Wereldbeeld van de Bijbel: verschil tussen versies

559 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
Regel 80:
Op dag vier van de schepping wordt de taal van "heersen" geïntroduceerd: de hemellichamen zullen dag en nacht "regeren" en seizoenen en jaren en dagen markeren (dit is van cruciaal belang voor de priesters, aangezien religieuze feesten werden georganiseerd rond de cycli van de zon en maan)<ref>
Bandstra 2008, pp. 41–42.Bandstra, Barry L. (2008). Reading the Old Testament: An Introduction to the Hebrew Bible. Wadsworth Publishing Company. p. 576. ISBN 0-495-39105-0. </ref>. God schiep de zon, de maan en de sterren. Later op dag zes van de schepping zal de mens geschapen worden om te heersen over de hele schepping als Gods regent. God plaatst "lichten" in het uitspansel om "te heersen" over de dag en de nacht.<ref> Walsh 2001, p. 37 (fn.5)|Walsh, Jerome T. (2001). Style and Structure in Biblical Hebrew Narrative. Liturgical Press. ISBN 9780814658970.</ref> In het bijzonder creëert God het 'grotere licht', het 'kleinere licht' en de sterren.<ref>Genesis1:14-5</ref> De glans van hemellichamen zijn verschillend van elkaar. <blockquote>''De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster'' (1 Cor. 15:41).</blockquote>
 
God's inzicht is onmetelijk, hij kent elke ster bij naam. Psalm 93:1 geeft dat de aarde vast staat en niet beweegt. De ster Polaris staat ook gedurende de nacht op de zelfde plek aan de hemel. Deze ster gaat niet op en gaat niet onder.
<blockquote>''Hij telt het aantal sterren, Hij noemt ze alle bij hun naam''(Psalm 147:4).</blockquote>
 
 
[[Image:Star Trail above Beccles - geograph.org.uk - 1855505.jpg|left|upright=1.2|thumb|De poolster blijft nagenoeg op dezelfde plek aan de hemel te bewonderen, terwijl de andere sterren er omheen cirkelen.
|alt=]]
 
==Water boven en onder het gewelf==
Het uitspansel, het [[Gewelf|hemelgewelf]] scheidde de watervoorraden van de hemel en van het water beneden op de aarde. God stelde perken aan het water, zodat het droog geworden land planten en bomen voortbrengen<ref>Bijbelse Geschiedenis, geschreven door MGR Dr. Jos. Keulers, en bijgewerkt door MGR Dr Jan. O. Smit. Uitgegeven door J. J. Romen en Zonen. Roermond en Maaseik in 1955 P 23</ref>. God bouwde volgens de profeet Amos daarbij zijn opperzalen in de hemel en hij heeft zijn gewelf op de aarde gegrondvest.<ref>Amos 9:6</ref>