k
→Profeteren in de samenkomst
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 16:
== Profeteren in de samenkomst ==
Een belangrijke, misschien de belangrijkste, geestesgave tot opbouw van de gemeente is de [[Profeteren|profetie]]. <blockquote>''1Co 14:1 Jaagt naar de liefde en streeft naar de geestelijke uitingen, maar <u>vooral, dat u mag profeteren.</u> 1Co 14:3 Maar wie profeteert, spreekt voor mensen tot opbouwing, vermaning en vertroosting.'' (Telos)</blockquote>Profetie berust op openbaring (1 Cor. 14:26, 30), openbaring van de Geest (1 Cor. 12:7), ingeving. <blockquote>''1Co 14:26 Hoe is het dan, broeders? Wanneer u samenkomt, heeft ieder een psalm, heeft een leer, heeft een <u>openbaring</u>, heeft een taal, heeft een uitlegging; laat alles gebeuren tot opbouwing. (Telos)''</blockquote>Omdat noch profeteren noch het spreken in talen het enige mag zijn dat er
[[Jahaziël]] sprak in het midden van de gemeente door de Geest: <blockquote>''2Kr 20:13 En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN, ook hun kinderkens, hun vrouwen en hun zonen. 2Kr 20:14 Toen kwam de Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den zoon van Matthanja, den Leviet, uit de zonen van Asaf; 2Kr 20:15 En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods. 2Kr 20:16 Trekt morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel. 2Kr 20:17 Gij zult in dezen [strijd] niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het heil des HEEREN met u, o Juda en Jeruzalem! Vreest niet, en ontzet u niet, gaat morgen uit, hun tegen, want de HEERE zal met u wezen. (SV)''</blockquote>[[Zacharia]] berispte door de Geest tot het volk. <blockquote>''2Kr 24:19 Doch <u>Hij zond profeten onder hen</u>, om hen tot den HEERE te doen wederkeren; die betuigden tegen hen, maar zij neigden de oren niet. 2Kr 24:20 En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten. 2Kr 24:21 En zij maakten een verbintenis tegen hem, en stenigden hem met stenen door het gebod des konings, in het voorhof van het huis des HEEREN.'' (SV)</blockquote>Ons streven zij niet om de gemeentelijke samenkomsten te vullen met een programma van goede sprekers
== Kinderen in de samenkomst ==
|