Wilhelmus

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 9 nov 2020 om 18:53 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Het '''Wilhelmus''' is de naam van het Nederlandse volkslied. Het lied (in de combinatie van tekst èn muziek), rond 1570 ontstaan, is het oudste volkslied ter were...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Het Wilhelmus is de naam van het Nederlandse volkslied. Het lied (in de combinatie van tekst èn muziek), rond 1570 ontstaan, is het oudste volkslied ter wereld. De vermoedelijke tekstschrijver is Filips van Marnix van Sint-Adegonde. In 1932 werd dit 'nieuw christelijk lied' het Nederlandse volkslied. Meestal wordt alleen het eerste couplet gezongen, soms het zesde. "In het Wilhelmus is een christen aan het woord die een sterk besef heeft van het burgerschap in twee vaderlanden het aardse en het hemelse vaderland."[1] Het is geschreven in de overtuiging dat de opstand tegen de Spaanse tirannie ook godsdienstig gewettigd is.

Een nieuw christelijk lied Titel van het lied
Eerste coupletWilhelmus van Nassouwe

ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij, onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.




vrij = zonder enige twijfel

onverveerd = zonder vrees

Hispanje = Spanje

Tweede coupletIn Godes vrees te leven

heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.

In Godes vrees = in de vreze Gods, met (gezonde) vrees, eerbied, ontzag voor God

regiment = bestuursfunctie

Derde coupletLijdt u, mijn onderzaten

die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.

lijdt = weest geduldig

onderzaten = onderdanen

Vierde coupletLijf en goed al te samen

heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben 't u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in 't eeuwig leven verwacht den jongsten dag.

verschoond = gespaard

Adolf: broer van Oranje, gesneuveld 1568

jongste dag = dag van de opstanding en het oordeel door God

Vijfde coupletEdel en hooggeboren,

van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.

     


     

vrij onversaagd = zeer moedig

Zesde coupletMijn schild ende betrouwen

zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik doch vroom mag blijven, uw dienaar t'aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.

betrouwen = vertrouwen  
Zevende coupletVan al die mij bezwaren

en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.

       

dijn = jouw. In de 16e en 17e eeuw sprak men God aan met je en jij, zoals de Duitsers nog doen met 'Du' en de Engelsen met 'You'.

Achtste coupletAls David moeste vluchten

voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.

       
Negende coupletNa 't zuur zal ik ontvangen

van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.

       
Tiende coupletNiet doet mij meer erbarmen

in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.

Niet = Niets

Wederspoed = tegenspoed

Elfde coupletAls een prins opgezeten

met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.

opgezeten = te paard gezeten

heires-kracht = leger-kracht

tiran vermeten = slechte tiran

Twaalfde coupletZo het den wil des Heren

op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.


tempeest = ramp, kwelling

Dertiende coupletZeer christlijk was gedreven

mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.

christlijk: oorspronkelijk "prinselijk"
kond = bekend
Veertiende coupletOorlof, mijn arme schapen

die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven,- 't zal hier haast zijn gedaan.

oorlof = vaarwel (einde van het gedicht nadert)
Vijftiende coupletVoor God wil ik belijden

en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.

tot genen tijden = nooit

dan dat = maar dat

Obediëren = gehoorzamen

Het Wilhelmus gezongen door Bill van Dijk:

Meer informatie

Bronnen

Voetnoot

  1. Aldus Theo H. van Doorn, in: Het Wilhelmus; analyse van de inhoud, de structuur en de boodschap, artikel op Cubra.nl