Salomo/Voorafbeelding van Christus: verschil tussen versies

k
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 39:
De kleine Jezus, de toekomstige koning der Joden, werden geschenken gebracht door wijzen uit het Oosten (Matth. 2:8, 11). <blockquote>''Mt 2:11 En toen zij het huis waren binnengegaan, zagen zij het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neer en huldigden het; en zij openden hun schatten en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre.'' ''(TELOS)''</blockquote>Wanneer het Licht (= de Heer Jezus) over Israël is opgegaan, als de Zon der gerechtigheid, en Israël zich bekeerd zal hebben, zullen heidenvolken hun vermogen toebrengen:<blockquote>''Jes 60:11 Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jes 61:6 Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God. U zult het vermogen van heidenvolken eten, u zult u beroemen in hun luister. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Jes 45:14 Zo zegt de HEERE: De arbeidsopbrengst van de Egyptenaren en de koophandel van de Cusjieten, en de Sabeeërs, mannen van grote lengte, zullen naar u overgaan en zullen van u zijn. Zíj zullen u navolgen, in boeien zullen zij overkomen en voor u zullen zij zich buigen, zij zullen u smeken en zeggen:Voorzeker, God is bij u, en niemand anders; er is geen andere God. (HSV)''</blockquote>
Mt 12:42 De koningin van het Zuiden ... kwam van de einden der aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, <u>meer dan Salomo is hier</u>!
 
== Gestrengheid ==
Salomo maakte het juk hard voor zijn volk, 2 Kron. 10:4v. Daarin is hij kennelijk te ver gegaan. Ook strafte hij streng, 2 Kron. 10:11.
 
De Heer Jezus zal een rechtvaardige en waarlijk wijze heerser zijn. Zijn juk is zacht en zijn last is licht. Hierin is Salomo geen voorafbeelding. Maar voor de kwaden zal de Heer streng wezen. Rechtvaardig doch gestreng tegen eventueel kwaad zal de heerschappij van onze Heer zijn. In de Openbaring komt een ijzeren staf naar voren als een symbool van strenge heerschappij. <blockquote>''Opb 2:27 en hij zal hen hoeden met een ijzeren staf; als pottenbakkersvaten worden zij verbrijzeld, zoals ook Ik die macht van mijn Vader heb ontvangen; (TELOS)'' </blockquote><blockquote>''Opb 12:5 En zij baarde een zoon, een mannelijk kind, die alle naties zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd weggerukt naar God en naar zijn troon. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Opb 19:15 En uit zijn mond komt een scherp zwaard, opdat Hij daarmee de naties slaat. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hij treedt de wijnpersbak van de wijn van de grimmigheid van de toorn van God de Almachtige. (TELOS)''</blockquote>De overwinnende gelovigen zullen eveneens regeermacht met "een ijzeren staf" ontvangen. Immers zullen zij delen in rechtvaardige doch gestrenge heerschappij van hun Meester.
 
== Opstand ==
Nadat de heerschappij van Salomo voorbij is en zijn opvolger Rehabeam weigert om het juk voor het volk lichter te maken, ja, het zelfs zwaarder gaat maken, valt een groot deel van het volk, tien van de twaalf stammen van Israël, van hem af.
 
Een opstand zien wij ook aan het eind van het duizendjarig vrederijk. Misleid door de losgelaten satan, zullen naties de heerschappij van Christus omver willen werpen. <blockquote>''Opb 20:7 En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, Opb 20:8 en hij zal uitgaan om de naties te misleiden die aan de vier hoeken van de aarde zijn, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand van de zee. Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen. (TELOS'')</blockquote><blockquote>''Ps 2:1 Waarom woeden de heidenen, en bedenken de volken ijdelheid? Ps 2:2 De koningen der aarde stellen zich op, en de vorsten beraadslagen te zamen tegen den HEERE, en tegen Zijn Gezalfde, [zeggende]: Ps 2:3 Laat ons hun banden verscheuren, en hun touwen van ons werpen. Ps 2:4 Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten. Ps 2:5 Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, en in Zijn grimmigheid zal Hij hen verschrikken. Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid. Ps 2:7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd. Ps 2:8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde [tot] Uw bezitting. Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. Ps 2:10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde! Ps 2:11 Dient den HEERE met vreze, en verheugt u met beving. Ps 2:12 Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne, en gij [op] den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen. (SV)''</blockquote>De 2 stammen, die dichtbij Jeruzalem woonden, bleven het huis van David trouw. Verder weg gelegen (noordelijke) stammen echter vielen af. De naties die, vanuit Jeruzalem gezien, "aan de vier hoeken van de aarde zijn" (Opb. 20:8), zullen in opstand komen tegen de wereldregering die in Jeruzalem zal zetelen.