Vuur: verschil tussen versies

88 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
In het rijk van de natuur moet vuur, evenals hagel, sneeuw, storm, het „woord" of de wil van God ten uitvoer brengen (Ps. 148: 8). Het openbaart Gods majesteit of zijn straffende hand.
 
'''God een verterend vuur.''' God wordt vergeleken met een verterend vuur. <blockquote>''Ex 24:17  En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israëls.'' (SV)</blockquote><blockquote>''De 4:24  Want de HEERE, uw God, is een verterend vuur, een ijverig God.'' (SV)</blockquote><blockquote>''De 9:3  Zo zult gij heden weten, dat de HEERE, uw God, Degene is, die voor uw aangezicht doorgaat, een verterend vuur: Die zal hen verdelgen, en Die zal hen voor uw aangezicht nederwerpen; en gij zult ze uit de bezitting verdrijven, en zult hen haastelijk te niet doen, gelijk als de HEERE tot u gesproken heeft.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Heb 12:29  Immers onze God is een verterend vuur.'' (Telos) </blockquote><blockquote>''Heb 10:26  Want als wij moedwillig zondigen nadat wij de kennis van de waarheid ontvangen hebben, blijft er geen slachtoffer voor de zonden meer over, Heb 10:27  maar een vreselijke verwachting van oordeel en een felheid van vuur dat de tegenstanders zal verslinden. (...) Heb 10:31  Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God!'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Da 7:9  Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon [bestond uit] vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Een geval waarin 'het vuur van Jahweh' onder het volk Israël ontbrandt en verteert:'' (HSV)</blockquote>Een geval waarin 'het vuur van Jahweh' onder het volk ontbrandde en verteerde:<blockquote>''Nu 11:1 En het geschiedde, als het volk zich was beklagende, [dat] het kwaad was in de oren des HEEREN; want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde, in het uiterste des legers. Nu 11:2  Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd gedempt. Nu 11:3  Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had.'' (SV)</blockquote>Een ander geval, in verband met de opstand van Korach, Dathan en Abiram: <blockquote>''Nu 16:35  Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden.'' (SV) </blockquote>God openbaarde zich aan Mozes met een vurige vlam uit de braamstruik (Exod. 3 : 2 ). Elia voer met vurige paarden en wagens (2 Kron. 2 : 11) ten hemel. Bij het offer van Aaron (Lev. 9: 20), van David (1 Kron. 21 : 26), van Salomo (2 Kron. 7: 1), van Elia (1 Kon. 18 : 38), kwam er heilig vuur.
 
'''Engelen: tot een vuurvlam.''' God maakt de engelen "tot een vuurvlam" (Hebr. 1:7).
 
'''Vuur uit de hemel''' viel op de twee hoofdlieden (2 Kon. 1: 10), op Jobs kudden en knechten (1: 16), op Egypte (Exod. 9: 23), op Sodom en Gomorra (Gen. 19 : 21.; vgl. Wijsh. 10: 6), Nadab en Abihu (Lev. 10 : 2), het oproer van Korach (Num. 16: 35), de morrende Israëlieten (Num. 11:1), en op andere goddelozen (Hos. 8: 14; Jer. 17: 27; Amos 7: 4). Bij de laatste opstand van de mensheid zal vuur uit de hemel de opgetrokken legers verteren. <blockquote>''Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen. (TELOS)''</blockquote>'''Vreemd vuur'''. In het [[Oude Testament]] heeft het vuur aan de mensen zijn uitnemende dienst gedaan bij het offer, waarbij geen vreemd vuur, d. i. vuur niet ontleend aan het heilig altaarvuur (Lev. 6: 13), mocht gebruikt worden (Lev. 10: 1 , 2).
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14595443098).jpg|miniatuur|Vuurkolom boven de tabernakel. ]]
'''Vuurkolom'''. Zijn meest verheven dienst heeft het vuur gedaan als de wonderbare vuurzuil (Exod. 13 : 21; 14 : 24; Num. 14 : 14), die bij nacht de Israëlieten op hun tocht de weg wees.
 
'''Kinderen verbrand'''. Een afschuwelijk gebruik werd er van gemaakt bij de heidenen en afgodische Joden, die hun zonen door het vuur lieten gaan en hen de Moloch ter ere verbrandden in het dal Hinnom (Deut. 12: 31; 18: 10; Ezech, 20: 31; 2 Kon. 17: 17; 23: 10; 16: 3; 21 : 6; Jer. 7 : 31).