Tefilin: verschil tussen versies

98 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1:
[[Bestand:Tie them as symbols on your hands.jpg|miniatuur|Riem met doosje verklaard aan kinderen]]
'''''Tefilin''', tefillien'' (afgeleid van ''tefiela'', gebed) of ''tefillen'' (Nederlands-Jiddisch/Asjkenazische uitspraak), ''Phylacteria'' of ''Phylakteriën'', zijn de gebedsriemen in het rabbijnse jodendom. Op doordeweekse dagen worden ze gedragen bij het ochtendgebed (''sjachariet''). Dit gebruik vindt zijn oorsprong in een letterlijk verstaan van het Schriftwoord over het voorhoofdspansel èn de Rabbijnse overlevering.
 
[[Bestand:IDF soldier put on tefillin.jpg|miniatuur|544x544px|''Gebedsriemen gedragen door een Israëlische soldaat (foto uit 2006). De doosjes bevatten woorden uit de boeken van Mozes.'']]De gebedsriemen bestaan uit een hoofdstel (Hebreeuws ''tefillien shel rosh'') en een gedeelte om de arm en hand (Hebreeuws ''tefillien shel jad'').
 
Aan de riemen zijn doosjes bevestigd. De zwarte lederen doosjes (Hebreeuws ''bajit'', huis; meervoud ''batim,'' huizen) bevatten op perkament geschreven teksten uit de boeken van Mozes:
Regel 9 ⟶ 11:
* Deuteronomium 11: 13-21
 
Het ene doosje draagt men met behulp van een leren riem op het voorhoofd. De andere riem wordt zeven maal om de arm gewikkeld en dan om de hand geslagen. Op deze manier vormt de riem de letter ''Sjin'' uit het Hebreeuwse alfabet. Deze verwijst naar het begrip Sjaddai, de almacht van God. Mensen die rechtshandig zijn dragen de voor de hand bestemde tefilin aan de linkerarm, linkshandigen aan de rechterarm. Volgens de Rabbijnse traditie dragen alleen mannen ouder dan 13 jaar gebedsriemen. In sommige liberale gemeenten zijn er ook vrouwen die dat doen.[[Bestand:IDF soldier put on tefillin.jpg|miniatuur|451x451px|''Gebedsriemen gedragen door een Israëlische soldaat (foto uit 2006). De doosjes bevatten woorden uit de boeken van Mozes.'']]De gewoonte van Rabbanietische joden heeft haar oorsprong te danken aan de Schriftplaatsen die spreken van een voorhoofdband. De verdere ontwikkeling van het gebruik in het Rabbijnse jodendom is gebaseerd op mondelinge overlevering en beschreven in de Talmoed.
 
De gewoonte van Rabbanietische joden heeft haar oorsprong te danken aan de Schriftplaatsen die spreken van een voorhoofdband. De verdere ontwikkeling van het gebruik in het Rabbijnse jodendom is gebaseerd op mondelinge overlevering en beschreven in de Talmoed.
 
De Karaïetische Joden, die alleen aan de Heilige Schrift vasthouden en de menselijke overlevering geen gezag toekennen, vatten de Schriftwoorden die spreken van een voorhoofdband als beeldspraak op.