Willem Sluiter: verschil tussen versies

1.090 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
Op 22 maart 1627 werd hij in het dorp Neede geboren. Zijn ouders waren Tileman Sluiter en Geertjen Saalkink, die in 1625 in Neede waren getrouwd. Zijn vader was bierbrouwer en korenkoper. Willems lust in letteroefeningen deed zijn ouders besluiten, hem tot predikant te laten studeren. Daartoe bezocht hij te Zutphen of Deventer de Latijnse scholen en legde zich te Utrecht voornamelijk onder de beroemde theoloog Voetius op de godgeleerdheid toe.
 
In 1650 tot proponent bevorderd, zag hij zich twee jaren later door de graaf van Limburg Styrum, als heer van de heerlijkheid Borculo, tot predikant te Eibergen aangesteld. Hier ging hij het eerste jaar in de kost, betrok daarna met twee van zijn zussen de pastorie, en nadat deze getrouwd waren, behielp hij zich met een huishoudster, totdat hij in 1662 te Borculo in het huwelijk trad met Margaretha Sibilla Hoornaert. Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren. Niet langer dan twee jaren mocht Sluiter zich in haar bezit verheugen: zij overleed al in 1664, in de leeftijd van 24 jaar, kort na de geboorte van het tweede kind. Aan zijn korte huwelijksgeluk herinnert zijn ontroerende gedicht ''Doots-Echt-Scheydinge''<ref>Te lezen op: https://www.dbnl.org/tekst/slui006chri03_01/slui006chri03_01_0016.php</ref>, waarvan hieronder een deel wordt weergegeven:
Mijn troost, de lust en luister van mijn oogen,
 
Mijn best' Iuweel, (wie sal mijn tranen droogen?)
Mijn eenig Lam, dat rusted' in mijn schoot.
Wordt my ontrukt door d' al te strenge doot.
Soo jong' een spruit, van vier-en-twintig jaren,
Begeeft my weer (ach!) na haer tweede baren,
En weinig na twee jaren in ons' Ee.
O korte vreugt, gekeert in soo veel wee!
Wy waren wel vernoegt steeds met malkander,
En nimmermeer verschilde d'een van d'ander.
Wy konden 't al op nemen, vreugt, of druk.
Wat GODT ons gaf, geluk, of ongeluk.
Wy konden 't al malkander helpen dragen.
En sagse my, om eenig leet, verslagen,
Dat menigmael ons, in ons' Ampt, ontmoet,
Wat maekte sy 't my, met haer troosten, soet!
Stil en eenzaam was nu wederom zijn leven, terwijl hij de zorg voor zijn twee kinderen aan zijn schoonmoeder toevertrouwde, en zijn tijd aan ambtsbezigheden en dichtoefeningen besteedde. Uit vrees voor de Munsterse benden van de beruchte Christoffel Bernard van Galen (in de Achterhoek nog bekend onder de naam van ''Berentje van Geulen''), die in october 1665 in ons land vielen en schandelijk huis hielden, nam Sluiter, na zijn have en goed zoveel mogelijk in veiligheid gebracht te hebben, de wijk naar Overijssel en Holland.