Verbond: verschil tussen versies

18 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 32:
De gelovigen uit de bedeling der genade vormen met elkaar de '''[[Gemeente|Gemeente van God]]'''. Ze zijn kinderen van God door wedergeboorte en mogen God hun Vader noemen (Rom. 8:14-17). Ja het "Abba, Vader" past in hun mond. Hun verhouding tot God is veel inniger dan in een verbond tot uiting kan komen. Zij zijn in figuurlijke zin besprenkeld met het bloed en geheiligd door het bloed van het nieuwe verbond (Hebr. 10:29, "het bloed van het verbond waardoor hij geheiligd was").
 
Zij genieten nu reeds van de zegeningen van het nieuwe verbond (2 Cor. 3:6), dat eenmaal door God met Juda en Israël zal worden opgericht; het zijn de zegeningen verbonden met de inwoning van de [[Heilige Geest]] (Rom. 8:23, vgl. Hebr. 10:29). Zij hebben ze als eerste gave ontvangen, terwijl bij de oprichting van het nieuwe verbond de Heilige Geest op al wat leeft zal worden uitgestort (Joël 2:28). 
 
De grondslag van het nieuwe verbond, het bloedig zelfoffer van Jezus Christus, is gereed. De bediening van de evangelist Paulus was een priesterlijke bediening van het ''nieuwe'' verbond, niet van het oude. Hij sprenkelt in figuurlijke zin het bloed van Christus op hen die in Hem geloven. Van de zijde van God is alles gereed, alleen de andere partij, Israël, moet nog toetreden. Vergelijk de bruiloft van de zoon van de koning in de gelijkenis van de bruiloft:<blockquote>''Mt 22:4 Opnieuw zond hij andere slaven uit en zei: Zegt aan de genodigden: Zie, mijn middagmaal heb ik <u>gereedgemaakt</u>, <u>mijn ossen en mijn gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed</u>; <u>komt</u> tot de bruiloft. (...) Mt 22:8 Toen zei hij tot zijn slaven: De bruiloft is wel <u>gereed</u>, maar de genodigden waren het niet waard;'' (TELOS)</blockquote>Wie in deze tijd, vóórdat Israël zich bekeert, toetreedt, krijgt deel aan de zegeningen van het nieuwe verbond.