k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Saron''' was in het oude Israel een zeer vruchtbare en heerlijke vlakte aan de Middellandse zee. Het Strongnummer is 08289. De Hebreeuwse naam is שׁרון, S...') |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
| (2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Saron''' was in het oude
# de kustvlakte tussen [[Joppe]] en [[Karmel]]
Regel 9 ⟶ 7:
# het terrasachtige gebied tussen de Tabor en Tiberias.
De kustvlakte Saron
[[Bestand:Samaria-Wolters.jpg|geen|miniatuur|1151x1151px]]
Zij was een deel van de erfelijke bezitting van de stam Efraim en van de stam Manasse.
De profeet Jesaja spreekt van ‘het sieraad van Karmel en Saron’ (Jes. 35:2). 1 Kron 27:29 spreekt van de runderen die in Saron weidden.
Jesaja zegt dat Saron is geworden als een woestijn (Jes. 33:9), maar ook dat de streek zal worden tot een schaapskooi “voor Mijn volk, dat Mij gezocht heeft” (Jes. 65:10), dat is het overblijfsel van Israël. <blockquote>''Jes 65:10 En Saron zal tot een schaapskooi worden, en het dal van Achor tot een runderleger, voor Mijn volk, dat Mij gezocht heeft. (SV)''</blockquote>
In Hooglied noemt de bruid zichzelf ‘een roos van Saron’. <blockquote>''Hoo 2:1 Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. (SV)''</blockquote>
| |||