k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
Het '''Feest der Weken''' of '''Wekenfeest''' (Hebr. ''Sjavoeot'') of ''Feest van de oogst'' (Ex. 23:16) is een hoogtijd door God is ingesteld voor zijn volk Israël. Het feest werd gehouden zeven volle weken na het feest van de [[Eerstelingsgarve]]. Zie Ex. 23; Lev. 23:15-21; Num. 28:26.
Het huidige ''Joodse'' Wekenfeest gaat terug op het bijbelse Wekenfeest, maar is anders. Over het Joodse wekenfeest, zie [[Sjavoeot]].
Regel 7:
Het Feest der Weken werd gehouden in de 3e maand van de godsdienstige kalender, op de 50e dag gerekend van de dag van het eerste oogstfeest, het Feest van de Eerstelingsgarve, in de 1e maand.<blockquote>''Le 23:15 Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn; Le 23:16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren.'' (SV)</blockquote>Het feest valt dan ook op de 6e dag van de Joodse maand Siwan, rond 20 mei.
Evenals
Het feest der weken moest, evenals Loofhuttenfeest in de 7e maand, een '''vrolijk''' feest zijn (Deut. 16:11-12).
Het feest moest gevierd worden in de '''plaats''' die de HEER verkozen had om daar Zijn naam te doen wonen, namelijk in [[Jeruzalem]] (Deut. 16:11), waar het huis van de HEER was (Ex 23:19).
Het Feest der weken
Op de dag van het feest vond een heilige '''samenkomst''' plaats, die tevens een '''rustdag''' was, waarop geen dienstwerk verricht mocht worden (Lev. 23:21).<blockquote>''Nu 28:26 Insgelijks op den dag der eerstelingen, als gij een nieuw spijsoffer den HEERE zult offeren na uw weken, zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. (SV)''</blockquote>Op de dag van de eerstelingen moesten behalve de genoemde offers, die het beweegoffer vergezelden, ook andere offers gebracht worden, Num. 28:27-31.<blockquote>''Nu 28:27 Dan zult gij den HEERE een brandoffer ten liefelijken reuk offeren: twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige lammeren; Nu 28:28 En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden tot een var, twee tienden tot een ram; Nu 28:29 Tot elk een tiende tot een lam, tot die zeven lammeren toe; Nu 28:30 Een geitenbok, om voor u verzoening te doen. Nu 28:31 Behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, zult gij ze bereiden; zij zullen u volkomen zijn met hun drankofferen.'' (SV)</blockquote>Deze offers zijn precies dezelfde, in aard en aantal, als op elke dag van het feest van de Ongezuurde Broden en op de eerste dag van de maand. Volgens Keil<ref>Aangehaald in: Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Num. 28:27.</ref> werden ze ná het dagelijks morgenoffer ('het durig brandoffer en zijn spijsoffer', vers. 31) gebracht en vóór de offers die de aangeboden eerstelingen moesten begeleiden.
|