Wonder: verschil tussen versies

2.970 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 136:
 
Als een dode, die vier of vijf dagen begraven ligt en reeds tot ontbinding overgaat, plotseling op bevel van een wonderdoener levend uit het graf te voorschijn treedt, of als vijfduizend mensen verzadigd worden met vijf broden, zodat er nog tal van korven overschieten, of een hevige storm door een enkel woord wordt gestild, of een gebroken been in een enkele seconde zó totaal geneest, dat men er op lopen kan alsof het nooit gebroken geweest was, dan zal niemand die deze feiten erkent, er in ernst aan kunnen twijfelen, dat het wonderen zijn.
 
=== 'Veel wat voor wonder werd gehouden, zijn natuurkrachten gebleken' ===
Een opwerping die dikwijls tegen de tegen de kenbaarheid van het wonder gemaakt wordt is: heel veel wat men vroeger voor wonderen hield, is later gebleken het
uitwerksel van gewone natuurkrachten te zijn. Antwoord: dat kan voor sommige verschijnselen gelden, maar andere feiten worden nu nog evengoed als bovennatuurlijk beschouwd als vroeger. En niet door de een of ander, maar door iedereen, zelfs door ongelovigen. Dat de een of ander te spoedig 'een wonder!' roept, daarvoor behoeft men niet naar de oudheid terug te gaan. Dat gebeurt in onze tijd evenzeer. Maar er waren altijd, in de vroegere eeuwen evengoed als nu, mensen die met geest van onderscheiding te werk gingen en niet maar aanstonds elk wonderbaar verschijnsel aan de tussenkomst van een hogere macht
toeschreven.
 
'''Hypnotische suggestie'''. Onder de wonderbare feiten, die door onontwikkelden, vooral in vroeger tijd, het gemakkelijkst voor wonderen konden gehouden worden, behoren zonder twijfel op de eerste plaats de verschijnselen, teweeggebracht door suggestie, door hypnotisme. Welnu, het hoofdbeginsel, waardoor alle, ook de wonderbaarste, hypnotische verschijnselen natuurlijk te verklaren zijn, was reeds zeven honderd jaar geleden aan de christenfilosoof Thomas van Aquino bekend. In zijn ''Summa contra Gentiles'' schrijft deze wijsgeer: „Doordat de ziel zich iets verbeeldt en er sterk door wordt aangedaan, volgt soms in het lichaam een verandering, welke tot genezing of tot ziekte kan leiden”<ref>Lib. 111 c. 99.</ref>. Op gezag van de geneesheeren neemt Aquino zelfs aan, dat op die wijze koorts, ja wat meer is, zelfs melaatsheid kan worden genezen. Tegenwoordig zal geen arts ook maar durven hopen, iemand door middel van suggestie van melaatsheid te zullen genezen. Nochtans heeft ook volgens Aquino, gelijk volgens moderne geleerden, ongelovige zowel als gelovige, de macht van de hypnotische suggestie haar grens. Met hypnotisme kan men wel sommige organische storingen, maar geen organische letsels genezen. Als iemands gezicht- of gehoorzenuwen vernield zijn, zal men hem met hypnotisme zijn gezicht of gehoor niet kunnen teruggeven. lemand met een gevorderde longtering zal men met hypnotisme niet plotseling gezond maken. Een verouderde en gecompliceerde beenbreuk zal men met hypnotisme niet plotseling helen, zelfs een eenvoudige en verse beenverwonding niet. Nog minder kan men met hypnotisme een dode ten leven wekken; want men kan toch kwalijk suggestie uitoefenen op een lijk of op andere levenloze materie? Ook de natuurkrachten laten zich niet hypnotiseren.
 
Daarom passen allen, die steeds de mond zo vol hebben van onze beperkte kennis der natuur en op grond daarvan de kenbaarheid van het wonder loochenen, wel derdege op, zulke feiten te erkennen. Hiermede geven ze gelijk stilzwijgend toe, dat van verscheidene gevallen het wonderbaar karakter met zekerheid te constateren valt.
 
== God doet wonderen ==