Romeinen 6: verschil tussen versies

329 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
k (Jillis Roosken heeft pagina Romeinen (Bijbelboek)/Hoofdstuk 6 hernoemd naar Romeinen (boek)/Hoofdstuk 6)
Regel 28:
De [[doop]] (door onderdompeling) symboliseert (onder meer) een begrafenis (vers 4). Wij zijn met Hem gestorven en begraven, "met hem één geworden in de gelijkheid van zijn dood" (vers 5). Het woordje "tot" duidt aan dat wij tot Hem zijn gebracht en met Hem verenigd zijn geworden; wij zijn met Hem verbonden, wij staan aan Zijn kant.
 
== Rom. 6:4 Met Hem begraven. Nieuwheid van leven. ==
Ro 6:4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop tot de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen. (TELOS)
De dopeling blijft niet in het watergraf. Na de doop door onderdompeling staat hij weer op. Ook dat heeft een symbolische betekenis: wij zijn met Christus gestorven èn opgewekt, opgestaan. Wij zijn met Hem één geworden, ook "in de gelijkheid van zijn opstanding" (vers 6). En na deze opstanding volgt een wandel in nieuwheid van leven. De verbinding met Hem blijft, immers is Hij de bron van ons leven.
Regel 35:
 
'''In nieuwheid van leven zouden wandelen'''. Dat houdt in: niet meer de zonde dienen (vers 6).
 
''2Co 13:3 U zoekt immers een bewijs dat Christus in mij spreekt (die jegens u niet zwak is, maar sterk is onder u; 2Co 13:4 Hij is immers in zwakheid gekruisigd, maar leeft door Gods kracht; en wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door Gods kracht jegens u); (Telos)''
 
== Rom. 6:6 ==