Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 130:
Euplius van Catania in Sicilië, Italië, diaken, stierf ca. 304 als martelaar, omdat hij in het openbaar met de vier evangeliën rondliep en er voor belangstellenden uit voorlas. Toen hij weigerde aan de goden Apollo, Mars en Aesculapius te offeren, omdat hij alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest wilde eren, werd hij gruwelijk gefolterd en stierf<ref>[http://www.heiligen.net/heiligen/08/12/08-12-0304-euplius.php Euplius van Catania], Heiligennet, geraadpleegd 4 nov. 2018. Volgens Adrianus Haemstedius, aangehaald werk, werd hij onthoofd.</ref>. Rond 304 stierven ook Vitus van Sicilië (of van Lucanië)<ref>http://www.heiligen.net/heiligen/06/15/06-15-0304-vitus.php</ref> en Vincentius, diaken te Saragossa (Spanje)<ref>Zie https://www.heiligen.net/heiligen/01/22/01-22-0304-vincentius-valencia.php en https://nl.wikipedia.org/wiki/Vincentius_van_Zaragoza.</ref> de marteldood. In 304 of 305 onderging te Rome het 12- of 13-jarige meisje Agnes, om de naam van Christus, en wel onder stadhouder Sempronius, de marteldood.
 
'''305.''' In 305 dwong [[Galerius]] zowel [[Diocletianus]] als [[Maximianus]] tot afstand. Toen werd de vervolging nog heviger.
'''305.''' In 305, het derde jaar van de vervolging, werd zekere Lucius, een jongeman van 20 jaren, bij [[Caesarea Maritima|Caesarea]] in de zee geworpen en aldus omgebracht<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 46. </ref>. Dorothea, een maagd, werd onthoofd. Omstreeks 305 werd Januarius, opziener van de gemeente van God te Napels en te Benevento, in Pozzuoli - volgens de overlevering samen met andere christenen - onthoofd.
 
'''305.''' In 305, het derde jaar van de vervolging, werd zekere Lucius, een jongeman van 20 jaren, bij [[Caesarea Maritima|Caesarea]] in de zee geworpen en aldus omgebracht<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 46. </ref>. Dorothea, een maagd, werd onthoofd. Omstreeks 305 werd Januarius, opziener van de gemeente van God te Napels en te Benevento, in Pozzuoli - volgens de overlevering samen met andere christenen - onthoofd.
 
'''306.''' in het vierde jaar van de vervolging. op 28 oktober 306, in het vierde jaar werd [[Maxentius]], de zoon van keizer [[Maximianus]], Romeins keizer, hoewel niet erkend werd door de andere keizers. Hij regeerde tot 312. Het gebied onder zijn controle bestond uit Italië, Africa, Corsica en Sardinië. Maxentius evenaarde zijn vader [[Maximianus]] in wreedheid. In het begin van zijn regering gaf hij zich evenwel voor een christen uit, en gebood dat men de vervolging van de christenen zou staken, terwijl hij nochtans geen middelen onbeproefd liet, om hen te kwellen en verdriet aan te doen.
Regel 140 ⟶ 142:
In 307 of 308 stierf de marteldood Thea van Caesarea. Ze was met andere christenen in [[Gaza]] gearresteerd, overgebracht naar [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] en gemarteld. Bij het zien van de gruwelijke mishandeling van Thea, die tenslotte levend werd verbrand, schreeuwde een vrouw uit het publiek, Valentina genaamd: "Hoe lang denk je nog mijn zuster zo beestachtig te folteren?" Zij werd naar voren geleid en bekende christin te zijn. Daarop werd zij gedwongen op het altaar wierook te branden voor de Romeinse goden. Men bond haar handen tezamen, stak er brandende wierook tussen en sleepte haar naar het altaar. Dit trapte zij echter ondersteboven. Daarom moest ook zij de marteldood door het vuur ondergaan. Tenslotte werd ook een christen genaamd Paulus naar het schavot geleid. Toen de beul het zwaard ophief om hem het hoofd af te hakken, hield hij even in, omdat hij de veroordeelde hoorde bidden voor de bekering van de Joden, de Samaritanen, de heidenen, de rechter die de bevelen van de keizer uitvoerde, de keizer die de christenen vervolgde en voor de beul die op het punt stond hem te doden.<ref>[https://www.heiligen.net/heiligen/07/25/07-25-0307-thea.php Thea van Cesarea], Heiligen.net, geraadpleegd 19 mei 2019.</ref>
 
'''309.''' In 309, het zesde jaar van de vervolging, stierf als martelaar door onthoofding [[Pamphilus van Caesarea|Pamphilus]]<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben van Christus onzen zaligmaker af tot het jaar 1655. (Rotterdam: D. Bolle, 1881) blz. dateert zijn dood in 307, in het eerste jaar van keizer [[Maxentius]]. </ref>, ouderling te Caesarea. Omstreeks die tijd stierf door onthoofding ook Menas<ref>Informatie over hem is te vinden op Heiligen.net: http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0295-menas.php</ref>, een soldaat, afkomstig uit [[Egypte]]. Ca. 310 stierf in Alexandrië de hoogbegaafde maagd Catharina de marteldood<ref>Zij is bekend als Catharina van Alexandrië. Haar bestaan wordt echter betwijfeld. Zie https://de.wikipedia.org/wiki/Katharina_von_Alexandrien . Zie ook http://www.heiligen.net/heiligen/11/25/11-25-0310-catharina.php</ref>. [[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
 
'''312.''' In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
'''311'''. [[Galerius]] stierf. [[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
'''312.''' In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
 
'''313.''' In 3013 stonden in het Westen Constantijn (de zoon van Constantius Chlorus, en in edelmoedigheid hem gelijk) en [[Maxentius]] (zoon van [[Maximianus]], en in wreedheid het evenbeeld van zijn vader) tegenover elkaar. In het Oosten Licinius (zwager van Constantijn) en Maximinus. Maxentius kreeg de macht te Rome in handen. Hij verbande Marcellus, opziener van de gemeente van Christus te Rome, en Eusebius, opziener van dezelfde gemeente, en voerde te Rome een waar schrikbewind.
 
=== 2017 ===