Saron

Uit Christipedia

Saron was in het oude Israël een zeer vruchtbare en heerlijke vlakte aan de Middellandse zee.

De Hebreeuwse naam is שׁרון, Sjaron, betekent ‘vlakte’ en komt 7x voor in het Oude Testament. Het Strongnummer is 08289. Engels: Sharon. De naam Saron kan verwijzen naar:

  1. de kustvlakte tussen Joppe en Karmel
  2. een deel of stad van het Oost-Jordaanse land, rond Gilead en Basan
  3. het terrasachtige gebied tussen de Tabor en Tiberias.

De kustvlakte Saron lag tussen de heuvels van centraal Israël en de Middellandse Zee en strekte zich uit van Joppe (Jaffa) tot de berg Karmel.

Zij was een deel van de erfelijke bezitting van de stam Efraim en van de stam Manasse.

De profeet Jesaja spreekt van ‘het sieraad van Karmel en Saron’ (Jes. 35:2). 1 Kron 27:29 spreekt van de runderen die in Saron weidden.

Jesaja zegt dat Saron is geworden als een woestijn (Jes. 33:9), maar ook dat de streek zal worden tot een schaapskooi “voor Mijn volk, dat Mij gezocht heeft” (Jes. 65:10), dat is het overblijfsel van Israël.

Jes 65:10 En Saron zal tot een schaapskooi worden, en het dal van Achor tot een runderleger, voor Mijn volk, dat Mij gezocht heeft. (SV)

In Hooglied noemt de bruid zichzelf ‘een roos van Saron’.

Hoo 2:1 Ik ben een Roos van Saron, een Lelie der dalen. (SV)