Zedekia: verschil tussen versies

16 bytes toegevoegd ,  1 jaar geleden
k
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 21:
'''Ouders.''' Hij was een jongere zoon van koning [[Josia]]. De naam van zijn moeder was Hamutal (ook geschreven Chamital), een dochter van Jeremia uit [[Libna]] (2 Kon. 24:18; Jer. 52:1).
{{Koningshuis van David}}
 
'''Regering.''' Zedekia (Mattanja) werd geboren 21 jaren vóór 597 v.C., dat is 618 v.C. De Babylonische koning [[Nebukadnezar]] zette hem in 597 v.C. op de troon van Juda en veranderde zijn naam. Hij volgde zo zijn neef [[Jojachin]] op, wiens oom hij was. Hij was 21 jaar oud toen hij koning werd en regeerde 11 jaren te Jeruzalem (2 Kon. 24:18; Jer. 52:1), van 597 - 586 v.C. Toen hij steunend op Egypte het Chaldeeuwse juk trachtte af te schudden, werd hij voor dit streven naar onafhankelijkheid door de ondergang van zijn rijk gruwelijk gestraft.
=== Regering ===
'''Regering.''' Zedekia (Mattanja) werd geboren 21 jaren vóór 597 v.C., dat is 618 v.C. De Babylonische koning [[Nebukadnezar]] zette hem in 597 v.C. op de troon van Juda en veranderde zijn naam. Hij volgde zo zijn neef [[Jojachin]] op, wiens oom hij was. Hij was 21 jaar oud toen hij koning werd en regeerde 11 jaren te Jeruzalem (2 Kon. 24:18; Jer. 52:1), van 597 - 586 v.C. Toen hij steunend op Egypte het Chaldeeuwse juk trachtte af te schudden, werd hij voor dit streven naar onafhankelijkheid door de ondergang van zijn rijk gruwelijk gestraft.
 
{{Tijdbalk Israël 600-550 v.C.}}
Regel 31 ⟶ 33:
Ondanks de waarschuwing door de profeet rebelleerde hij tegen koning [[Nebukadnezar]] van Babel (Jer. 52:3). Hij sloot een verbond met Egypte (vgl. Ezechiël 17:3-20), waarvan hij hulp verwachtte. Maar Egypte werd door Nebukadnezar verslagen, die daarna het beleg sloeg tegen Jeruzalem. De belegering van Juda's hoofdstad, waar Zedekia resideerde, duurde 1½ jaar, van het 9e tot het 11e regeringsjaar van Zedekia (Jer. 52:4-5).
 
=== Einde ===
Toen Jeruzalem werd ingenomen, trachtten Zedekia met zijn vrouwen en kinderen te ontsnappen, maar hij werd opgepakt en overgebracht naar [[Ribla]] in Syrië, waar Nebukadnezar het vonnis over hem uitsprak (Jer. 52:9). Zijn meegevoerde vorsten (aanvoerders) werden daar gedood (Jer. 52:10). Juda's hoofdstad Jeruzalem werd verwoest: de tempel en de huizen verbrand en de stadsmuur afgebroken.