Verenigde Naties: verschil tussen versies

324 bytes toegevoegd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 81:
'''2018.''' Op vrijdag 23 maart waarschuwde de Amerikaanse ambassatrice bij de Verenigde Staten, Nikki Haley, dat de VN-Mensenrechtenraad elke maand maart slechts twee sessies organiseert om te debatteren over schendingen van rechten en misbruiken – een voor Israël en een voor de rest van de wereld. Ze zei: “Wanneer de Mensenrechtenraad Israël slechter behandelt dan Noord-Korea, Iran en Syrië, is het de Raad zelf die dwaas is en zijn naam niet waard is … De acties van vandaag maken duidelijk dat de organisatie de geloofwaardigheid mist die nodig is om een ​​echte pleitbezorger voor de mensenrechten te zijn.”<ref>[https://brabosh.com/2018/03/25/pqpct-hc1/ VN-mensenrechtenraad neemt andermaal 5 anti-Israëlische resoluties aan], Brabosh.com, nieuwsbericht van 25 maart 2018. </ref> De Verenigde Staten stapten in 2018 uit de Raad, die volgens de toenmalige VN-ambassatrice "chronisch anti-Israëlisch" is. Ook Israël erkent de Raad niet.
 
'''2020.''' De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties publiceerde in februari een lijst van bedrijven die banden zouden hebben met Israëlische nederzettingen in de 'bezette' gebieden op de [[Westoever|Westelijke Jordaanoever]] (=Samaria en Judea): 112 bedrijven, waarvan 94 uit Israël, 4 uit Nederland en de rest uit andere landen. Volgens het internationaal recht en de VN zijn de nederzettingen illegaal.<ref name=":3">[https://nos.nl/artikel/2322701-vn-publiceert-lijst-van-bedrijven-met-banden-israelische-nederzettingen.html VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen], NOS.nl, nieuwsbericht van 12 feb. 2020.</ref> De lijst heeft geen juridische gevolgen. Nederland ontmoedigt bedrijven te investeren in Israëlische nederzettingen, maar verzette zich tegen publicatie van de lijst, omdat het vindt dat de VN zich hier buiten moet houden en omdat het een voorbeeld vindt van eenzijdige gerichtheid op Israël.<ref name=":3" />
 
Op 2 maart nam de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken in zijn toespraak bij de VN-Mensenrechtenraad in Genève opnieuw stelling tegen de anti-Israëlische vooringenomenheid van de raad. Hij noemde agendapunt 7, het vaste agendapunt waarbij enkel Israël bekritiseerd wordt, een voorbeeld van de vooringenomenheid.
 
== Meer informatie ==