Voorhangsel: verschil tussen versies

643 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 5:
 
== Voorhangsel van het Heilige ==
[[Bestand:The Phillip Medhurst Picture Torah 492. Raising the tabernacle. Exodus cap 40 vv 17-19. Gunst.jpg|miniatuur|397x397px|De vijf pilaren aan de ingang van de Tent.]]
Aan de ingang der woning, de oostzijde, was het eerste voorhangsel, in het Hebreeuws ''masakh'' geheten, van dezelfde stof, maar zonder afbeeldingen van Cherubs[[cherubs]]. Dit voorhangende "deksel" (Ex. 36:37) was geborduurd van fijn getweernd linnen,  hemelsblauwe (blauwpurperen), purperen (roodpurperen) en scharlaken draden.
 
'''Pilaren.''' Het hing aan vijf vergulde, acaciahouten '''pilaren'''. Ook aan deze pilaren waren gouden haken bevestigd, welke door gouden staven of roeden (Hebr. ''chasehukim''; Ex. 36:38 Statenvert. „banden") verbonden waren, waaraan dan dit Voorhangselvoorhangsel hing. Sommige uitleggers denken aan ringen, welke als kransen de pilaren versierden. In elk geval was het doelmatiger, dit Voorhangselvoorhangsel, dat dikwijls moest geopend worden, niet, als dat, hetwelkwat het Heilige van het Heilige der Heiligen scheidde, direct in de haken op te hangen, maar aan een staaf of roede, zodat het bij het in- en uitgaan gemakkelijk heen en weer geschoven kon worden. Uit Ex. 36:38 schijnt tevens te volgen, dat deze pilaren aan de ingang niet, zoals volgens Ex. 26:37 schijnt, in hun geheel, maar dat alleen de kapitelen met goud overtrokken werden. De pilaren stonden op ''koperen'' voetstukken (die van de binnenste voorhang stonden op gouden voeten). 
 
Uit Ex. 36:38 schijnt tevens te volgen, dat deze pilaren aan de ingang niet, zoals volgens Ex. 26:37 schijnt, in hun geheel, maar dat alleen de kapitelen (hoofden, koppen) met goud overtrokken werden. <blockquote>''Ex 36:38  ... Men overtrok hun koppen en verbindingsstukken met goud; hun vijf voetstukken waren van koper.'' (HSV)</blockquote>De pilaren stonden op ''koperen'' voetstukken (die van de binnenste voorhang stonden op gouden voeten). 
 
== Voorhangsel van het Allerheiligste ==
Regel 14 ⟶ 17:
 
De binnenruimte van de heilige Woning werd in twee afdelingen afgedeeld door een Voorhangsel of Voorhang (Hebr. ''parocheth'' d. i. scheiding).  <blockquote>''Heb 9:3 En achter het tweede voorhangsel was een tabernakel, het heilige der heiligen geheten, (TELOS)''</blockquote>Dit tweede voorhangsel diende tot scheiding en tot bedekking (afscherming) van de ark. Vandaar de uitdrukking 'voorhang van het deksel' (SV), 'voorhangsel ter bedekking' (NBG51). 'voorhangsel ter afscherming' (HSV). <blockquote>''Ex 40:21 En hij bracht de ark in den tabernakel, en hij hing den <u>voorhang van het deksel</u> op, en bedekte de ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.'' (SV)</blockquote>'''Stof.''' Het was van dezelfde stof, kleur en maaksel als het onderste dekkleed van de tentwoning: hemelsblauw, purper, scharlaken en fijn getweernd linnen, van "het allerkunstigste werk" (Ex. 36:35)
[[Bestand:The Phillip Medhurst Picture Torah 491. Raising the tabernacle. Exodus 40 v 18. Gunst.jpg|miniatuur|397x397px|De vier en vijf pilaren. ]]
 
'''Cherubs.''' Het voorhangsel was doorwerkt met afbeeldingen van [[Cherub|cherubs]] erop. Dus zowel dit voorhangsel als dat dekkleed waren met afbeeldingen van cherubs doorwerkt.
 
'''Dikte.''' Volgens de rabbijnen was dit voorhangsel een handbreedte dik (vuistdik) en geweven van tweeënzeventig gedraaide vlechten, waarbij elke vlecht uit vierentwintig draden bestond. Het was zo'n 18 meter lang en ongeveer 9 meter breed. <ref>Martin R. Vincent, ''Word Studies in the New Testament'' (1887). De Online Bible van uitgeverij Importantia bevat een elektronische versie.</ref>
 
Deze voorhang '''hingOphanging, zuilen.''' Deze voorhang hing onder de verbinding van de beide delen van het onderste dekkleed, dus 20 ellen van de ingang en 10 van de achterkant. Hij was door middel van gouden haken opgehangen aan vier met goud overtrokken acaciahouten '''kolommen''' of(pilaren, pilarenzuilen), die op gegoten zilveren voetstukken rustten (Ex. 36:36). 
 
Ieder '''voetstukVoetstukken.''' De pilaren stonden op zilveren voetstukken (de pilaren van het voorhangsel voor de ingang van de tent stonden op koperen voeten). Ieder voetstuk was vervaardigd van een talent zilver (Ex. 38, 27), waaruit men terecht heeft afgeleid dat hun omvang de helft van een berdstijl bedroeg; of zij rond dan wel cylindervormig of vierkaritvierkant waren, wordt niet gezegd; de uitdrukking “pilaar of kolom" past op elke vorm; voor een vierkanten vorm pleit, dat de Tabernakel volstrekt geen ronde vormen kent.
 
Dit binnenste voorhangsel is aan het andere, dat van het Heilige, nagenoeg gelijk, maar met dit verschil, dat het niet geborduurd, maar geweven was.