Kreta: verschil tussen versies

393 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 16:
Het is buitengewoon gunstig gelegen, rijk door de natuur bedeeld, langwerpig van vorm, waarom het oudtijds ook wel ''Makronseos,'' d.i. het 'lange eiland' genaamd werd.
 
'''Bewoners'''. - De bewoners van Kreta waren oudtijds beroemd als uitstekende slingeraars en boogschutters, en dienden vaak voor soldij.
Door middel van Kreta handhaafden de Feniciërs hun hegemonie in de Aegeïsche zee. Later bij de volksverhuizing van de Doriers kwam het in het bezit van deze stam, die er een aantal republieken stichtte, waarom het eiland reeds bij Homerus ''Hekatompolis'', het 'honderdstedige' heet. De voornaamste steden waren:
 
* Cydonia (nu Canea), vanwaar de Romeinen de kweeën naar Italië brachten, en dat zij Mala Cydonia noemden;
Hun zedelijkheid stond in zeer slechte reuk. Het woord ''kretizein'' (d.i. als een Kretenser spreken en handelen) gebruikten de Grieken in de zin van liegen en bedriegen. Het spreekwoord zei van hen: „de Kiliciërs, Kappadociërs en Kretensers waren de drie ergste K's." Zij maakten zich schuldig aan seksuele omgang met kinderen, waren vals en weinig betrouwbaar. Ten bewijze hiervan beroept Paulus zich (Tit. 1: 12) op een uitspraak van de beroemde Kretensische dichter [[Epimenides]], in wiens orakelspreuken Hieronymus de door Paulus geciteerde uitspraak gevonden zal hebben. De apostel noemt hem 'profeet' om de grote roem, waarin hij bij de Grieken stond, en waarom Cicero hem tot de zieners rekent.
 
In de laatste eeuw v. Chr. kwamen de Kretensers in aanraking met de Romeinen. Zij hadden hulptroepen geleverd aan Mithridates, de koning van Pontus, met wie de Romeinen in oorlog waren, maakten zich daarbij schuldig aan zeeroverij, en hierin vond Rome aanleiding Kreta de oorlog te verklaren. Na vreselijke bloedbaden gelukte het Quintus Caecilius Metellus Kreticus het eiland geheel te onderwerpen (68 - 66 v. Chr.). Kreta werd een Romeinse provincie, en werd later verenigd met Cyrene in Noord-Afrika, welke vereniging voortduurde tot de regering van Diocletianus.
 
Van 395-823 n. Chr. behoorde het tot het Oost-Romeinse rijk; in 823 werd het door de Arabieren veroverd, in 962 kwam het weer aan de Byzantijnen, die het in 1204 aan de Venetianen verkochten. In 1669 kwam het in de macht der Turken. Later maakte het eiland een Siwa (provincie) uit van het Klein-Aziatische Ejalet (stadhouderschap) Kutahijah.
 
'''Joden'''. - Dat er op Kreta ook Joden woonden, weten wij uit Philo en Flavius Josephus (vgl. Handelingen der Apostelen 2:11). Het eiland wordt vermeld in 1 Makk. 10: 67.
 
'''Christenen'''. - Het christendom schijn er vroeg ingang gevonden te hebben. Volgens Titus 1:5 heeft Paulus zijn medewerker Titus op Kreta achtergelaten, haar leiding overlatend aan Titus, die later als beschermheilige van Kreta vereerd werd. <blockquote>''Tit 1:5 Om deze reden heb ik je op <u>Kreta</u> gelaten, opdat je het ontbrekende in orde brengt en in elke stad oudsten aanstelt, zoals ik je opgedragen heb. (TELOS)''</blockquote>Uit de brief aan Titus blijkt, dat de Judaisten ook daar de apostel bestreden.
 
'''Steden'''. - De belangrijkste steden zijn
* Heraklion (''Iraklion'' of ''Candia'', de oude Italiaanse naam), de grootste stad en hoofdstad, met 275.000 inwoners.
 
* Chania (''Haniá''), 139.000 inwoners.
Door middel van Kreta handhaafden in de oudheid de Feniciërs hun hegemonie in de Aegeïsche zee. Later bij de volksverhuizing van de Doriers kwam het in het bezit van deze stam, die er een aantal republieken stichtte, waarom het eiland reeds bij Homerus ''Hekatompolis'', het 'honderdstedige' heet. De voornaamste steden waren:
* Cydonia (Canea, nu CaneaChania), vanwaar de Romeinen de kweeën naar Italië brachten, en dat zij Mala Cydonia noemden;
* Knossus (nu Makro Trikho), ten zuiden van de tegenwoordige hoofdstad Kandia, de oude hoofdstad van Kreta en de residentie van koning Minos, in welker nabijheid in een kleinen berg, aan de voet van de Ida een grote, onderaardse grot wordt gevonden met ontelbare bochten en gangen, die misschien het oude labyrint van Kreta is
* Gortyna
* Lyttus
In de H. Schrift worden bovendien LaseaLaséa en Fenix (Phoenix) genoemd.
 
'''De oppervlakte'''. - De kusten van het eiland zijn stijl. De zuidkust is op verschillende plaatsen ontoegankelijk, terwijl de noordkust tamelijk vele bochten en grotere havens heeft, zoals de bocht van Martilus (nu golf van Kisamos), de golf van Amphimala (nu golf van Armyro) en de golf van Didymoi Kolpoi (nu golf van Mirabel).
 
De voornaamste kapen zijn kaap Korykus (nu kaap Grabusa), Psacum (nu Spada), Ciamum (nu Melek), Dium (nu Saxoso), Sammonium of Salmone.
Regel 36 ⟶ 52:
 
'''Opbrengst van het land'''. Mineralen levert het eiland weinig op. Men vindt er ijzer, kalksteen, marmer en albast. De grond is over het algemeen vruchtbaar en levert koren, citroenen, oranjeappelen, katoen of boomwol, wijn, olie enz.
 
'''Bewoners'''. - De bewoners van Kreta waren oudtijds beroemd als uitstekende slingeraars en boogschutters, en dienden vaak voor soldij.
 
Hun zedelijkheid stond in zeer slechte reuk. Het woord ''kretizein'' (d.i. als een Kretenser spreken en handelen) gebruikten de Grieken in de zin van liegen en bedriegen. Het spreekwoord zei van hen: „de Kiliciërs, Kappadociërs en Kretensers waren de drie ergste K's." Zij maakten zich schuldig aan seksuele omgang met kinderen, waren vals en weinig betrouwbaar. Ten bewijze hiervan beroept Paulus zich (Tit. 1: 12) op een uitspraak van de beroemde Kretensische dichter [[Epimenides]], in wiens orakelspreuken Hieronymus de door Paulus geciteerde uitspraak gevonden zal hebben. De apostel noemt hem 'profeet' om de grote roem, waarin hij bij de Grieken stond, en waarom Cicero hem tot de zieners rekent.
 
In de laatste eeuw v. Chr. kwamen de Kretensers in aanraking met de Romeinen. Zij hadden hulptroepen geleverd aan Mithridates, de koning van Pontus, met wie de Romeinen in oorlog waren, maakten zich daarbij schuldig aan zeeroverij, en hierin vond Rome aanleiding Kreta de oorlog te verklaren. Na vreselijke bloedbaden gelukte het Quintus Caecilius Metellus Kreticus het eiland geheel te onderwerpen (68 - 66 v. Chr.). Kreta werd een Romeinse provincie, en werd later verenigd met Cyrene in Noord-Afrika, welke vereniging voortduurde tot de regering van Diocletianus.
 
Van 395-823 n. Chr. behoorde het tot het Oost-Romeinse rijk; in 823 werd het door de Arabieren veroverd, in 962 kwam het weer aan de Byzantijnen, die het in 1204 aan de Venetianen verkochten. In 1669 kwam het in de macht der Turken. Later maakte het eiland een Siwa (provincie) uit van het Klein-Aziatische Ejalet (stadhouderschap) Kutahijah.
 
'''Joden'''. - Dat er op Kreta ook Joden woonden, weten wij uit Philo en Flavius Josephus (vgl. Handelingen der Apostelen 2:11). Het eiland wordt vermeld in 1 Makk. 10: 67.
 
'''Christenen'''. - Het christendom schijn er vroeg ingang gevonden te hebben. Volgens Titus 1:5 heeft Paulus zijn medewerker Titus op Kreta achtergelaten, haar leiding overlatend aan Titus, die later als beschermheilige van Kreta vereerd werd. <blockquote>''Tit 1:5 Om deze reden heb ik je op <u>Kreta</u> gelaten, opdat je het ontbrekende in orde brengt en in elke stad oudsten aanstelt, zoals ik je opgedragen heb. (TELOS)''</blockquote>Uit de brief aan Titus blijkt, dat de Judaisten ook daar de apostel bestreden.
 
== Geschiedenis ==
Regel 87 ⟶ 91:
 
=== 1204 - 1169: Venetiaanse heerschappij ===
[[Bestand:Λιμάνι Ηρακλείου 9866.JPG|centre|thumb|1024x1024px|De oude haven van Heraklion, bewaakt door het Venetiaans fort Koules.]]
De tijd van de Kruistochten was aangebroken en na de bezetting van Constantinopel in 1204 kwam Kreta in handen van Bonifatius van Montferrato. Bonifatius had eigenlijk de nieuwe keizer van Constantinopel moeten worden, maar de Venetianen verkozen Boudewijn VI van Henegouwen. Aan Bonifatius werd Kreta toegewezen, maar hij verkocht het eiland spoedig aan Venetië. Even probeerden de Genovezen alsnog het eiland te veroveren maar het waren uiteindelijk de Venetianen die het definitief innamen. Zo kwam Kreta onder Venetiaanse heerschappij. Deze periode duurde 450 jaar lang.