israël
== 29 ==
|