Saul: verschil tussen versies

805 bytes toegevoegd ,  7 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Saul''' (hebreeuws שָׁאוּל | sjaa-oel | šā'ūl, 'de afgebedene'), zoon van Kis uit de stam Benjamin, was de eerste koning over Israël. Hij regeerde van ca. 1029 tot 1005 voor Christus, anderen dateren deze periode tussen ca. 1040 tot 1010. Zijn leven wordt beschreven in het eerste boek van de profeet Samuël.
[[Bestand:Samuël zalft Saul.jpg|thumb|Samuël zalft Saul tot koning van Israël]]
De gebeurtenissen rond Saul in 1 Samuël laten zich in een aantal perioden verdelen.
Regel 8:
# Sauls functioneren als koning – H13 en verder.
 
Saul werd gezalfd door Samuel, onder Gods leiding, toen de Israëlieten een koning eisten. Als de koning die zij hadden gekozen en gewenst, werd hem 'een nieuw hart' gegeven.
Saul is niet een succesvol koning. Door eigenzinnig optreden en regelrechte ongehoorzaamheid aan God verspeelt hij zijn positie. God kiest een ander in zijn plaats – David, de zoon van Isaï.
 
Zijn regering begon goed; maar later faalde hij door ongehoorzaamheid aan God. Hij was geen succesvol koning. Door eigenzinnig optreden en regelrechte ongehoorzaamheid aan God verspeelde hij zijn positie.
De latere jaren van Sauls regering worden ontsierd door buien van zwaarmoedigheid en vlagen van waanzin. De Bijbel vertelt dat Gods Geest van Saul is geweken en dat een boze geest hem angst aanjaagt. Ook wordt hij beheerst door toenemende afgunst en openlijke vijandigheid ten opzichte van David, van wie Saul heeft begrepen dat hij de nieuwe koning zal zijn. Uiteindelijk staat Saul geheel alleen en beneemt zich het leven. 
 
Saul werd verworpen en in zijn plaats werd David, de zoon van Isaï, door God verkozen en door Samuël gezalfd.
Saul had zes kinderen, Jonathan, Malchi-Sua, Abinadab, Esbaäl (Isboset), Merab en Michal.
 
Saul hadkreeg zes kinderen, Jonathan, Malchi-Sua, Abinadab, Esbaäl (Isboset), Merab en Michal. Michal werd de vrouw van David en Jonathan werd zijn boezemvriend.
 
De latere jaren van Sauls regering wordenwerden ontsierd door buien van zwaarmoedigheid en vlagen van waanzin. De Bijbel vertelt dat Gods Geest van Saul is gewekenweek en dat een boze geest hem angst aanjaagtaanjaagde. Ook wordtwerd hij beheerst door toenemende afgunst en openlijke vijandigheid ten opzichte van David, van wie Saul heefthad begrepen dat hij de nieuwe koning zalzou zijn. UiteindelijkSaul staatvervolgde Saulhem geheeljarenlang. alleenDoor enGod beneemtverlaten, zichzonder hetgeloof levenof geweten, nam hij zijn toevlucht tot een waarzegster, die hem zijn ondergang aankondigde. 
 
Hij werd verslagen door de Filistijnen, die hij had moeten overwinnen. In de strijd beneemt hij zichzelf het leven. Zijn zoon Jonathan, Davids vriend, sneuvelt in die strijd.
 
Zo faalde het koningschap, aan de Israëlieten naar hun begeerte toevertrouwd, bij de eerste koning.