Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
 
(56 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
De '''geschiedenis van de vervolging van christenen''' begint al kort na de [[hemelvaart]] van de [[Heer Jezus]]. Vanaf het begin van Christus' [[gemeente]] (in [[Jeruzalem]]) tot op de huidige dag worden christenen [[Vervolgen|vervolgd]].
 
== Joodse vervolgingen ==
De eerste vervolging van de gelovigen greep plaats in het Heilige Land, tegen de gemeente van Christus in Jeruzalem. Nadat Stefanus, de eerste bloedgetuige onder de leerlingen van de Heer Jezus Christus, gedood was, met instemming van Saulus, brak er een grote vervolging uit.<blockquote>''Hnd 8:1 Saulus nu stemde ermee in, dat hij werd gedood. Er ontstond nu in die tijd een grote vervolging tegen de gemeente die in Jeruzalem was; en allen werden verstrooid door de landstreken van Judea en Samaria, behalve de apostelen. (...) Hnd 8:3 Saulus echter verwoestte de gemeente, terwijl hij huis na huis binnenging en mannen en vrouwen meesleepte, en hij leverde hen over in de gevangenis. (TELOS)''</blockquote>De vervolging had weliswaar ''verstrooiing'' tot gevolg, maar geen ''verstomming''. Want: <blockquote>''Hnd 8:4 Zij dan die verstrooid waren, gingen het land door en verkondigden het woord. (TELOS)''</blockquote>In de eerste drie eeuwen werden de christenen in het Romeinse rijk vervolgd. De Romeinse keizers vervolgden hen van 64 tot 305, doch met lange tussenpozen: van 211 tot 235, van 240 tot 257 en van 260 tot 303. Niet weinige geloofsgetuigen stierven een gewelddadige, smartvolle, bloedige dood (zie [[Bloedgetuige]], [[Martelaar]]). 
Jezus waarschuwde zijn leerlingen dat zijn leerlingen door Joden en heidenen zouden worden vervolgd. <blockquote>''Markus 13:9  Kijkt u echter uit voor uzelf; zij zullen u overleveren aan raadsvergaderingen en <u>in synagogen zult u worden geslagen</u> en voor stadhouders en koningen zult u worden gesteld ter wille van Mij, tot een getuigenis voor hen;'' ''13:10  en aan alle volken moet eerst het evangelie worden gepredikt.'' (Telos)</blockquote>Destijds waren in het land van Israël de stadhouders Romeinen, de koningen leden van het koningshuis van Herodes.
 
De eerste vervolging van de gelovigen greep plaats in het Heilige Land, tegen de gemeente van Christus in Jeruzalem. Nadat Stefanus, de eerste bloedgetuige onder de leerlingen van de Heer Jezus Christus, gedood was, met instemming van Saulus, brak er een grote vervolging uit.<blockquote>''Hnd 8:1 Saulus nu stemde ermee in, dat hij werd gedood. Er ontstond nu in die tijd een grote vervolging tegen de gemeente die in Jeruzalem was; en allen werden verstrooid door de landstreken van Judea en Samaria, behalve de apostelen. (...) Hnd 8:3 Saulus echter verwoestte de gemeente, terwijl hij huis na huis binnenging en mannen en vrouwen meesleepte, en hij leverde hen over in de gevangenis. (TELOS)''</blockquote>De vervolging had weliswaar ''verstrooiing'' tot gevolg, maar geen ''verstomming''. Want: <blockquote>''Hnd 8:4 Zij dan die verstrooid waren, gingen het land door en verkondigden het woord. (TELOS)''</blockquote>Later, toen Saulus bekeerd en wedergeboren was en tot gezant (apostel) van Christus was geroepen, bekende hij: <blockquote>''Hnd 26:11  En door al de synagogen heb ik hen dikwijls gestraft, en gedwongen te lasteren; en boven mate tegen hen woedende, heb ik [hen] vervolgd, ook tot in de buiten [landse] steden.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Co 15:9  Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden, daarom dat ik de Gemeente Gods vervolgd heb.'' (Telos)</blockquote>Ook buiten Jeruzalem, in het Romeinse rijk, ondervonden de christenen tekenkanting en vervolging van de zijde van Joden, bijvoorbeeld in Thessalonika. <blockquote>''Hnd 17:5  De Joden echter werden jaloers, namen enige boze mannen van het gepeupel te hulp, veroorzaakten een volksoploop en brachten de stad in tumult; en zij kwamen op het huis van Jason af en trachtten hen voor het volk te brengen. Hnd 17:6  Toen zij hen echter niet vonden, sleepten zij Jason en enige broeders voor de stadsbestuurders en riepen: Dezen, die het aardrijk in oproer brengen, zijn ook hier gekomen, Hnd 17:7  en Jason heeft hen opgenomen; en dezen handelden allen tegen de verordeningen van de keizer door te zeggen dat er een andere koning is: Jezus. Hnd 17:8  En zij brachten de menigte en de stadsbestuurders, die dit hoorden, in verwarring. Hnd 17:9  En toen zij van Jason en de overigen een borgtocht hadden ontvangen, lieten zij hen gaan.'' (Telos)</blockquote>
'''Tiental.''' Onder de heidense keizers van Rome hebben meerdere bloedige vervolgingen van de christenen plaatsgevonden<ref>Ontleend aan: Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. </ref>. De geschiedenis maakt melding van zeer vele martelaren, die, om de getuigenis van Jezus Chris­tus, in deze wrede vervolging door de Romeinse keizers op verschillende wijzen werden omgebracht, en wel in onderscheidene landen en koninkrijken, die hieronder allen niet zullen vermelden. De volgende beschrijving is genoeg, om ieder de onmenselijke tirannie en wreedheid te tonen, door de heidense keizers jegens de vrome christenen en oprechte belijders van de christelijke waarheid gepleegd.
 
== Tiental Romeinse vervolgingen ==
Het aantal van deze vervolgingen wordt gewoonlijk op tien geschat. Augustinus en Sulpitius Severus hebben deze overlevering gevestigd. Hierbij heeft men op het oog gehad de overeenkomst met de tien plagen van Egypte en de tien horens van het apocalyptische beest-uit-de-zee (Opb. 18: 1-4), waaronder men de tien kerkvervolgers verstond.
In de eerste drie eeuwen werden christenen in het Romeinse rijk vervolgd. De Romeinse keizers vervolgden hen van 64 tot 305, doch met lange tussenpozen: van 211 tot 235, van 240 tot 257 en van 260 tot 303. Niet weinige geloofsgetuigen stierven een gewelddadige, smartvolle, bloedige dood (→ [[Bloedgetuige]], [[Martelaar]]). 
 
De geschiedenis maakt melding van zeer vele martelaren, die, om de getuigenis van Jezus Chris­tus, in de wrede vervolgingen door de Romeinse keizers op verschillende wijzen werden omgebracht, en wel in onderscheidene landen en koninkrijken. De volgende beschrijving is genoeg, om ieder de onmenselijke tirannie en wreedheid te tonen, door de heidense keizers jegens de vrome christenen en oprechte belijders van de christelijke waarheid gepleegd.
 
Het aantal van deze vervolgingen wordt gewoonlijk op tien geschat. Augustinus en Sulpitius Severus hebben deze overlevering gevestigd. Hierbij heeft men op het oog gehad de overeenkomst met de tien plagen van Egypte en de tien horens van het apocalyptische [[Beest uit de zee|Beest]] (Opb. 18: 1-4), waaronder men de tien kerkvervolgers verstond.
 
Men onderscheidt de volgende vervolgingen:
# De eerste vervolging onder keizer Nero (keizer 54-68), in de jaren 64 - 67<ref name=":0">H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. </ref>.
# De tweede vervolging onder Domitianus (keizer 81 - 96);
# De derde vervolging onder Trajanus (keizer 98 - 117);
# De vierde vervolging onder Marcus Aurelius (keizer 161-180) en Commodus (keizer 177-192) (2e helft van de 2e eeuw);
# De vijfde vervolging onder keizer Septimus Severus (keizer 193-211);
# De zesde vervolging onder keizer Maximinus;
# De zevende vervolging onder keizer Decius (keizer 249-251 n.C.);
# De achtste vervolging onder de keizers Valerianus en Gallienus;
# De negende vervolging christenen onder keizer Aurelianus;
# De tiende grote en bloedige vervolging van de christenen, begonnen onder de keizers [[Diocletianus]] en Maximianus, en voortgezet onder Maxentius, Licinius en Maximinus, tot in het zevende jaar van Constantinus (of Constantijn) de Grote. 
Hieronder wordt van enkeledeze tien vervolgingen iets meegedeeld.
 
== 1e eeuw ==
Regel 84 ⟶ 90:
De zevende vervolging van de christenen begon in 249. Het was een zeer grote en wrede vervolging, en wel onder de regering van keizer Decius, die regeerde van 249-251. Decius vervolgde uit ''politiek'', van 249 - 250. Hij wilde de oude Romeinse wereldmacht herstellen op de grondslag van de oude Romeinse godsdienst. In zijn oog was het christendom de gevaarlijkste vijand van de Romeinse staat. Door algemene wetten wilde hij het christendom uitroeien. „Liever - zei hij - een mede-keizer in Rome, dan een paus.”<ref>Cyprianus, Ep. 52. Aangehaald door H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk'' (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 42. </ref>
 
Het christendom moest dus vernietigd, alle christenen tot offeren aan de afgoden en aan de keizer gedwongen worden. Door openbare, langdurige martelingen trachtte men de christenen tot afval te brengen. Men wilde geen martelaren meer maken, maar apostaten (afvalligen). Daarin slaagde men niet zelden.
 
Christenen werden in vier groepen onderscheiden.
 
# ''Libellatici'': die een libellum kochten, een certificaat dat verklaarde dat zij hadden op de voorgeschreven wijze hadden geofferd of daartoe bereid waren;
# ''Thurificati'': die wierook brandden;
# ''Sacrificati'': die offerden;
# ''Confessores'': die belijdenis deden, de belijders.
 
In deze tijd was er een hevige discussie in de kerk of de gevallen christenen wel terug mochten in de kerk.
 
Sommigen dachten dat hij de vervolging beval uit haat jegens keizer Filippus, die de christelijke godsdienst had aangenomen. Maar Cyprianus, die in die tijd leefde, schrijft de aanleiding tot deze vervolging aan de christenen zelf toe. ''"Men moet (zegt hij) het inzien en belijden, dat de grimmige en vernielende benauwdheid, die onze kudde voor het merendeel verwoest heeft en nog zonder ophouden verwoest, om onze zonden ons is overkomen, omdat wij de weg des Heeren niet bewandelen, en de hemelse geboden ons tot onze zaligheid gegeven, niet bewaren. Onze Heere heeft de wil Zijns Vaders volbracht, en wij volbrengen de wil van onze Heere niet. Ieder onzer benaarstigt zich om geld en goederen te vergaderen, de hovaardij na te jagen; men maakt zich schuldig aan afgunst en tweedracht, verzaakt de eenvoudigheid en verloochent de boze wereld alleen niet woorden en niet met daden, behaagt zichzelf en mishaagt allen. Wij worden aldus geslagen, gelijk wij verdienen; want welke plagen, welke slagen verdienen wij niet?"'' etc.
Regel 90 ⟶ 105:
En elders schrijft hij: ''"Indien men de oorzaak van de jammer en het ongeluk kent, zal men gemakkelijk een geneesmiddel vinden voor de wond. De Heere heeft Zijn huisgezin willen beproeven; en, aangezien de langdurige vrede, de lering en tucht, die ons van de hemel gegeven waren, bedorven had, zo heeft de hemelse straf het onmachtige, ja bijna had ik gezegd het slapende geloof, wederopgewekt. En, daar wij door onze zonden nog meer verdienden te lijden, heeft nochtans de allerbarmhartigste Heere zo genadig met ons gehandeld, dat al wat er is geschied, veeleer een bezoeking scheen dan een vervolging. Ieder benaarstigde zich, om zijn bezittingen te vermeerderen, en men vergat wat de gelovigen of de Christenen in de tijd der Apostelen. gedaan hebben, of altijd behoorden te doen; men wendde, integendeel, alle naarstigheid aan, om als door een onverzadigbare brand van gierigheid de rijkdommen op te hopen en te vermeerderen. Onder de priesters vond men geen behoorlijken ijver om God te dienen; onder de dienaars geen oprecht geloof, in de werken geen barmhartigheid, in de zeden geen tucht."'' Tot dusverre Cyprianus.
 
In deze bloedige vervolging werden vele Christenen, uit de aanzienlijken en uit de lage stand, in vele landen en steden van het gehele keizerrijk onder ongehoorde pijnigingen ter dood gebracht. Van de martelaren kunnen genoemd worden: [[Alexander van Jeruzalem|Alexander]], opziener van de gemeente te Jeruzalem; [[Babylas van Antiochië|Babylas]], opziener van de gemeente te Antiochië. Alexandrië was als het ware de schouwplaats van alle tirannie. Daar werd onder anderen omgebracht [[Epimachus]] (252), de bejaarde man [[Metranus van Alexandrië|Metranus]], de vrouw [[Coïntha van Alexandrië|Coïntha]], de bejaarde maagd Apollonia, en Serapion.
 
Onmenselijk was de marteling van de Godgewijde maagd Agatha, een aanzienlijke vrouw van het eiland Sicilië. Nadat zij lang gefolterd, met fakkels geschroeid, gruwelijk verminkt, boven gloeiende kolen geblakerd en op potscherven gewenteld was, stierf zij eindelijk (ca. 250) in de kerker met de woorden: „Heer, die mij van de jeugd af bewaard, de liefde tot de wereld van mij weggenomen en mij over alle folteringen hebt doen zegevieren, neem mij op in uw eeuwige woning.”<ref name=":2" />
Regel 96 ⟶ 111:
Ook de geleerde [[Origenes]] werd te Tyrus gruwelijk gepijnigd, zodat hij enige jaren later, ca. 254, aan de gevolgen van de doorstane mishandelingen bezweek.
 
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257.
Na een jaar schorste de keizer de uitvoering van zijn edikt. Nu volgde een periode van rust tot 257, toen Valerianus I, Romeins keizer van 253 tot 260, een minder bloedige, doch meer doordachte vervolging inzette. De tovenaar Macrianus was zijn boze genius. De vervolging was vooral gericht tegen de christelijke Romeinse adel. Op de weigering aan de Romeinse goden te offeren volgden verbanning, verbeurdverklaring van goederen en terechtstelling. [[Cyprianus]] van Carthago was een van de slachtoffers evenals de diaken Laurentius. De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus, Romeins keizer van 253 tot 268, beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref>
 
=== Achtste vervolging ===
De achtste vervolging vond plaats onder de keizers Valerianus I (keizer 253 - 260 n.C.) en Gallienus (keizer 256 - 258 n.C.). EenValerianus eersteI edictzette verboodin de257 bijeenkomsteneen vanminder debloedige, christenendoch enmeer hetdoordachte betredenvervolging vanin. deDe begraafplaatsentovenaar enMacrianus godshuizenwas opzijn straffeboze vangenius. onthoofding,De Ookvervolging geboodwas hetvooral aangericht alletegen opzieners,de oudstenchristelijke enRomeinse dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanningadel. Een tweede edict verordendeOp de terechtstellingweigering vanaan de heleRomeinse 'geestelijkheid',goden terwijlte deofferen ambtenarenvolgden uitverbanning, hun ambt ontzet,verbeurdverklaring van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden wordenterechtstelling. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
 
Een eerste edict verbood de bijeenkomsten van de christenen en het betreden van de begraafplaatsen en godshuizen op straffe van onthoofding, Ook gebood het aan alle opzieners, oudsten en dienaren (diakenen) te offeren op straffe van verbanning. Een tweede edict verordende de terechtstelling van de hele 'geestelijkheid', terwijl de ambtenaren uit hun ambt ontzet, van hun goederen beroofd, en, indien zij volhardden, onthoofd zouden worden. Hun vrouwen en kinderen werden verbannen. Ontelbaar velen van elke stand en leeftijd ondergingen de marteldood.
 
'''258.''' In deze vervolging stierven te Carthago de opziener en kerkleraar [[Cyprianus]] (258 n.C.). In datzelfde jaar stierf in Rome de marteldood opziener ('paus') Sixtus II samen met vier diakens. Drie dagen later onderging de diaken [[Laurentius van Rome|Laurentius]] daar de marteldood. 153 christenen werden in ongebluste kalk geworpen.
[[Bestand:Laurentius te Rome verbrand.jpg|geen|miniatuur|940x940px|Laurentius te Rome op een rooster verbrand (of werd hij onthoofd?)]]
De vervolging, begonnen in 257, werd in 260 door Gallienus (keizer van 253 tot 268), beëindigd.<ref>https://nl.wikipedia.org/wiki/Valerianus_I#Christenvervolging Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 3 maart 2019.</ref> Hij was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).
 
'''269.''' Op 14 februari 269 werd een priester, genaamd Valentinus, onthoofd, omdat hij de bevelen van de Romeinse keizer Claudius II, dat Romeinse soldaten niet mochten trouwen, negeerde. Hij sloot huwelijken in het geheim en werd na verloop van tijd betrapt.
Gallienus, (keizer 260 - 260 n.C.) was de christenen gunstig gezind. De verbeurd verklaarde goederen en de begraafplaatsen werden teruggegeven, de godsdienstoefeningen, behoudens enige beperkingen, toegestaan (tolerantie-edict).
 
=== Negende vervolging ===
Regel 126 ⟶ 145:
In het jaar 302 na Christus' geboorte, in het 19e jaar der regering van keizer [[Diocletianus]], gaf deze bevel tot een grote en wrede vervolging van de christenen. Van deze vervolging, die de tiende genoemd wordt, zegt de gelovige schrijver [[Sulpicius Severus]] (leefde 363 — ca. 422) het volgende: 
''Omtrent 50 jaren na hem'' (te weten, keizer Valerianus)'', onder de regering van Diocletianus en Maximianus, brak de allerhevigste vervolging uit, die tien jaren achtereen Gods volk plaagde. In die tijd was genoegzaam de gehele wereld be­smet met het heilig bloed van de martelaren, want men liep als om strijd tot deze heerlijke en beroemde martelingen. Door op een waardige en heerlijke wijze te sterven, werd toen de eer, die een martelaar toekomt, met grotere ijver gezocht, dan men nu, door ongepaste en zondige eergierig­heid gedreven, de bisschoppelijke ambten najaagt. De wereld werd nimmer door enige oorlog meer onderdrukt; nimmer hebben wij met groter triomf overwinningen behaald, dan toen wij door tienja­rige verdrukking en geweld toch niet konden overwonnen worden.'' 
Diocletianus wilde het christendom uitroeien door: 1e liquidatie van de kerkelijke leiding; 2e verwoesting van alle kerken; 3e vernietiging van alle christelijke literatuur; 4e uitroeien (vermoorden) van alle christenen.
 
In deze vervolging werd Diocletianus ook aange­zet en geholpen door zijn mederegent [[Maximianus]]. Diocletianus woedde tegen de christenen in het oosten, Maximianus tegen die in het westen van het rijk. Eerst woedde Diocletianus tegen de christensoldaten, die reeds een groot deel van het leger uitmaakten. Een geheel legioen, met de gelovige Mauritius aan het hoofd, werd ter dood gepijnigd<ref>Dat was het Thebaanse legioen (Legio Thebaïca), volgens de overlevering in het Egyptische Thebaïs gerecruteerd, en dat geheel bestond uit christenen. Het werd ± 300 bij Agaunum (Saint-Maurice in het Zwitserse kanton Wallis) gemarteld, omdat het, onder aanvoering van de gelivige Mauritius, weigerde de christenen te vervolgen. Volgens een latere overlevering zouden ook Gereon met 318 gezellen te Keulen en Victor met 330 gezellen te Xanten en een groot aantal Trierse martelaren tot het Thebaanse legioen behoord hebben. De oudste legende van bisschop Eucherius van Lyon (± 400) bewijst in elk geval, dat in Agaunum een groot aantal Romeinsche soldaten de marteldood geleden hebben.</ref>. In het jaar 303 echter begon de algemene vervolging. Edikt volgde op edikt. Het eerste beval de verwoesting van alle christenkerken en het verbranden van de heilige boeken, het tweede verordende de kerkering van alle opzieners en ouderlingen; het derde bedreigde alle gelovigen die weigerden aan de goden te offeren, met pijnbank en dood. Het vierde, dat in 304 verscheen, gebood op doodstraf aan alle christenen het offeren aan de afgoden. Op de strengste wijze werden deze edikten door meedogenloze rechters en beulen uitgevoerd. Men wedijverde in het uitdenken van nieuwe en immer pijnlijker folteringen.
 
Regel 212 ⟶ 233:
 
mestede </ref>. Met ongeveer honderd medegelovigen, inclusief Ustazades, werd Simeon ter dood gebracht door onthoofding. Hij moest toekijken naar de onthoofding van de christenen die samen met hem veroordeeld waren; hij bad voor iedereen, moedigde elke martelaar aan om trouw te zijn. Hij versterkte de martelaren versterkt met de hoop op de toekomstige opstanding, en met het onvermengd genot van de godzaligheid, dat hij krachtig met de Schrift bewees. Hij zei: "''Zó te sterven is een waarachtig leven; maar God te ver­zaken is een gewisse dood. Al worden wij ook door niemand gedood, wij moeten toch eens ster­ven; want dit is het einde van allen die geboren zijn en leven. Daarna volgt de eeuwigheid, die voor ieder echter niet hetzelfde wezen zal, want ieder ontvangt loon naar wat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Onder alle schatten is er geen beter of zaliger dan te sterven voor de naam van God''." Onder deze toespraak van Simeon, gingen zij moedig de dood te gemoet. Simeon zelf was toen de laatste die werd terechtgesteld.<ref>Zie https://www.heiligenlexikon.de/MRFlorilegium/17April.html</ref>
[[Bestand:Gordianus.jpg|miniatuur|Onthoofding van Gordianus (362)]]
'''362.''' In Rome werd [[Gordianus]], een rechter, gemarteld en onthoofd.
 
== 11e eeuw ==
In het land Israël worden christenen, ook pelgrims, verdrukt door moslims. Om de verdrukking te bestrijden en het heilige land te bevrijden van de moslimheerschappij organiseert de Kerk [[kruistochten]]. De eerste begint in het jaar 1096.
 
== 13e eeuw ==
Regel 217 ⟶ 243:
 
== 15e eeuw ==
Veel gelovigen in de eerste tijd van de hervormingsbeweging waren nog weinig verlicht, en verdroegen toch velerlei martelingen met standvastigheid. Door het lange tijdsverloop zijn vele namen van hen verloren ge­gaan. De onderdrukking door de zogenaamde geestelijkheid strekte zich uit tot de burgers en de mindere standen, en zelfs priesters en bisschoppen bleven niet van de verdrukking verschoond.
'''1415.''' In de Duitse stad Konstanz wordt de Boheemse priester [[Johannes Hus]], na kwellende gevangenschap, door het Concilie van Constanz<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Concilie_van_Konstanz</ref> (1414-1818) veroordeeld en ondanks het beloofde vrijgeleide van de keizer, op de brandstapel verbrand.
 
'''1415.''' In de Duitse stad Konstanz wordt de Boheemse priester [[Johannes Hus]], na kwellende gevangenschap, door het Concilie van Constanz<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Concilie_van_Konstanz</ref> (1414-1818) veroordeeld en ondanks het beloofde vrijgeleide van de keizer, op de brandstapel verbrand.
[[Bestand:Johannes Hus te Constanz verbrand.jpg|geen|miniatuur|940x940px|Johannes Hus te Konstanz verbrand.]]
'''1416.''' In Konstanz wordt de Boheemse geleerde [[Hiëronymus van Praag]], een geestverwant van Johannes Hus, verbrand, na veroordeeld te zijn op het Concilie van Konstanz.
 
Regel 247 ⟶ 275:
Ambrosius echter, pastoor te Hiadisko , die daar tegenwoordig was, verzocht dat zij aan hem zouden overgegeven worden. Hij nam hen mee naar Hia­disko, hield hen daar vijftien dagen gevangen, en poogde op verschillende wijzen hen tot bekentenis en herroeping van hun dwalingen , zoals hij meende, te brengen. Maar hij bevond dat zij standvastiger waren dan hij dacht, en zond hen naar de Tsjechische stad Raudnitz. Daar werden zij in een duistere gevangenis gezet, waar zij gedurende twee maanden, zonder dat iemand toegang tot hen had, vertoefden, en op onderschei­dene wijzen werden gepijnigd. Men brandde hun gaten in het lichaam, totdat de ingewanden er ge­deeltelijk uithingen, opdat zij bekennen zouden waar zij deze dwalingen hadden geleerd, wie hun geest­verwanten te Praag waren, terwijl men hen trachtte te dwingen enige namen van de zodanigen bekend te maken. Toen zij aangespoord werden, dat zij van de weg der dwaling tot de waarheid zouden terugkeren, antwoordden zij al lachende: "''Niet wij, maar jullie moeten er aan denken om terug te keren; want jullie zijn van Gods Woord tot de be­driegerijen van de antichrist afgedwaald, en jullie bidden het schepsel aan in plaats van de Schepper''".
 
Als zij tot de strafplaats, waar het vuur ont­stoken was, werden geleid; vermaanden de mispriesters hen dat zij het volk zouden verzoeken voor hen te bidden, waarop zij ten antwoord gaven: "Wij hebben die gebeden niet nodig. Doch chris­tenen, bidt voor uzelf en voor hen die u ver­leiden, dat de allergenadigste Vader geve, dat u de duisternis mag verlaten". Op de gerechtsplaats aangekomen werden zij beiden in één vat gesloten en verbrand. Dit gebeurde op de 21ste augustus in het jaar van onze Heer 1421.<ref name=":6">Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt. </ref>[[Bestand:The burnyng of William White.gif|miniatuur|De verbranding van William White (1428)]]'''1423.''' 2 maart. [https://en.wikipedia.org/wiki/William_Taylor_(Lollard) William Taylor], godgeleerde en priester, wordt te Smithfield, Engeland, als ketter ([[lollard]]) verbrand.
 
'''1423.''' 2 maart. [https://en.wikipedia.org/wiki/William_Taylor_(Lollard) William Taylor], godgeleerde en priester, wordt te Smithfield, Engeland, als ketter ([[lollard]]) verbrand. [[Bestand:The burnyng of William White.gif|miniatuur|De verbranding van William White (1428)|418x418px]]
 
'''1424.''' Jan Draandorp, een edelman uit de Duitse stad Meissen, in Saksen, wordt om de belijdenis van de goddelijke waarheid, te Worms omgebracht.<ref name=":1" />
 
Regel 256 ⟶ 287:
'''1430.''' Richard Hoveden, een eenvoudige ambachtsman te Londen, wordt als ketter ([[lollard]]) veroordeeld en bij de Tower te Londen verbrand.
 
'''1431.''' [https://en.wikipedia.org/wiki/Thomas_Bagley_(priest) Thomas Bagley], een [[vicaris]]-priester van de pa­rochie te Momenden (thans Manuden), in het Engelse graafschap Essex, was een voortreffelijk leerling en aanhanger van John WiclifWyclif. Hij werd in 1431 door de bisschoppen te Londen ver­oordeeld en ontwijd. Hij "werd ervan beschuldigd te hebben verklaard dat als een priester in het sacrament brood tot God maakte, hij een God maakte die door ratten en muizen kan worden gegeten; dat de farizeeën van die tijd, de monniken en de nonnen en de broeders en alle andere bevoorrechte personen die door de kerk werden erkend, ledematen van Satan waren; en die oorbiecht aan de priester was niet de wil van God maar van de duivel."<ref>Aangehaald in: https://www.executedtoday.com/2019/03/10/1431-thomas-bagley-lollard-martyr/</ref>. De [[lollard]] Beglay werd levend op het Smitsveld (Smithfield) te Londen verbrand. op 10 maart 1431.
 
[[Bestand:The burning of Tho. Rhedonensis.gif|miniatuur|Verbranding van Thomas Rhedon]]
 
'''1433.''' Pavel Kravař, ook genoemd Paul Craw of Paulus Craw, een arts<ref name=":5">Bron: https://blog.historicenvironment.scot/2021/04/trial-of-pavel-kravar/</ref>, ge­boren in het koninkrijk Bohemen, werd in de nabijheid van de stad St. Andries, in Schotland, gevangen genomen en beschuldigd, dat hij daar gekomen was om de leer van [[John Wyclif]] en [[Johannes Hus]] te verbreiden; om welke reden hij door de bisschop Hendrik (Henry Wardlaw<ref name=":5" />) ver­oordeeld werd, en aan de wereldlijke rechter overgegeven, om als ketter te worden verbrand. Dit gebeurde in het jaar 1433<ref>Zie https://www.jstor.org/stable/25529680. Andere genoemde jaartallen zijn 1431 en 1432. Het jaar is 1433 schijnt het meest waarschijnlijk. </ref>. De reden waarom hij veroordeeld werd was, aldus Haemstede<ref name=":4" />, dat hij moedig verwierp en verachtte het boze, afgodische denken van de pausgezinden, aangaande het sacrament van het avondmaal, de aanroeping van gestorven heiligen, de [[oorbiecht]] en andere dingen , die zij op schandelijke wijze in de christelijke gemeente hadden ingevoerd.
 
'''1436.''' Te Rome wordt de Franse monnik en priester [[Thomas Rhedon]], die Frankrijk had verlaten in de hoop in de godsdienstige hoofdstad een beter geestelijke leven te vinden, maar er vleselijke, goddeloze toestanden aantrof en deze in zijn toespraken bestraffend aanwees, daar werd hij wegens ketterij veroordeeld, gepijnigd en levend verbrand.
 
'''1453.''' Reijnold Pekocke, [[bisschop]] te Chichester, een plaats in het zuid-oosten van Engeland, werd door de valse bisschoppen in Engeland, om de belijdenis van de ware leer van het evangelie, op vreselijke wijze verdrukt. Nadat hij van zijn bisschoppelijke waar­digheid ontzet was, werd hij, zoals sommigen enigen hebben geschreven, tot aan zijn dood gevangen gehouden; ofschoon anderen menen dat hij in het geheim werd omgebracht in 1453.
 
'''1455.''' In dit jaar werd te Berlijn omgebracht - zo verhaalt de Engelse geschiedschrijver Baleüs - een zekere Mattheüs Hager, om de belijdenis van het evangelie, en omdat hij, zonder twijfel, de zaak van Johannes Hus in Duitsland voorstond.
 
'''1473.''' In dit jaar, tijdens de regering van koning Eduard de vierde, koning van Engeland van 1461-1483, werd Johannes Goose (wiens ook geschreven wordt als ''John Goose'' en ''Iohn Goose''), een zeer godzalig en standvastig dienaar van Christus, om de goddelijke waarheid, als een ketter veroordeeld, en in augustus op het plat van de Tower, of de gevangenis te Londen, levend verbrand.
 
'''1479.''' In de Duitse stad Mainz werd de Duitse theoloog en prediker [[Johannes van Wesel]] als ketter tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Hij stierf twee jaar later in 1481. Hij was een voorloper van de kerkhervormer [[Maarten Luther]].
 
'''1490.''' In Engeland bevond zich, zo verhaalt Haemstede<ref name=":6" />, een ridder genaamd Rogier Dule, die om de belijdenis en het voorstaan van de goddelijke waarheid, werd opgehangen en gewurgd, en wel in het jaar 1490.
 
'''1494.''' In het 9<sup><small>de</small></sup> jaar van de regering van Hendrik de zevende, koning van Engeland, werd, op de 28<sup><small>ste</small></sup> april, een zeer eerbare weduwe, Joan Boughton<ref>Zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/Joan_Boughton, en https://en.wikisource.org/wiki/Dictionary_of_National_Biography,_1885-1900/Boughton,_Joan</ref>, moeder van vrouwe Young, die meer dan tachtig jaren oud was, op het Smitsveld te Londen levend verbrand, omdat zij van de artikelen (geformuleerde geloofsuitspraken) van [[John Wyclif]] er acht vrijmoedig beleed en voorstond.<ref name=":6" />
 
'''1498.''' De Italiaanse monnik en boeteprediker [[Girolamo Savonarola]] wordt met zijn vrienden Fra Dominico en Silvestro op het marktplein van Florence opgehangen, waarna hun lijken werden verbrand en hun as in de rivier de Arno werd geworpen.
 
== 16e eeuw ==
'''1503.''' In het jaar 1503 werd te Salisbury levend ver­brand een zekere Richard Smart, en wel omdat men bevond dat hij de geschriften van [[John Wyclif]] gelezen en anderen geleerd had, dat het sacrament van het altaar niet het ware lichaam van Christus is, en ook omdat hij aan zekere John Stilman (zie hierna) de geschrif­ten van Wyclif had geleend.
 
'''1504.''' Onder de regering van Wladislaus II, koning van Bohemen (1471-1516), in het jaar onzes Heeren 1504, liet de baron van Schamberg, zes mannen behorende tot de rechtzinnigen, die zich toen ''Fratres unitatis'', dat is, ''Broeders der eendracht'', noemden, in het dorp Augesd hij Tusta gevangen nemen, en in de stad Bor veroordelen om verbrand te worden. Hun namen waren Matthias Prokop, schoenmaker, Johannes Shimonovita, wever, Bartholomeüs Icranovita, kuiper<ref>Volgens het woordenboek van ''Van Dale'' (2009) kan 'kuiper' betekenen: 1. vatenmaker, tonnenmaker; 2. haringpakker; 3. arbeider aan de papierkuip.</ref>, Johannes Herbeck, pottenbakker en de broeders Johannes en Nikolaas Madribka, bouwlieden. Toen zij naar de strafplaats geleid werden, vroeg de baron hun in welk geloof zij zo hardnekkig wilden sterven. “''In dat geloof''", zeiden zij, "''dat alleen rust op Jezus Christus, Die van God gegeven is als de enige Verzoener der wereld, de enige hoop en zaligheid van allen die in Hem geloven''."
 
Zij toonden zeer moedig hun vonnis te willen ondergaan. Toen de overste aan Nikolaas Madribka, die hij boven de anderen zeer genegen was, het leven beloofde, als hij slechts enige tijd van beraad, al was het ook een geheel jaar, eiste, antwoordde Nikolaas, na een ogenblik te hebben nagedacht, onmiddellijk, "''Ik wil liever met mijn andere broeders om de goddelijke waarheid sterven, dan hen na zulk een kleine tijd alleen te volgen"''; en zo betrad hij met de anderen de brandstapel.<ref name=":6" />
 
'''1507.''' In het jaar onzes Heeren 1507 werd Thomas Norice, geboren te Brochfort, in Suffolk, door de bisschop veroordeeld om levend verbrand te worden, omdat hij geweigerd had, de gestorvenen heiligen en hun beelden te aanbidden, of die te begroeten met het gebed van de Heer. Geduldig verdroeg hij dit lijden te Norwich en wel op de 31e maart.
 
'''1508.''' In Chepingsadbery, een stad in Engeland, werd in 1508 een zeer godzalige vrouw, om de belijdenis van het evangelie, ver­brand, en wel onder de regering van Hendrik de zevende, koning van Engeland (1485-1509). Haar naam is ons niet bekend. Zij was veroordeeld door Whytington, de kanselier van de bisschop. Nadat zij haar leven in de vuurdood gegeven had, vertrok het talrijke volk van de gerechtsplaats. Op de weg kwam opeens een stier aanlopen, die aan de hand van de slachter was ontsnapt. Het beest liep voorzichtig, alsof het mensen wilde vermijden, maar dan kwam het met zijn hoornen op de kanselier af, die zich voor de losgebroken stier in een hoekje had verborgen, en reet diens buik open, met dodelijke afloop.<ref>Zie een vollediger verslag in: [[Vervolging van christenen]]</ref>
 
'''1510.''' In dit jaar werden er te Norwich, in Engeland, om het artikel van het sacrament des altaars, twee personen levend verbrand, namelijk Thomas, een priester, en Thomas Bongay. De eerstgenoemde woonde in een klein stadje, Eckels genaamd. Daar werd hij ontwijd en naar Norwich gebracht om verbrand te worden. Terwijl hij, na zijn ontwijding, nog geruime tijd in de gevangenis vertoefde, liet hij zich door enigen overreden zijn geloof te verzaken. Toen hij later daarover berouw had, werd hem tot straf opgelegd dat hij van de gevangenis tot de gerechtsplaats, waar hij als een slachtoffer zijn leven zou eindigen, op zijn ontblote voeten op distels en dorens die weg moest afleggen.
 
Niet lang daarna werd ook Thomas Bongay, een eerzaam en hoog bejaard man, in de stad Norwich, tot de brandstapel veroordeeld, omdat hij sinds veertien jaren het sacrament van geen Roomse priester had willen ontvangen, daar hij van de mis, die hij voor afgodisch hield, een gruwel had.
 
'''1511.''' In dit jaar werd in Bohemen [[Andries Poliwka]], een burger die [[afgoderij]] in de Rooms-Katholieke Kerk hekelde, veroordeeld tot de vuurdood.
 
'''1512.''' Omstreeks dit jaar werd een hoog bejaard man, Pop genaamd, een wever van beroep, in het Belgische stadje Ayen, om de zaak (kwestie) van het [[sacrament des altaars]], met de vuurdood gestraft.
 
'''1518.''' In Engeland werd John Stilman aangeklaagd omdat hij zich uitsprak tegen het aanbidden van beelden, en daarvoor had hij Wickliff geprezen en gezegd dat hij een heilige in de hemel was; en dat diens boek ''Wyclif's Wicket'' een goed en heilig boek was. Stilman werd ondervraagd op verschillende punten en veroordeeld wegens ketterij. Kort daarna werd hij in het openbaar verbrand in Smithfield.
 
'''1523.''' Op 1 juli worden [[Hendrik Voes]] en [[Jan van Essen]], augustijner monniken die de Bijbelgetrouwe opvattingen van Luther zijn toegedaan, op een schavot te Brussel ontwijd en op een brandstapel openlijk verbrand. Zij zijn de eerste slachtoffers van de inquisitie in de Nederlanden die voor hun geloofsovertuiging op de brandstapel hun zielen aan de Heer offerden.
 
'''1524.''' Te Antwerpen wordt een priester, genaamd [[Nicolaüs van Antwerpen|Nicolaüs]], die Gods woord predikt en het evangelie standvastig belijdt, in een zak genaaid en bij de stadskraan in het water geworpen. [[Bestand:Klaus Hottinger Enthauptung Luzern.jpg|miniatuur|467x467px|Onthoofding van Klaus Hottinger te Lucern]]Omstreeks dit jaar werd Georgius, predikant te Halle, omdat hij het avondmaal van de Heer onder twee gestalten, te weten brood en wijn, bediende, onder opruiing van de priesters, door enige straatschenders gegrepen en niet ver van Asschenburg op jammerlijke wijze verbrand.
 
In maart werd te Lucern, Zwitserland, met het zwaard onthoofd de schoenmaker en radicale kerkhervormer [[Klaus Hottinger]]. Hij wordt beschouwd als de eerste martelaar van de [[Reformatie]] in Zwitserland.
 
In september werd in Wenen, in Oostenrijk, de burger [[Caspar Tauber]], die de christelijke vrijheid verdedigde en weigerde zijn opvatting te herroepen, onthoofd en zijn lichaam verbrand.
 
In hetzelfde jaar werd ook te Wenen een boek­binder, Georgius genaamd, om de belijdenis van de waarheid, door een zware straf op de brandstapel Gode opgeofferd.
 
Te Praag in Bohemen, werd ook nog een ander christen verbrand, omdat hij het goddeloze leven van de priesters en de kloosterbeloften vaar­wel had gezegd, en tot een eerlijk en Gode welbehagelijk leven in het huwelijk was overgegaan.
 
In december wordt te Heide, in Noordduitse landstreek Dithmarschen, de Augustijner monnik en lutherse prediker [[Hendrik van Zutphen]], die Nederland was geboren, tot de dood toe mishandeld.
[[Bestand:Jan de Bakker op de Brandstapel.jpg|miniatuur|426x426px|Jan de Bakker op de brandstapel (19e-eeuwse afbeelding)]]
In Dithmarschen werd ook, om de naam van Jezus Christus en zijn heilig Evangelie, gevangen genomen een zeker man Johannes ge­naamd. Deze heeft niet alleen grote smaadheid en verdriet geleden, maar werd ook, daar hij zich standvastig aan de Evangelische waarheid vasthield, ter dood gebracht.
 
'''1525.''' In juli wordt [[Johannes de Klerck]], een wolkammer, in de Franse stad Metz ter dood werd veroordeeld en op gruwelijke wijze omgebracht, omdat hij aldaar beelden die door het volk op afgodische wijze werden vereerd, had verbroken.
 
Op 6 september wordt pastoor [[Matthias Waibel]] bij de Duitse stad Leutkirch, Beieren onthoofd. Hij had kritiek op rooms-katholieke misstanden en verkondigde het evangelie.
 
[https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_de_Bakker Jan de Bakker], ook bekend onder de naam ''Jan van Woerden'' of in het Latijn ''Johannes Pistorius Woerdensis,'' was het eerste slachtoffer in de noordelijke Nederlanden die door een vonnis van de inquisitie in de Nederlanden op de brandstapel kwam. Hij werd verbrand op 15 september 1525.
 
In ditzelfde jaar werd de Duitse pastoor [[Wolfgang Schuch]] vals beschuldigd van het aanzetten tot ongehoorzaamheid aan de overheid. Om de waarheid van het evangelie werd hij verbrand in de stad Nancy, hoofdstad van het toenmalige hertogdom Lotharingen. [[Bestand:Foxe's Book of Martyrs - Tyndale.jpg|miniatuur|468x468px|William Tyndale's einde op aarde. ]]
 
In ditzelfde jaar werd er in de Duitse Boerenoorlog (1524-1525) een vroom predikant in zijn huis opgehangen.
 
'''1526.''' [[Peter Spengler]], een vrome en geleerde pastoor in Schlatt, een dorp in de Duitse streek Breisgau, wordt om het evangelie van Jezus Christus en om zijn Lutheranisme, veroordeeld en verdronken.
 
'''1536.''' Circa 6 okt. wordt William Tyndale, die de Bijbel in het Engels vertaalde, in Antwerpen opgepakt en te Vilvoorde, nabij de Belgische stad Brussel, wegens 'ketterij' gewurgd en vervolgens verbrand. Zijn laatste woorden zijn: "Heer, open de ogen van de koning van Engeland."
 
'''1555.''' Op 26 maart wordt de 19-jarige William Hunter als ketter verbrand, omdat hij weigerde de mis zoals voorgeschreven door koningin Mary. In plaats van aan de mis deel te nemen las hij de Bijbel. Hij stierf met Psalm 51 op zijn lippen en zei tegen zijn broer: "Ik ben niet bang."<ref>Bron: https://twitter.com/VOM_USA/status/1772660053448802399, bericht van Voice of the Martyrs USA, 26 maart 2024.</ref>
 
== 18e eeuw ==
'''1793.''' Op 16 nov. worden 90 katholieke priesters en nonnen in de rivier Loire verdronken, omdat zij 'vijanden' van de Franse Revolutie zijn. In de daaropvolgende weken worden op deze wijze meer dan 4000 mensen omgebracht in de zogenoemde 'nationale badkuip'.
 
== 20e eeuw ==
'''1900.''' Op 9 juli werden in de stad Taiyuan, de hoofdstad van de Chinese provincie Shanxi, 45 buitenlandse christenen voor de gouverneur Yuxian geleid, waarvan 33 protestanten en 12 Rooms-katholieken, benevens een aantal inlandse christenen. Op bevel van de gouverneur moesten ze onthoofd worden. Omstanders verwonderden zich over de standvastigheid en rust van de vreemdelingen. Op enkele kinderen na huilde niemand of maakte ook maar enig geluid. De eerste die onthoofd werd was de Engelse baptistenpredikant Farthing. "Zijn vrouw klampte zich aan hem vast, maar hij schoof haar vriendelijk terzijde en knielde voor de soldaten neer zonder een woord te zeggen. Met één klap van de beul werd hij onthoofd," verhaalt een verslag<ref>Arthur Smith, ''China in Convulsion'' (1901). Aangehaald in: https://www.harryknipschild.nl/harryknipschild.nl/?view=article&id=359:20-kaatje-dierckx-1866-1900-een-martelares-uit-ossendrecht </ref>. Ook deze vrouw en haar kinderen werden daarna onthoofd. Onder de Rooms-katholieken was de 34-jarige Nederlandse Kaatje Dierckx<ref>Over haar, zie https://www.harryknipschild.nl/harryknipschild.nl/?view=article&id=359:20-kaatje-dierckx-1866-1900-een-martelares-uit-ossendrecht en https://nl.wikipedia.org/wiki/Marie_Adolphine.</ref>. Een van de ter dood veroordeelde vrouwen zei: ''‘We kwamen allemaal naar China om u het goede nieuws en de redding door Jezus Christus te brengen. We hebben u geen kwaad gedaan, waarom behandelt u ons zo?''’ Na de terechtstelling werden sommige afgehouwen hoofden in kooien geplaatst, die in de poorten van de stadsmuur werden opgehangen. <blockquote>''Mt 10:18  en zowel voor stadhouders als koningen zult u geleid worden om Mij, tot een getuigenis voor hen en de volken. Mt 10:19  Wanneer zij u echter overleveren, weest niet bezorgd hoe of wat u moet spreken, want het zal u op dat uur gegeven worden wat u moet spreken;'' (Telos)</blockquote>
 
== 21e eeuw ==
'''1956.''' Op 8 januari worden vijf zendelingen - Jim Elliot, Pete Fleming, Ed McCully, Nate Saint en Roger Youderian - vermoord door de Waodani-stam in Ecuador. Later zullen vele van de moordenaars gelovig worden, en de hun stam zal een Bijbel in de eigen taal krijgen.
'''2016.''' [[Bestand:Open Doors Ranglijst Christenvervolging 2016.jpg|thumb|940x940px|''Kaart: Ranglijst christenvervolging 2016 (bron: Open Doors). In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.''|koppeling=https://christipedia.miraheze.org/wiki/Bestand:Open_Doors_Ranglijst_Christenvervolging_2016.jpg|alt=|geen]]'''2017.''' De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. In overwegend boeddhistische en hindoeïstische landen komt een religieus nationalisme op<ref>Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018.</ref>.
 
'''2016.''' [[Bestand:Open Doors Ranglijst Christenvervolging 2016.jpg|thumb|900x900px|''Kaart: Ranglijst christenvervolging 2016 (bron: Open Doors). In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.''|koppeling=https://christipedia.miraheze.org/wiki/Bestand:Open_Doors_Ranglijst_Christenvervolging_2016.jpg|alt=|geen]]'''2017.''' De invloed van islamitisch fundamentalisme neemt toe. In overwegend boeddhistische en hindoeïstische landen komt een religieus nationalisme op<ref>Bron: Nieuwsbrief Open Doors dd. 18 jan. 2018.</ref>.
 
'''2023.''' De verdrukking van christenen neemt sterk toe. 1 op de 7 christenen, oftewel 365 miljoen van hen, heeft er mee te maken. 4.998 christenen worden vermoord om hun geloof. 14.766 kerken en gebouwen worden aangevallen of in brand gestoken, met name in met name in Nicaragua, China en India. In Afrika, ten zuiden van de Sahara, vallen moslimstrijders doelgericht christenen aan.
 
[[Bestand:Open Doors ranglijst christenvervolging 2024.png|900x900px]]''Ranglijst christenvervolging 2024 van Open Doors, uitgegeven in het begin van het jaar 2024. In de donkerrood gekleurde landen is de verdrukking het zwaarst.''
 
Op de ranglijst christenvervolging van Open Doors met betrekking tot het jaar 2023 staan de volgende landen in de top tien: 1. Noord-Korea, 2. Somalië, 3. Libië, 4. Eritrea, 5. Jemen, 6. Nigeria, 7. Pakistan, 8. Soedan, 9. Iran, 10. Afghanistan.<ref>Bron: nieuwsbrief van Open Doors dd. 17 jan. 2024.</ref> Acht van deze landen hebben een moslimmeerderheid. Eritrea is overwegend 'christelijk' (70% van de bevolking) met een grote moslimminderheid (30%)<ref>Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Eritrea. Geraadpleegd 17 jan. 2024.</ref>, onder een dictatoriaal regiem dat de godsdienstvrijheid erg beperkt.
 
==Bronnen==
Regel 268 ⟶ 383:
 
H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. Enige tekst van blz. 37-47 is onder wijziging verwerkt in 2018-2019.
 
[[Christenvervolging]], een kort artikel eerder op Christipedia verschenen. Tekst hiervan is deels overgenomen op de huidige pagina en wel op 19 maart 2023.
 
== Voetnoten ==