Romeinen 1: verschil tussen versies

3.869 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 242:
== 22 ==
Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden
'''Bewerend wijzen te zijn'''. In de Griekse cultuurkring waren zogenaamde wijzen. Zij is de bakermat van vet westerse wijsgerige denken. Tegenwoordig: de wetenschappers. Echter, “deskundigen” in de ogen der wereld kunnen dwalenden zijn in de ogen van God.
 
'''Dwaas geworden'''. "Tot dwaasheid vervallen" (21). Ze zijn in 'een verkeerd denken' (28), een 'afdwaling' (27) gekomen.
Regel 260:
'''Overgegeven'''. Als reactie op hun nalatigheid, afwijking en dwaasheid geeft God ze over. God geeft ze aan iets over, Hij laat ze los, Hij beschermt ze niet meer zo. Ze zijn 'in hun lust tegen elkaar ontbrand'. De vlammetje van de hartstocht is een brand geworden.
 
'''Onreinheid'''. Homoseksueel verkeer, waarop Paulus doelt (lees verder) is onrein. Omdat het in de verhouding tot God misgaat, gaat het ook mis in de onderlinge verhouding der mensen. Dit is een straf Gods (vs. 27).
 
'''Onteren'''. Zie ook vs. 26. Homoseksuele handelingen onteren het lichaam.
 
''Ro 1:26 Daarom heeft God hen overgegeven aan <u>onterende</u> hartstochten; want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke; (TELOS)''
 
== 25 ==
Regel 272 ⟶ 270:
''Ro 1:18 Want toorn van God wordt van de hemel geopenbaard over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die <u>de waarheid</u> in ongerechtigheid bezitten;'' (TELOS)
 
'''Vervangen hebben door de leugen'''. Zie vs. 23. Daarin bestaat hun 'afdwaling' (vers 27).
 
''Jer 16:19 O HEERE! Gij zijt mijn Sterkte, en mijn Sterkheid, en mijn Toevlucht ten dage der benauwdheid; tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, en zeggen: Immers hebben onze vaders leugen erfelijk bezeten, [en] ijdelheid, waarin toch niets was, dat nut deed.'' (SV)
''Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God <u>vervangen</u> door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS)''
 
''Ro'Het 1:22schepsel Bewerendgeëerd wijzenen tegediend zijn,hebben zijnboven zijde dwaasSchepper.''' geworden Ro 1:23 enZe hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God <u>vervangen</u> door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS23)''. Ze schrijven Gods eeuwige kracht en goddelijkheid aan zelfbedachte en gemaakte goden toe. De vergoding van het schepsel. "God-made man falls and erects a man-made god".
Daarin bestaat hun 'afdwaling' (vers 27).
 
''Ga 4:8 Maar destijds, toen u God niet kende, hebt u hen gediend die van nature geen goden zijn;'' (Telos)
 
Een hedendaagse westerse afgod is “moeder aarde” of “de natuur”. De natuur heeft ons voortgebracht - zo denken veel mensen - via geleidelijke ontwikkeling, evolutie. De natuur is wel onpersoonlijk, blind, zonder gevoel en zonder verstand; de ontwikkeling is ongeleid en zonder doel; maar deze blinde 'moeder' natuur wordt geëerd als onze schepster.
 
'''Gezegend'''. “Gezegend” heeft de Telos-vertaling. De Statenvertaling heeft “te prijzen”.
 
== 26-27 ==
Ro 1:26 Daarom heeft God hen overgegeven aan onterende hartstochten; want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke; Ro 1:27 en evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven en zijn in hun lust tegen elkaar ontbrand, zodat mannen met mannen schandelijkheid bedrijven en het verdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangen. (TELOS)
'''Daarom'''. Hetzelfde 'daarom' van vers 24.
 
'''Overgegeven.''' Zie vs. 24
'''Onterende hartstochten'''. Hartstochten die uitmonden in homoseksueel gedrag, waarmee men elkaar lichamen onteert.
 
'''Onterende hartstochten'''. Zie vs. 24. Hartstochten die uitmonden in homoseksueel gedrag, waarmee men elkaar lichamen onteert.
''Ro 1:24 Daarom heeft God hen in de begeerten van hun harten overgegeven aan onreinheid, om hun lichamen onder elkaar te onteren; (TELOS)''
 
'''Ook hun vrouwen.''' Mannen en vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke. Mannen zijn in hun lust tegen elkaar ontbrand (27). Ze bedrijven schandelijkheid (27).
'''Tegennatuurlijke'''. Het druist tegen de natuur in, dat vrouwen met vrouwen en mannen met mannen seksuele omgang hebben. Onze geslachtsorganen zijn qua vorm en werking gemaakt voor die van het andere geslacht. Homoseksualiteit is onrein (vers 24), onterend (verzen 24, 26), tegennatuurlijk (vers 26), schandelijk (vers 27) en een straf (vers 27 'verdiende loon').
 
'''Tegennatuurlijke'''. Het druist tegen de natuur in, dat vrouwen met vrouwen en mannen met mannen seksuele omgang hebben. Onze geslachtsorganen zijn qua vorm en werking gemaakt voorom te passen bij die van het andere geslacht. Homoseksualiteit is onrein (vers 24), onterend (verzen 24, 26), tegennatuurlijk (vers 26), schandelijk (vers 27) en een straf (vers 27 'verdiende loon').
'''Verdiende loon'''. Homoseksuele omgang is op zichzelf al een straf. Sommigen denken bij 'verdiende loon ... in zichzelf' aan de ''gevolgen'' van gelijkgeslachtelijk verkeer: (1) seksueel overdraagbare aandoeningen als AIDS, geslachtsziekten, (2) psychische problemen. → [[Homoseksualiteit]]. Maar zulke gevolgen schijnen niet de betekenis uit te maken van Paulus' woorden.
 
Paulus neemt dus niet als voorbeeld van wat er misgaat in tussenmenselijke verhoudingen de verhouding werkgever – werknemer, overheid – onderdanen, maar de meest intieme menselijke verhouding die er is, de seksuele verhouding. De verhouding die resulteert in en gekenmerkt wordt door één-vlees zijn. Wie een hoer aanhangt, zegt Paulus elders, is een vlees met haar.
 
Zo’n verhouding grijpt diep in op ons kwetsbare mensen. Denk aan de gevolgen van incest, overspel en dergelijke seksueel-relationele zonden. Die dingen raken de betrokkenen diep en kunnen in zondige uitingen een verwoestende uitwerking hebben. De verhouding mens-God is kernachtig, de seksuele mens-mens verhouding is dat ook. Beiden zijn verstoord en hangen met elkaar samen. De horizontale, lichamelijk-seksuele verstoring is een gevolg van de verticale, geestelijke verstoring. De seksuele verhouding is naar Gods ontwerp een verhouding tussen een man en een vrouw. Een man-man, vrouw-man, mens-dier, volwassene-kind seksuele verhouding is een tegennatuurlijke, schandelijke afwijking. Paulus gaat in op gelijkgeslachtelijke seks.
 
== 27 ==
Ro 1:27 en evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven en zijn in hun lust tegen elkaar ontbrand, zodat mannen met mannen schandelijkheid bedrijven en het verdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangen. (TELOS)
'''Verdiende loon'''. Homoseksuele omgang is op zichzelf al een straf. Sommigen denken bij 'verdiende loon ... in zichzelf' aan de ''gevolgen'' van gelijkgeslachtelijk verkeer: (1) seksueel overdraagbare aandoeningen als AIDS, geslachtsziekten, (2) psychische problemen. → [[Homoseksualiteit]]. Maar zulke gevolgen schijnen niet de betekenis uit te maken van Paulus' woorden. Het verdiende loon is loon voor hun afdwaling.
 
'''Hun afdwaling'''. Door de waarheid van God te vervangen door de leugen en het schepsel te eren en te dienen boven de Schepper.
 
''Ro 1:25 zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen en het schepsel geëerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen.'' (TELOS)
 
Homoseksuele omgang (een verstoorde mens-mens verhouding van één-vlees-zijn) is een straf, namelijk voor de afdwaling van God (verstoorde of ontbrekende mens-God verhouding van één-geest-zijn, immers “wie de de Heer aanhangt is één geest met Hem”). Homoseksualiteit als maatschappelijk verschijnsel heeft dus een geestelijk-zedelijke oorzaak, een religieuze wortel. Mensen ontvangen het loon van hun afdwaling in zichzelf, namelijk in de vorm van verkeerde gedachten en hartstochten.
 
Hieruit mogen we niet de conclusie trekken dat een bepaalde homoseksuele persoon zijn hartstochten en gedrag te wijten heeft aan zijn goddeloosheid. Dat kan wel, maar hoeft niet. Zomin als een met aids-besmet kind zijn aids persé te wijten heeft aan bepaalde persoonlijke zonden in zijn kindsheid gedaan. Het oordeel van God kan goeden en kwaden treffen. God kan een oorlog zenden om een natie te straffen, waarbij “goeden” meelijden. Maar zoals AIDS en de verspreiding ervan algemeen gesproken te wijten valt aan immoreel seksueel gedrag, zo is homoseksualiteit algemeen gesproken te wijten aan afdwaling van God.
 
Dit gegeven, die religieuze wortel, is iets dat zelden of nooit in de “deskundige” literatuur over homoseksualiteit wordt onderkend. Geen wonder, veel wetenschappers zetten bewust oogkleppen voor God op en rekenen niet met gevolgen van een verstoorde mens-God verhouding<ref>Dat opzetten van de oogkleppen wordt wel “methodologisch atheïsme” of “methodologisch naturalisme” genoemd</ref>.
 
== 28 ==
Regel 330 ⟶ 346:
'''Welgevallen hebben aan hen die ze bedrijven'''. Deelgenoten van het kwaad hebben dat welgevallen.
 
== VoetnootVoetnoten ==