Sinear en de torenbouw van Babel: verschil tussen versies

kleine aanvulling op de tekst
(Aanvullingen op de tekst)
(kleine aanvulling op de tekst)
 
Regel 7:
'''3716 v. Chr. – ca 3400 v. Chr.'''
 
Waarschijnlijk kort na Noachs dood gebeurde er geologisch en daardoor ook klimatologisch iets heel ingrijpends. Geologisch gezien brak wereldwijd het tijdperk aan van de tertiaire cataclysmen. De Afrikaanse plaat schurkte tegen Europa aan en de Alpiene gebergten, zoals de Pyreneeën, de Alpen, de Karpaten, het Atlasgebergte in Afrika en het Zagrosgebergte in Iran gingen zich vormen. Deze periode komt overeen met het geologische tijdvak van het Tertiair. de overgang van het Paleogeen naar het Neogeen was waarschijnlijk het hoogtepunt van deze reusachtige orogenese (gebergtevorming). Diepe troggen in een vroegere zijtak van de tegenwoordige Middellandse Zee hadden zich gevuld met sediment en werden door de tegendruk vanuit de aarde naar boven gestuwd. Aardlagen schoven over elkaar en bereikten grote hoogten. Dat moet een enorme impact hebben gehad op de omgeving. Dat de aardmantel in heftige beroering was, blijkt bijvoorbeeld ook uit de zuidwestelijke 'krul' waarin de Alpen eindigen. Daar waar het aardoppervlak zich ging plooien, ontstond in de omgeving soms een duidelijk extensiebekken, een strak getrokken, laag liggend laagland. Onze Noordzee, eerst land, werd in feite zo'n extensiebekken en vulde zich met water. Andere uitgestrekte gebieden in Europa veranderden in moerassig land. {{Geologische tijdschaal}}
 
De nakomelingen van Noach werden geconfronteerd met enorme natuurkrachten in de vorm van aardbevingen, vulkanisme, tsunami's en een verstoord klimaat. Dit maakte voor hen de voedselvoorziening heel onzeker. Rivieren en beken ontvingen geen water meer of verlegden hun bedding. Het moet deze gemeenschappelijke ervaring zijn geweest, waardoor men massaal op drift geraakte (ca 3650 v. Chr.?). Vluchtend voor al het geweld, trof men elkaar in de vlakte van Sinear (Gen. 11:2). Waarschijnlijk meende men daar te vinden waarnaar men zocht, veiligheid en voedsel. Het is mogelijk niet tot een botsing gekomen met families die reeds in de regio woonden. De oorspronkelijke bewoners zijn de dragers geweest van de vroegchalcolithische cultuur van Hassuna. In feite leefden zij in de overgangsfase naar het vroegchalcolithicum. Het kan ook zijn dat Noach en de zijnen reeds dragers waren van een chalcolitische cultuur. Sinear lag in het noordoosten van de Arabische plaat. Mogelijk was dit deel van de aardkorst redelijk stabiel.