k
→Sarah als zinnebeeld
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 26:
Later ontving Sarai zelf de belofte van kinderen. In Gen. 17:17, toen ze ongeveer 89 jaar oud was, werd haar een talrijk nageslacht beloofd.<blockquote>''Ge 17:15 Nog zeide God tot Abraham: Gij zult den naam van uw huisvrouw Sarai, niet Sarai noemen; maar haar naam zal zijn Sara. Ge 17:16 Want Ik zal haar zegenen, en u ook uit haar een zoon geven; ja, Ik zal haar zegenen, zodat zij tot volken worden zal: koningen der volken zullen uit haar worden! Ge 17:17 Toen viel Abraham op zijn aangezicht, en hij lachte; en hij zeide in zijn hart: Zal een, die honderd jaren oud is, [een] [kind] geboren worden; en zal Sara, die negentig jaren oud is, baren? (...) Ge 17:19 En God zeide: Voorwaar, Sara, uw huisvrouw, zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam noemen Izak; en Ik zal Mijn verbond met hem oprichten, tot een eeuwig verbond zijn zade na hem.'' (SV)</blockquote>'''Izak.''' Een jaar later baarde ze Izak (= 'gelach'), ze was toen 90 jaar oud.
'''Dood.''' Sarah bereikte de leeftijd van 127 jaar (Gen. 23:1); ze stierf te [[Kirjat-Arba]] (= [[Hebron]], Gen. 23:2
{{Tijdbalk Israël 2000-1500 v.C.}}
Na haar dood zond Abraham zijn knecht uit, om uit de familie een vrouw voor hun zoon Izak te werven.
== Sarah als zinnebeeld ==
|