k
→Het voorhof
k (→Het voorhof) |
k (→Het voorhof) |
||
Regel 86:
De [[Tafel der toonbroden|'''Tafel''' '''der''' '''Toonbroden''']] stond in het Heilige aan de noordzijde, tegenover de gouden kandelaar, dus rechts wanneer men het Heilige binnentrad. Zij stond, gezien van het standpunt van de ark van het verbond, 'buiten de voorhang'. <blockquote>''Ex 40:22 Hij zette ook de tafel in de tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang.'' ''Ex 40:23 En hij schikte daarop het brood in orde, voor het aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.'' (SV)</blockquote>De tafel was gemaakt van sittimhout met goud overtrokken. Zij had vier poten, en aan elke poot een gouden ring, waardoor de met goud overtrokken handbomen of draagstokken gestoken werden om de tafel te dragen. Er lagen 12 ongezuurde broden op, in twee rijen van zes, die elke sabbat door verse broden werden verwisseld, terwijl de oude broden alleen door de priesters, en dan alleen in het Heiligdom zelf, mochten worden gegeten.
Aan de vier hoeken van het gouden altaar verhieven zich de hoornen, terwijl aan de, het gehele altaar omgevende rand, ringen bevestigd waren, waardoor handbomen gestoken werden om het altaar te dragen.
Op dit altaar brandde de hogepriester op de Grote Verzoendag, en de priesters alle dagen, ’s morgens en ’s avonds, een reukwerk (Ex. 30 :34v.), dat als een liefelijke reuk voor de Heer opwaarts steeg. Op de Grote Verzoendag moest de hogepriester de hoornen met bloed bestrijken. <blockquote>''Zie verder bij [[Reukaltaar]] voor het hoofdartikel over dit onderwerp''</blockquote>
== Het voorhof ==
In het Voorhof bevonden zich het brandofferaltaar en het koperen wasvat. In het Voorhof stond het volk, sommigen met schuld en zonde beladen. Het volk kon alleen door tussenkomst van de priester tot God naderen. ▼
'''Pilaren.''' Het voorhof was ingesloten of omtuind door 20 houten pilaren aan elk der lange en door 10 aan elk der korte kanten (Ex. 27:9 vv.). De pilaren waren 5 ellen hoog, stonden even ver van elkaar; de kapitelen waren met zilver overtrokken; de voetstukken waren van koper.▼
Over de zilveren haken aan de kapitelen (Ex. 27:10, 17; 38: 10-12, 17, 28) lagen zilveren dwarsstaven, waaraan gordijnen van getweernd wit byssus bevestigd waren, welke van onderen door middel van koperen pennen en strikken aan de grond vastgemaakt waren (Ex. 27:19: 35:18; 38: 20, 31; 39: 40; Num. 3: 37; 4: 26, 32).▼
▲'''Pilaren en schermdoeken.''' Het voorhof was ingesloten of omtuind door 20 houten pilaren aan elk der lange en door 10 aan elk der korte kanten (Ex. 27:9 vv.). De pilaren waren 5 ellen hoog, stonden even ver van elkaar; de
De ingang van het voorhof was gesloten door een '''voorhangsel''' van dezelfde stof en hetzelfde maaksel als dat, hetwelk het Heilige van het Heilige der Heiligen afscheidde; het hing aan verzilverde houten staven (Ex. 38:19), die op zilveren haken rustten en aan 5 pilaren bevestigd waren.▼
▲Over de zilveren haken aan de kapitelen (Ex. 27:10, 17; 38: 10-12, 17, 28) lagen de zilveren
▲In het Voorhof stond het volk, sommigen met schuld en zonde beladen. Het volk kon alleen door tussenkomst van de priester tot God naderen.
'''Ingang.''' Aan de oostkant, waar de ingang was, waren de gordijnen aan elke hoek niet breder dan 15 ellen (Ex. 27:14-15), zodat in het midden een opening bleef van 20 ellen (Ex. 26:16), welke als ingang diende.
▲'''Voorhangsel.''' De ingang van het voorhof was gesloten door een
Het '''brandofferaltaar''' was van sittimhout, met koper overtrokken, aan de 4 hoeken met koperen hoornen versierd, en van ringen voorzien, waardoor met koper beslagen handbomen ter verplaatsing gestoken werden. Dit altaar was hol, en werd met stenen of aarde gevuld, zodat deze vulling het eigenlijke altaar uitmaakte. Op dit altaar werden alle offers gebracht, die in vuur opgingen, waarom het heilige vuur er voortdurend op brandde. Dit altaar was het middelpunt van de gemeenschapsoefening met God, tot welke het volk zich in het Voorhof zag aangewezen. Alle gaven, waarmee Israël hier tot de Heere naderde, waren bestemd om geheel of gedeeltelijk op dit altaar geofferd te worden. <blockquote>''Zie verder bij [[Brandofferaltaar]] voor het hoofdartikel over dit onderwerp. ''</blockquote>Het koperen '''wasvat''' stond tussen het altaar en het Heilige. Het was een grote koperen ketel, op een koperen voetstuk, met de nodige kranen, waardoor het water er uit liep. Het diende niet alleen om het vlees van de offers te wassen, maar ook voor de reiniging van de priesters, die vóór en na het offeren hun handen en voeten daarin konden wassen. Deze lichamelijke reiniging was symbool van de inwendige reiniging, van de heiligmaking van het gemoed; daarom werd het nalaten daarvan met de dood gestraft.▼
▲
==
De plaatsing van het hele Heiligdom was overeenkomstig de vier hemelstreken, zodat de ingang en voorkant naar het oosten, de achterkant naar het westen en de beide lengte-zijden naar het noorden en zuiden gericht waren. De tabernakel stond in het midden van het leger en de tenten van de twaalf stammen stonden er in een bepaalde orde omheen.
[[Bestand:Tabernakel en legerkamp.jpg|miniatuur|883x883px|''Fig. De tabernakel in het leger van Israël.'']]
Regel 116 ⟶ 115:
In het midden van deze open ruimte stond op één lijn met de Ark van het Verbond en het Reukaltaar het Brandofferaltaar. Tussen dit en de Tabernakel zelf stond, waarschijnlijk iets naar het zuiden, het koperen Wasvat.
==
De symboliek van de Tabernakel is zeer eenvoudig en mooi. Zijn bestemming is neergelegd in het woord Ex. 25: 8 „zij zullen mij een heiligdom maken, dat ik (Jahweh) in het midden van hen wone." De Tabernakel was dus de woonstede van God in het midden Zijn volk. Dit volk bestond uit nomaden, dientengevolge was de Tabernakel een „vervoerbare tent"; hij was de woning Gods, dientengevolge had hij de vorm van een tempel, waarin tevens de verwachting van een blijvende vestiging in het Heilige Land uitgedrukt was. Aan de idee van tempel beantwoorden de vierhoekige vorm, de vergulde houten wanden, het platte dak, de pilaren of kolommen aan de ingang, alsmede de plaatsing, krachtens welke het Heilige der Heiligen altijd naar het Westen en de ingang naar het oosten lag - waarschijnlijk niet, zoals Josephus wil ''(Ant.'' 3, 6, 3), opdat het licht van de opgaande zon in het heiligdom zou schijnen, want de ingang was bedekt, maar omdat in het oosten de zon opgaat en bij de Semieten de Oostkant de voorkant was.
[[Bestand:The tabernacle in the wilderness, and plan of the encampment. Exod. XI. 2 - lith'y. of A. Kollner Phila ; H. Camp's lith'c. press. LCCN2013650019.jpg|miniatuur|877x877px|Andere weergave van het kampement rondom de tabernakel]]
Regel 151 ⟶ 150:
Het reukwerk op het '''reukaltaar''' symboliseert het gebed en de dankzegging van de gemeente.
==
[[Bestand:The Levites carrying the tabernacle.jpg|miniatuur|833x833px|Levieten vervoeren de tabernakel]]
De Tabernakel, eerst in de nabijheid van de Sinaï opgericht, werd daarna op de reis naar Kanaän door de woestijn meegevoerd. Bij de inkomst in het Beloofde Land zal de Tabernakel te Gilgal, waar geruime tijd het hoofdkwartier van Jozua was, opgeslagen zijn, hoewel dit niet uitdrukkelijk gezegd wordt.
Regel 169 ⟶ 168:
De door Mozes opgerichte tabernakel was eenvoudiger dan de door Salomo gebouwde tempel, die Gods tentwoning als heiligdom verving. De tempel week op allerlei punten van de Tabernakel af.
==
In de toekomst zal Israël in het beloofde land één verenigd volk zijn onder één koning en herder, David (= de zoon van David, onze Heer Jezus Christus). Gods tabernakel zal voor altijd bij hen zijn.<blockquote>''Eze 37:26 Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun [een plaats] geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid. Eze 37:27 Mijn <u>tabernakel</u> zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn.'' ''Eze 37:28 Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.'' (HSV)</blockquote>
==
In de '''hemel''' is ook een tabernakel. Dit is ten opzichte van de aardse tabernakel ‘de ware tabernakel’ (Hebr. 8:2),<blockquote>''Heb 8:1 De hoofdzaak nu van wat wij zeggen is, dat wij zo’n hogepriester hebben, die is gaan zitten aan de rechterzijde van de troon van de Majesteit in de hemelen,'' ''Heb 8:2 een bedienaar van het heiligdom en van de ware tabernakel, die de Heer heeft opgericht, niet een mens.'' (TELOS)</blockquote>De aardse tabernakel was een zinnebeeld en schaduw van de hemelse tabernakel (Hebr. 8:5); een tegenbeeld van de ware tabernakel (Hebr. 9:24).<blockquote>''Heb 8:5 Dezen dienen een zinnebeeld en schaduw van de hemelse dingen, zoals Mozes een Goddelijke aanwijzing ontving toen hij de tabernakel zou vervaardigen; want: ‘Zie erop toe’, zegt Hij, ‘dat u alles maakt naar het voorbeeld dat u op de berg getoond is’.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Heb 9:24 Want Christus is niet ingegaan in het met handen gemaakte heiligdom, een tegenbeeld van het ware, maar in de hemel zelf, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons'' (TELOS)</blockquote>De tabernakel in de hemel is ‘de grotere en volmaaktere tabernakel’ (Hebr. 9:11).<blockquote>''Heb 9:11 Maar Christus, gekomen als hogepriester van de komende goederen, door de grotere en volmaaktere tabernakel, niet met handen gemaakt (dat is niet van deze schepping), Heb 9:12 ook niet door het bloed van bokken en kalveren, maar door zijn eigen bloed, is eens voor altijd ingegaan in het heiligdom na een eeuwige verlossing verworven te hebben.'' (TELOS)</blockquote>De hemelse tabernakel is niet met mensenhanden gemaakt, dus niet van deze aardse schepping (Hebr. 9:11, 24).
Christus is als hogepriester door zijn eigen bloed ingegaan in de hemelse tabernakel (Hebr. 9:11-12). Hij is eens voor altijd het hemelse heiligdom ingegaan (Hebr. 9:12; vgl. 9:24).
==
Tussen de aardse Tabernakel van Israël en de heiligdommen van andere volkeren bestaat in de grond alleen deze overeenkomst, dat voor het ''adyton'' (het Heilige der Heiligen) van de laatsten twee of meerdere gewijde ruimten lagen en dat de heiligdommen van vele nomaden insgelijks „tenten" waren.
==
Het eerste model van de tabernakel was het voorbeeld dat God Mozes toonde op de berg Horeb. Naar dit voorbeeld moest de aardse tabernakel gemaakt worden. Recente modellen zijn onder meer:
#
#
[[Bestand:Stiftshuette Modell Timnapark.jpg|geen|miniatuur|800x800px|''Foto: model van de tabernakel in het Timnapark te Timna, permanent opgesteld en te bezoeken. '']]
==
Video
*
*
*
*
*
Boeken
*
*
*
* Kris Tavernier, ''Jezus vinden in de tabernakel''. Vaassen: Medema, 2008. Pagina's: 236. ISBN10: 90 6353 520 1.
*
*
*
Artikelen
*
Voordracht
*
==
Ed. Rhiem, C.H. van Rhijn (red.), ''Bijbelsch woordenboek voor ontwikkelde lezers der Heilige Schriften'', s.v. Tabernakel. Utrecht: Kemink & Zoon, z.j. Hieruit is in juli 2012 tekst gebruikt.
C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis ''(Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009; bewerking door J. Pluimers van de uitgave uit 1929), blz. 127. Hieruit is onder toestemming in juli 2012 tekst gebruikt.
==
<references />
|