Uitverkiezing: verschil tussen versies

78 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
Davids zoon Salomo was uitverkoren en voorbestemd tot een belangrijk werk (1 Kron. 28:6).
 
'''Ezau en Jakob.''' ln Romeinen 9 wordt het beginsel der verkiezing vermeld. God heeft het recht ieder van Zijn schepselen een bepaalde plaats op aarde aan te wijzen. Dit komt uit in de geschiedenis van Ezau en Jakob. God had bepaald dat Ezau Jakob moest dienen. Dat de Here Ezau haatte kwam omdat hij zich als een ongoddelijke gedroeg en heeft dus niets met de verkiezing te maken. Dit wordt dan ook pas ongeveer 1500 jaren na zijn sterven vermeld, Mal. 1:2-3.
 
'''Jezus.''' Ook de Heer Jezus, die als knecht des Heren wordt aangekondigd, is door God uitverkoren. God noemt hem 'Mijn Uitverkorene'. Er wordt dan op gewezen hoe Hij zich op aarde in grote getrouwheid en in afhankelijkheid van God zou openbaren. Jes. 42:1; Jes. 43:10. Toen de Heer Jezus als Mens zich te midden van het Joodse volk bewoog, is deze profetie ten volle vervuld, Matth. 12:18-21.
Regel 18:
'''Gelovigen'''. Echter ook de gelovigen uit deze bedeling van de genade worden 'uitverkorenen', door God 'uitverkoren heiligen' en 'geliefden' genoemd. Niet zij, die wijs zijn in eigen ogen heeft God uitverkoren om tot Zijn Gemeente te behoren. maar integendeel hen, die in de wereld dwaas genoemd worden en hen, die zich van hun armoede bewust zijn en dus op geen vaste goederen kunnen steunen, 1 Cor. 1:27, Jac. 2:5.<blockquote>''Ro 8:28 Maar wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, hun die naar zijn voornemen zijn geroepen. Ro 8:29 Want hen die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij <u>ook tevoren bestemd om</u> aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Ro 8:30 En hen die Hij <u>tevoren heeft bestemd</u>, die heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, die heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, die heeft Hij ook verheerlijkt.'' (Telos)</blockquote>Let op de volgorde: te voren kennen → te voren bestemmen → roepen → rechtvaardigen → verheerlijken. God kent te voren hen die tot geloof in de Heer Jezus zouden komen. Hij weet dat al voordat zij zich bekeren. Een mens heeft daar vóór zijn bekering geen weet van. Dat vooraf kennen en vooraf bestemmen is Gods zaak. Gods voorkennis is niet onze menselijke voorkennis. Weten dat God mij heeft uitverkoren komt pas nadat ik aan Gods roepstem, dat ik mij moet moet bekeren en in de Heer Jezus geloven, heb gehoor en gevolg gegeven. Weten wat God weet over mij is niet vereist om behouden te worden. Ik hoef alleen te weten dat God ook mij wil behouden en hoe ik behouden kan worden, namelijk door te geloven in de Heer Jezus. De gevangenbewaarder te Filippi wilde behouden worden, maar wist niet wat hij daarvoor moest doen. Hiernaar vroeg hij toen hij Paulus en Silas naar buiten had gebracht:<blockquote>''Hnd 16:30 En hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om behouden te worden? Hnd 16:31 En zij zeiden: Geloof in de Heer Jezus en u zult behouden worden, u en uw huis. (Telos)''</blockquote>Merk op dat Paulus en Silas niet antwoorden: "Wacht tot je weet dat je bent uitverkoren", maar: "Geloof in de Heer Jezus". Dát moest de man doen: geloven.
 
Een illustratie. Iemand is in gevaar en staat voor een deur waarop staat 'Kom binnen en wordt behouden'. Hij beseft dat hij in gevaar is en gaat naar binnen. Binnengekomen ziet hij op de andere kant van de deur staan: 'Je bent te voren gekend en uitverkoren'. Dat kon hij niet weten, hij had alleen kennis van Gods roepstem. God riep omdat Hij wil dat alle mensen behouden worden. <blockquote>''1Ti 2:3 Want dat is goed en aangenaam voor God, onzen Zaligmaker; 1Ti 2:4 Welke wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen. (SV)''</blockquote><blockquote>''1Ti 2:3 Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, 1Ti 2:4 die wil dat alle mensen behouden worden en tot kennis van de waarheid komen. (Telos)''</blockquote>De waarheid is dat God ons liefheeft en alle mensen gelukkig wil maken. Hiervoor zond Hij zijn Zoon. Deze is de Deur, door wie wij moeten ingaan. <blockquote>''Joh 10:9 Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden. (SV)''</blockquote><blockquote>''Joh 10:9 Ik ben de deur; als iemand door Mij binnengaat, zal hij behouden worden, en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. (Telos)''</blockquote>Ook eenmaal binnen is het niet noodzakelijk tot je behoudenis om te weten dat je tevoren gekend en uitverkoren was. Het is mogelijk dat je niet omkijkt en leest wat er op de binnenzijde van de deur staat, maar doorloopt tot in de omhelzing van de Vader. Maar de Vader laat je vervolgens graag weten dat Hij je tevoren heeft gekend en heeft uitverkoren om op zijn Zoon te gaan lijken.
 
== Uitverkoren volken ==