Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
Regel 175:
[[Bestand:Martyrs Silvanus the Bishop of Emesa, Luke the deacon, and Mocius (Mucius) the reader (Menologion of Basil II).jpg|links|miniatuur|430x430px|Silvanus, Lukas en Mocius aan de wilde dieren voorgeworpen. Schildering uit 985.]]
'''312.''' In 312 liet men Silvanus (ook Silvinus genoemd), opziener te Emesa, een stad bij Apamea, in Syrië, met de diaken Lukas en de voorlezer Mocius (of Mucius) in de gevangenis verhongeren. Daarna werden zij aan de wilde dieren ter verslinding voorgeworpen, maar die lustten ze niet. Achtergelaten stierven deze christenen van uitputting. Medechristenen haalden de ontslapenen 's nachts op en begroeven ze. Kort daarna werd de arts Julianus aangehouden en gekruisigd. Misschien was hij een van de gelovigen die het lichaam van Silvanus hadden geborgen. Men doodde de Julianus door een spijker door zijn hoofd te drijven.<ref>Silvanus van Emesa, Heiligen.net, geraadpleegd 10 maart 2019.</ref>
 
In 312 werd te Nicomedië in Klein-Azië om zijn christelijke belijdenis omgebracht de ouderling en Bijbelgeleerde Lucianus van Antiochië<ref>https://www.heiligen.net/heiligen/01/07/01-07-0312-lucianus.php</ref> (Syrië).
 
Spoedig ontbrandde de strijd tussen [[Maxentius]] en zijn bondgenoot Maximinus enerzijds, en Constantijn., verbonden met Licinus, anderzijds. Constantijn trok met zijn leger uit Gallië tegen Maxentius op. Hevige ontzetting greep hem echter aan bij de aanblik van 's vijands overmacht. In deze nood nam hij zijn toevlucht tot de God van de christenen. Toen vertoonde zich aan de hemel een kruis met het stralende onderschrift: „Overwin hierdoor”<ref>Het "In hoc signo vinces" ("In dit teken zult u overwinnen") komt in betekenis ermee overeen. </ref> De volgende nacht verscheen hem volgens [[Eusebius van Caesarea|Eusebius]] de Heiland zelf, die hem beval, een vaandel met dit teken te vervaardigen om het vóór zijn leger uit te doen dragen. Bij het aanbreken van de dag ontbood Constantijn enige kunstenaars en gelastte hun, een gouden kruis te smeden, benevens een met goud doorwerkt vaandel te borduren, waarop de beeltenissen van hem en zijn kinderen zouden voorkomen. Het vaandel werd gehangen aan de dwarsbalk van het kruis, op welks spits een gouden met edelgesteenten bezette kroon prijkte versierd met het naamcijfer van Christus, een ineengestrengelde P en X. Deze vaan was van nu af de legerstandaard en heette ''Labarum''. Zijn dragers, vijftig van de dapperste en vroomste soldaten, werden in geen enkele slag gewond, en waar het veldteken verscheen, was de overwinning beslist.<ref name=":0" />