Vervolging van christenen/Geschiedenis: verschil tussen versies

k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 233:
'''1421.''' Op 20 april wordt ook Nikolaas Hochta te Praag, om zijn belijdenis van de Evangelische waarheid, verbrand.<ref name=":1" />
 
Op 30 mei werden 24 burgers in de Boheemse stad Litoměřice (in het Duits en Nederlands ook geheten 'Leitmeritz'), in het noordwesten van het huidige Tsjechië), door verdrinking ter dood gebracht. De burgemeester van de stad, Pichel genaamd, een wreed en bedrieglijk mens, liet ’s nachts vier en twintig van de voornaamste burgers, en onder die zijn eigen schoonzoon, gevangen nemen, en in een kelder van een toren werpen. Toen zij door de honger en koude half dood waren, liet hij hen eindelijk, in overleg met de bevelhebbers van keizer Sigismund (de rooms-koning Sigismund van Luxemburg, die tevens koning van Bohemen en Hongarije was), gewapenderhand eruit halen, sprak het doodsvonnis over hen uit, deed hun de handen en voeten aan elkaar binden, op wagens leggen, en beval dat zij naar de oever van de Elbe zouden worden gevoerd om daar verdronken te worden.
 
Toen het volk dit vernam, liep het samen met de vrouwen, kinderen, bloedverwanten en vrienden, en weenden en maakten groot misbaar. Terwijl dit plaats had, verscheen ook de dochter van de burgemeester, viel met gevouwen handen de vader te voet, en bad om het leven van haar man, die onder de gevangenen was. Maar de vader, harder dan een steen, beval haar niet langer te wenen en zei dat zij niet wist, wat zij bad."''Kun jij,"'' vroeg hij, ''"geen waardiger man dan deze krijgen''?" Toen zij zag dat haar vader niet te verbidden was, stond zij op met de woorden: "''U zult mij, o vader, niet meer uithuwelijken.''" En terwijl zij op haar borst sloeg, volgde zij, met hangende haren, haar man en de anderen.