k
geen bewerkingssamenvatting
k (→16) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2:
== Samenvatting ==
De Efraïmieten murmureren tegen Gideon, maar worden door hem gestild (1-3). Hij vervolgt de twee koningen der Midianieten over de Jordaan, waar de inwoners van Sukkoth en Pnuël smadelijk weigeren zijn leger te spijzigen (4-10). Hij overvalt en vangt de twee koningen der Midianieten en verstrooit hun overige manschappen (11-12).
== 1 ==
Ri 8:1 Toen zeiden de mannen van Efraïm tot hem: Wat stuk is dit, dat gij ons gedaan hebt, dat gij ons niet riept, toen gij heentoogt om te strijden tegen de Midianieten? En zij twistten sterk met hem. (SV)
Hetzelfde verwijt van de Efraïmieten zal later de richter Jefta treffen, na diens overwinning over de Ammonieten.
== 2 ==
Ri 8:2 Hij daarentegen zeide tot hen: Wat heb ik nu gedaan, gelijk gijlieden; zijn niet de nalezingen van Efraïm beter dan de wijnoogst van Abi-ezer? (SV)
'''Abiëzer.''' [[Gideon]] was een Abiëzriet.
== 4 ==
Regel 8 ⟶ 16:
'''Ging hij over.''' Naar de oostelijke oever van de Jordaan. De route wordt aangeduid door de gele lijn hieronder.
[[Bestand:Gideon strijd Midian-Access Foundation.jpg|geen|miniatuur|1275x1275px]]
== 7 ==
Ri 8:7 Toen zeide Gideon: Daarom, als de HEERE Zebah en Tsalmuna in mijn hand geeft, zo zal ik uw vlees dorsen met doornen der woestijn, en met distelen. (SV)
'''Uw vlees dorsen.''' Pijnigen.
== 10 ==
|