Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
Regel 169:
'''311'''. Keizer [[Galerius]], die de christenen verwoed had vervolgd, stierf in mei een natuurlijke dood. Op 30 april 311 had hij op zijn sterfbed, mede namens de keizers Constantijn en Licinius, het zogenaamde ‘Edict van Tolerantie’ of ‘Edict van Nicomedia’ uitgevaardig, inhoudende dat christenen hun geloof weer mogen naleven, mits zij de maatschappelijke orde niet aantasten<ref>Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Christenvervolgingen_door_Diocletianus,_Galerius_en_Maximinus</ref>.
 
In dit jaar, het negende jaar van de vervolging, werden, zo meldt de geschiedenis ons<ref>Adrianus Haemstede, ''Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655''. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881, blz. 47.</ref>, om de christelijke godsdienst omgebracht in Egypte: Petrus, Nilus en Patermythius, die allen verbrand werden. Nog veertig anderen werden onthoofd. Om haar christelijke belijdenis werd omgebracht het 13-jarig meisje Fausta<ref>Zie verder bij https://en.wikipedia.org/wiki/Fausta_of_Cyzicus</ref>, woonachtig in Cyzicus, een plaats in het noordwesten van het huidige Turkije. Haar standvastigheid te midden van de wrede martelingen bewoog ook Evilasius, een heidense priester, om christen te worden. Deze werd eveneens gedood.
 
Circa 311 stierf te Alexandrië de marteldood de ouderling Faustus; alsook de Fileas, Hesychius, Pacomius en Theodorus, bisschoppen van dorpen in de omgeving. Met hen werden nog zeker 660 christenen om gebracht (sommige bronnen geven 560)<ref>Bron: http://www.heiligen.net/heiligen/11/26/11-26-0311-faustus.php</ref>.