k
→31
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→31) |
||
Regel 64:
''Ri 9:18 Maar gij zijt heden opgestaan tegen het huis mijns vaders, en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood; en gij hebt Abimelech, een zoon zijner dienstmaagd, koning gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broeder is);'' (SV)
Zij was te Sichem, woonde er,
''Ri 9:1 Abimelech nu, de zoon van Jerubbaal, ging henen naar Sichem, tot de broeders zijner moeder; en hij sprak tot hen, en tot het ganse geslacht van het huis van den vader zijner moeder, zeggende:'' (SV)
'''Baarde hem ook een zoon.''' Boven de genoemde 70 zonen uit zijn wettige vrouwen. Zij was blijkbaar geen wettige vrouw, aangezien zij niet bij hem woonde. ▼
▲'''Baarde hem ook een zoon.''' Boven (vgl. 9:2) de genoemde 70 zonen uit zijn wettige vrouwen. Zij was blijkbaar geen wettige vrouw, aangezien zij niet bij hem in Ofra woonde en Abimelech zich later (9:2) zal onderscheiden van de zeventig zonen van Gideon.
'''Hij noemde zijn naam Abimelech.''' Men kan ook vertalen: "men noemde zijn naam Abimelech". In het laatste geval is de moeder waarschijnlijk de naamgeefster geweest. De naam betekent "Mijn vader is koning".
|