Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
 
Men onderscheidt de volgende vervolgingen:
# De eerste vervolging onder keizer Nero, in de jaren 64 - 67<ref name=":0">H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. </ref>.
# De tweede vervolging onder Domitianus (keizer 81 - 96)
# De derde vervolging onder Trajanus (keizer 98 - 117)
Regel 124:
'''303.''' Onder de martelaren in het eerste jaar van de vervolging (303) zijn te noemen de lector Procopius van Scythopolis<ref>Ook genoemd Procopius van Caesarea, niet te verwarren met een latere naamgenoot. Over hem, zie het artikel http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, onthoofd te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]], de eerste martelaar onder Diocletianus<ref>Volgens http://www.heiligen.net/heiligen/07/08/07-08-0303-procopius-caesarea.php</ref>, verder de hofbeambte [[Petrus (hofbeambte)|Petrus]], de kamerheren [[Dorotheüs en Gorgoneüs]], [[Anthimus]] opziener te Nicomedië, Tyrannion opziener te Tyrus, Zenobius te [[Sidon]], Silvanus te [[Gaza]], secretaris [[Eustrathius]], de militair [[Georgius van Cappadocië]].
[[Bestand:Agnes van Rome schilderij in kathedraal van Pisa.jpg|miniatuur|Schilderij van Agnes in de kathedraal van Pisa, Italië. Ze wordt vaak met een lam afgebeeld.]]
'''304.''' In 303 of 304 (het tweede jaar van de vervolging) stierf te [[Antiochië (Syrië)]] de diaken [[Romanus van Caesarea]] een gruwelijke marteldood.
'''304.''' In 303 of 304 (het tweede jaar van de vervolging) stierf te [[Antiochië (Syrië)]] de diaken [[Romanus van Caesarea]] een gruwelijke marteldood. In 304 werden te Bologna (Italië) om hun geloof omgebracht [[Agricola en Vitalis|Agricola en zijn dienaar Vitalis]] en in Mérida (Spanje) de 13-jarige maagd [[Eulalia van Merida|Eulalia]]. Omstreeks deze tijd werd [[Cassianus van Imola|Cassianus]], onderwijzer te Imola (Italië), met priemen gestoken en omgebracht. Kort na 303 is mogelijk ook [[Albanus van Engeland]] onthoofd. In 304 stierf als martelaar Marcellinus<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Marcellinus</ref>, opziener van de gemeente te Rome. Victor van Milaan, of Victor de Moor (= zwart van huiskleur), was afkomstig uit Mauretanië (= ongeveer het noorden van het huidige Marokko en Algerije), was soldaat van de keizerlijke lijfwacht van het pretorium te Milaan. Omdat hij weigerde te offeren aan de Romeinse goden, werd hij met stokken afgeranseld, met vloeibare lood overgoten en tenslotte met het zwaard onthoofd<ref>[https://www.heiligen.net/heiligen/05/08/05-08-0304-victor.php Victor van Milaan], Heiligen.net. Geraadpleegd 19 mei 2019.</ref>.
 
In het land Israël werden, om de naam van Christus, ter dood gebracht: Fortunata, een maagd te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]], tezamen met haar broers Carponius, Evaristus en Priscianus<ref>Bron: https://www.heiligen.net/heiligen/10/14/10-14-0304-fortunata.php, geraadpleegd 21 juli 2019.</ref>.
In 304 werd [http://www.heiligen.net/heiligen/01/03/01-03-0304-gordius.php Gordius van Caesarea] (in [[Cappadocië]], in het huidige Turkije) gedood, nadat hij openlijk zijn geloof tijdens een volksfeest had beleden en hij gefolterd was om hem van zijn geloof af te brengen. Circa 304 werd te Rome de Godgewijde maagd Soteris, die weigerde de goden te offeren, geslagen en eindelijk onthoofd. [[Ambrosius van Milaan]], een verwante van haar, heeft haar martelaarschap beschreven.
 
'''304.''' In 303 of 304 (het tweede jaar van de vervolging) stierf te [[Antiochië (Syrië)]] de diaken [[Romanus van Caesarea]] een gruwelijke marteldood. In 304 werden te Bologna (Italië) om hun geloof omgebracht [[Agricola en Vitalis|Agricola en zijn dienaar Vitalis]] en in Mérida (Spanje) de 13-jarige maagd [[Eulalia van Merida|Eulalia]]. Omstreeks deze tijd werd [[Cassianus van Imola|Cassianus]], onderwijzer te Imola (Italië), met priemen gestoken en omgebracht. Kort na 303 is mogelijk ook [[Albanus van Engeland]] onthoofd. In 304 stierf als martelaar Marcellinus<ref>Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Marcellinus</ref>, opziener van de gemeente te Rome. Victor van Milaan, of Victor de Moor (= zwart van huiskleur), was afkomstig uit Mauretanië (= ongeveer het noorden van het huidige Marokko en Algerije), was soldaat van de keizerlijke lijfwacht van het pretorium te Milaan. Omdat hij weigerde te offeren aan de Romeinse goden, werd hij met stokken afgeranseld, met vloeibare lood overgoten en tenslotte met het zwaard onthoofd<ref>[https://www.heiligen.net/heiligen/05/08/05-08-0304-victor.php Victor van Milaan], Heiligen.net. Geraadpleegd 19 mei 2019.</ref>.
 
In 304 werd [http://www.heiligen.net/heiligen/01/03/01-03-0304-gordius.php Gordius van Caesarea] (in [[Cappadocië]], in het huidige Turkije) gedood, nadat hij openlijk zijn geloof tijdens een volksfeest had beleden en hij gefolterd was om hem van zijn geloof af te brengen. Circa 304 werd te Rome de Godgewijde maagd Soteris, die weigerde de goden te offeren, geslagen en eindelijk onthoofd. [[Ambrosius van Milaan]], een verwante van haar, heeft haar martelaarschap beschreven.
 
Euplius van Catania in Sicilië, Italië, diaken, stierf ca. 304 als martelaar, omdat hij in het openbaar met de vier evangeliën rondliep en er voor belangstellenden uit voorlas. Toen hij weigerde aan de goden Apollo, Mars en Aesculapius te offeren, omdat hij alleen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest wilde eren, werd hij gruwelijk gefolterd en stierf<ref>[http://www.heiligen.net/heiligen/08/12/08-12-0304-euplius.php Euplius van Catania], Heiligennet, geraadpleegd 4 nov. 2018. Volgens Adrianus Haemstedius, aangehaald werk, werd hij onthoofd.</ref>. Rond 304 stierven ook Vitus van Sicilië (of van Lucanië)<ref>http://www.heiligen.net/heiligen/06/15/06-15-0304-vitus.php</ref> en Vincentius, diaken te Saragossa (Spanje)<ref>Zie https://www.heiligen.net/heiligen/01/22/01-22-0304-vincentius-valencia.php en https://nl.wikipedia.org/wiki/Vincentius_van_Zaragoza.</ref> de marteldood. In 304 of 305 onderging te Rome het 12- of 13-jarige meisje Agnes, om de naam van Christus, en wel onder stadhouder Sempronius, de marteldood.
Regel 138 ⟶ 142:
In 306 stierf als martelaar te Alexandrië door onthoofding [[Phileas van Thmuïs|Phileas]], opziener van de gemeente te Thmuïs (Egypte). In datzelfde jaar <ref>Dit jaartal wordt genoemd door http://www.heiligen.net/heiligen/08/19/08-19-0306-timotheus.php. Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881) blz. 43, dateert de marteldood van Timotheüs, Thecla en Agapius in het tweede jaar van de vervolging, dat is in het jaar 304. </ref> stierven de marteldood omwille van Christus: Timotheus van Gaza, die in het vuur werd verbranding; Thecla, die in het theater aan de wilde dieren werd prijsgegeven; Agapius, die niet lang daarna in de buurt van [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] in zee werd gegooid en verdronk. In Tarsus, in de provincie Cilicië, werden van het leven beroofd de gelovige vrouwen Cyrenia en Juliana.
 
'''307.''' In 307, het vijfde jaar van de vervolging, stierven de marteldood Theodosia (of Theodora) van [[Tyrus]] (of van [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]]), een maagd van omtrent 18 jaren oud te Tyrus, die in de zee bij Caesarea werd verdronken<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben van Christus onzen zaligmaker af tot het jaar 1655. (Rotterdam: D. Bolle, 1881) blz. 47. Meer informatie over Theodosia op Heiligen.net: http://www.heiligen.net/heiligen/04/02/04-02-0307-theodosia.php.</ref>. In Alexandrië werd na vele martelingen onthoofd de jonge maagd Catharina.
 
In 307 of 308 stierf de marteldood Thea van Caesarea. Ze was met andere christenen in [[Gaza]] gearresteerd, overgebracht naar [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]] en gemarteld. Bij het zien van de gruwelijke mishandeling van Thea, die tenslotte levend werd verbrand, schreeuwde een vrouw uit het publiek, Valentina genaamd: "Hoe lang denk je nog mijn zuster zo beestachtig te folteren?" Zij werd naar voren geleid en bekende christin te zijn. Daarop werd zij gedwongen op het altaar wierook te branden voor de Romeinse goden. Men bond haar handen tezamen, stak er brandende wierook tussen en sleepte haar naar het altaar. Dit trapte zij echter ondersteboven. Daarom moest ook zij de marteldood door het vuur ondergaan. Tenslotte werd ook een christen genaamd Paulus naar het schavot geleid. Toen de beul het zwaard ophief om hem het hoofd af te hakken, hield hij even in, omdat hij de veroordeelde hoorde bidden voor de bekering van de Joden, de Samaritanen, de heidenen, de rechter die de bevelen van de keizer uitvoerde, de keizer die de christenen vervolgde en voor de beul die op het punt stond hem te doden.<ref>[https://www.heiligen.net/heiligen/07/25/07-25-0307-thea.php Thea van Cesarea], Heiligen.net, geraadpleegd 19 mei 2019.</ref>
 
'''313.''' In 3013 stonden in het Westen stonden Constantijn (de zoon van Constantius Chlorus, en in edelmoedigheid hem gelijk) en [[Maxentius]] (zoon van [[Maximianus]], en in wreedheid het evenbeeld van zijn vader) tegenover elkaar. In het Oosten Licinius (zwager van Constantijn) en Maximinus. Maxentius kreeg in 306 de macht te Rome in handen. Hij verbande Marcellus, opziener van de gemeente van Christus te Rome (gestorven 309), en Eusebius, opziener van dezelfde gemeente (gestorven 310), en voerde te Rome een waar schrikbewind.
'''309.''' In 309, het zesde jaar van de vervolging, stierf als martelaar door onthoofding [[Pamphilus van Caesarea|Pamphilus]]<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben van Christus onzen zaligmaker af tot het jaar 1655. (Rotterdam: D. Bolle, 1881) blz. dateert zijn dood in 307, in het eerste jaar van keizer [[Maxentius]]. </ref>, ouderling te Caesarea. Omstreeks die tijd stierf door onthoofding ook Menas<ref>Informatie over hem is te vinden op Heiligen.net: http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0295-menas.php</ref>, een soldaat, afkomstig uit [[Egypte]]. Ca. 310 stierf in Alexandrië de hoogbegaafde maagd Catharina de marteldood<ref>Zij is bekend als Catharina van Alexandrië. Haar bestaan wordt echter betwijfeld. Zie https://de.wikipedia.org/wiki/Katharina_von_Alexandrien . Zie ook http://www.heiligen.net/heiligen/11/25/11-25-0310-catharina.php</ref>.
 
'''309.''' In 309, het zesde jaar van de vervolging, stierf als martelaar door onthoofding [[Pamphilus van Caesarea|Pamphilus]]<ref>Adrianus Haemstedius, ''Historie der martelaren''; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben van Christus onzen zaligmaker af tot het jaar 1655. (Rotterdam: D. Bolle, 1881) blz. dateert zijn dood in 307, in het eerste jaar van keizer [[Maxentius]]. </ref>, ouderling te Caesarea. Omstreeks die tijd stierf door onthoofding ook Menas<ref>Informatie over hem is te vinden op Heiligen.net: http://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0295-menas.php</ref>, een soldaat, afkomstig uit [[Egypte]]. Ca. 310 stierf in Alexandrië de hoogbegaafde maagd Catharina de marteldood<ref>Zij is bekend als Catharina van Alexandrië. Haar bestaan wordt echter betwijfeld. Zie https://de.wikipedia.org/wiki/Katharina_von_Alexandrien . Zie ook http://www.heiligen.net/heiligen/11/25/11-25-0310-catharina.php</ref>.
 
'''310.''' In 310, het zevende jaar van de vervolging werden, om de naam van Christus, de volgende gelovigen ter dood gebracht. ln het land van Israël onder anderen Biblis en Aquilina, een meisje van twaalf jaren<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 47.</ref>. Ca. 310 stierf in Alexandrië de hoogbegaafde maagd Catharina de marteldood<ref>Zij is bekend als Catharina van Alexandrië. Haar bestaan wordt echter betwijfeld. Zie https://de.wikipedia.org/wiki/Katharina_von_Alexandrien . Zie ook http://www.heiligen.net/heiligen/11/25/11-25-0310-catharina.php</ref>.
 
'''311'''. [[Galerius]] stierf. [[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
'''312.''' In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
 
Spoedig ontbrandde de strijd tussen [[Maxentius]] en zijn bondgenoot Maximinus enerzijds, en Constantijn., verbonden met Licinus, anderzijds. Constantijn trok met zijn leger uit Gallië tegen Maxentius op. Hevige ontzetting greep hem echter aan bij de aanblik van 's vijands overmacht. In deze nood nam hij zijn toevlucht tot de God van de christenen. Toen vertoonde zich aan de hemel een kruis met het stralende onderschrift: „Overwin hierdoor”<ref>Het "In hoc signo vinces" ("In dit teken zult u overwinnen") komt in betekenis ermee overeen. </ref> De volgende nacht verscheen hem volgens [[Eusebius van Caesarea|Eusebius]] de Heiland zelf, die hem beval, een vaandel met dit teken te vervaardigen om het vóór zijn leger uit te doen dragen. Bij het aanbreken van de dag ontbood Constantijn enige kunstenaars en gelastte hun, een gouden kruis te smeden, benevens een met goud doorwerkt vaandel te borduren, waarop de beeltenissen van hem en zijn kinderen zouden voorkomen. Het vaandel werd gehangen aan de dwarsbalk van het kruis, op welks spits een gouden met edelgesteenten bezette kroon prijkte versierd met het naamcijfer van Christus, een ineengestrengelde P en X. Deze vaan was van nu af de legerstandaard en heette ''Labarum''. Zijn dragers, vijftig van de dapperste en vroomste soldaten, werden in geen enkele slag gewond, en waar het veldteken verscheen, was de overwinning beslist.<ref name=":0" />
'''313.''' In 3013 stonden in het Westen Constantijn (de zoon van Constantius Chlorus, en in edelmoedigheid hem gelijk) en [[Maxentius]] (zoon van [[Maximianus]], en in wreedheid het evenbeeld van zijn vader) tegenover elkaar. In het Oosten Licinius (zwager van Constantijn) en Maximinus. Maxentius kreeg de macht te Rome in handen. Hij verbande Marcellus, opziener van de gemeente van Christus te Rome, en Eusebius, opziener van dezelfde gemeente, en voerde te Rome een waar schrikbewind.
 
De slag begon. De 28ste oktober 312 behaalde Constantijn een schitterende zegepraal. Triomferend trok de overwinnaar de stad Rome binnen. De Senaat richtte ter ere van Constantijn een prachtige triomfboog op en een standbeeld, dat in plaats van een scepter de kruisvaan in de hand hield met het opschrift: „Door dit heilbrengend teken, het zinnebeeld van ware kracht, heb ik de Stad van het juk van de overweldiger bevrijd”.<ref name=":0" />
 
=== 2017 ===
Regel 154 ⟶ 164:
Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren''; ''Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm. Hieraan is tekst ontleend en onder wijziging verwerkt.
 
H.M.H. Bartels, ''Geschiedenis der Katholieke Kerk''. Venloo: G. Mosmans senior, 1926. Enige tekst van blz. 37-4647 is onder wijziging verwerkt in 2018-2019.
 
== Voetnoten ==