Vergadering van Gelovigen: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
 
* [[Bijbelgetrouw]]
* doop door onderdompeling op bekering en geloof
* gerichtgerichtheid op de Heer Jezus, 'in Zijn naam vergaderd'
* afkeer van kerkelijke systemen
* formeel geen kerkgenootschap
Regel 21 ⟶ 22:
*vaak vierstemmige zang
* tamelijk hechte plaatselijke gemeenschap
* (meestal) volwassenendoop
* gerichtheid op de wederkomst van Christus
* verwachting van de opneming van de gemeente vóór de apocalyptische oordelen en de Grote Verdrukking
Regel 27:
* verwachting van een duizendjarig vrederijk, gevolgd door een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
 
'''Structuur en leiding.''' Een misvatting is dat de vergaderingen geen structuur of leiding kennen<ref>Remco van Mulligen, ‘We zijn gewend om iets te vinden’, in: ''Nederlands Dagblad'' (8 aug. 2020) zegt dat er in de vergadering "bewuste afwezigheid van structuur en leiding" is.<br /></ref>. Er zijn afspraken en regels, er is orde en er zijn een of meer groepen binnen een vergadering met bepaalde taken (kosterschap, financiële huishouding, besteding van giften, gebouwbeheer, jeugdwerk, crèche, enz). Een voorbeeld van in de tijd geregelde orde van een samenkomst: mededelingen, collecte, eredienst met avondmaalsviering, pauze, woordbediening, mededelingen. De hoogte leiding is waaraan men zich wil oriënteren is de leiding door de Geest, daarnaast is er menselijke leiding en menselijke gezag. De leiding is meestal niet geformaliseerd, maar berust op erkenning van de gave en ervaring die een wijze broeder heeft. Dit alles neemt niet weg dat in het samenkomen minder geregeld is dan in de meeste andere christelijke gemeenschappen. Zoals een zuster het ervaart: "Niet van tevoren weten wat er gaat gebeuren als je in een dienst zit. Dat vind ik heel krachtig. Welke boodschap wordt dit keer gebracht en door wie?"<ref name=":3">Aldus Lianne Portier-Medema, aangehaald in: Remco van Mulligen, ‘We zijn gewend om iets te vinden’, in: ''Nederlands Dagblad'' (8 aug. 2020).</ref>
 
'''Mondig, actief.''' De mogelijkheid voor iedere broeder om in de samenkomst te spreken, het bewustzijn van een gave aan de gemeente te zijn en medeverantwoordelijkheid te dragen voor het doen en laten van de groep, het meedenken bij het overwegen van besluiten, de waarde die aan getuigen en aan geestelijke groei (in genade en kennis van Gods Woord) wordt gehecht, maakt gelovigen relatief mondig en actief vergeleken met kerkelijke kringen waarin de meerderheid vooral een passieve en ontvangende rol spelen. Mondigheid en betrokkenheid leiden echter makkelijker tot discussies, moeilijkheden en soms tot scheuringen. Zoals iemand opmerkte: "We zijn gewend om iets te vinden. Daarom zie je dat veel mensen uit de Vergadering die in andere kerken zijn beland ook daar weer actief een eigen inbreng hebben."<ref name=":3" />