Nederland: verschil tussen versies

72 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 131:
</poem>
|}
'''Kerkbezoek en ontkerkelijking.''' Van de bevolking is 61% onkerkelijk, 17% katholiek (1999). 12% van de Nederlanders gaat op zondag naar de kerk (2010)<ref name=":1">Sjoerd Mouissie, [http://www.nd.nl/artikelen/2010/maart/23/-kleine-kerk-is-niet-erg-dan-zie-je-elkaar- 'Kleine kerk is niet erg, dan zie je elkaar'], op ND.nl dd. 23 maart 2010. In het artikel wordt verwezen naar cijfers van het onderzoeksbureau Kaski.</ref>.
 
In de 20e eeuw zeiden veel Nederlanders hun kerk en 'zuil' (= levensbeschouwelijk bepaalde sociale omgeving) vaarwel. Dit wordt 'ontkerkelijking' en 'ontzuiling' genoemd. De ontkerkelijking in Nederland nam eind negentiende eeuw een aanvang. In 2013 behoorde ongeveer 30 procent van de bevolking tot een kerk<ref>[http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/bodem_van_ontkerkelijking_is_nog_niet_in_zicht_1_742944 „Bodem van ontkerkelijking is nog niet in zicht”], nieuwsartikel op RefDag.nl, 1 juni 2013</ref>. Traditionele kerken lopen leeg en lijken steeds meer aan de rand van de maatschappij te staan. Van 1970 tot 2005 is het ledental van de protestantse kerken gehalveerd<ref name=":1" />. In 2011 meldde het rooms-katholieke bisdom Roermond dat honderd Limburgse kerken in de komende tien jaar de deur moeten sluiten ten gevolge van teruglopend kerkbezoek en dalende inkomsten. Orthodox-protestantse kerken op het platteland verliezen relatief minder leden.  
 
De invloed van het '''christendom''' (normen, waarden, overtuigingen) op de Nederlandse cultuur neemt al decennia lang af. Eén symptoom daarvan is de discussie over het oude verbod op godslastering. Een Kamermeerderheid wil dat het verbod uit het Wetboek van Strafrecht wordt geschrapt (2009). De christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP willen het artikel handhaven.