Ziekte: verschil tussen versies

18 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 83:
Satan en zijn engelen kunnen mensen plagen met ziekte en rampspoed. God laat de [[satan]] of een andere boze geest toe ons te bedroeven met ziekte, Job 1:11-12; 2: 6, 7; 1 Sam. 16:14-16; Luk. 9: 39; 13: 16.
 
'''Job.''' Een schrijnend geval is de rampspoed die de rechtvaardige Job troffen. God liet de satan toe Job te treffen in alles wat Job had (vee, veehoeders, kinderen).
'''Job.''' Een schrijnend geval is de rampspoed die de rechtvaardige Job troffen. God liet de satan toe Job te treffen in alles wat Job had (vee, veehoeders, kinderen). <blockquote>''Job 1:11  Maar toch strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? Job 1:12  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.'' (SV)</blockquote>De satan stelt de natuur en Chaldeeuwse benden in het werk voor zijn boos opzet. Na dood en verderf gezaaid te hebben, krijgt satan de gelegenheid om Jobs lichaam te treffen. <blockquote>''Job 2:3  En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man, oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad; en hij houdt nog vast aan zijn oprechtigheid, hoewel gij Mij tegen hem opgehitst hebt, om hem te verslinden zonder oorzaak. Job 2:4  Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.  Job 2:5  Doch strek nu Uw hand uit, en tast zijn gebeente en zijn vlees aan; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen! Job 2:6  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, hij zij in uw hand, doch verschoon zijn leven. Job 2:7 Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe.'' (SV)</blockquote>Merk op dat God zich mede verantwoordelijk acht voor wat Job overkomt: "hem te verslinden zonder oorzaak". Iets dergelijks liet God ook aan Zijn mens geworden Zoon gebeuren.
 
<blockquote>''Job 1:11  Maar toch strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? Job 1:12  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.'' (SV)</blockquote>
'''Saul.''' Koning Saul werd meermalen verschrikt door "een boze geest van Jahweh", d.i. een boze geest die met Gods toestemming de ontrouwe koning schrik aanjoeg. <blockquote>''1Sa 16:14 En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. 1Sa 16:15  Toen zeiden Sauls knechten tot hem: Zie toch, een boze geest Gods verschrikt u. 1Sa 16:16  Onze heer zegge toch tot uw knechten, die voor uw aangezicht [staan], dat zij een man zoeken, die op de harp spelen kan; en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u is, dat hij met zijn hand spele, dat het beter met u worde.'' (SV)</blockquote>'''Een jongen.''' Na de verheerlijking op de berg werd de Heer Jezus geconfronteerd met een jongen die geplaagd werd door een onreine geest. De Heer bestrafte de onreine geest en maakte het kind gezond. <blockquote>''Lu 9:38  En zie, een man uit de menigte riep de woorden uit: Meester, ik smeek U naar mijn zoon om te kijken, want hij is mijn eniggeborene. Lu 9:39  En zie, een geest grijpt hem en plotseling schreeuwt hij en laat hem stuiptrekken en schuimen, en hij gaat ternauwernood bij hem vandaan als hij hem mishandelt. Lu 9:40  En ik heb uw discipelen gesmeekt dat zij hem zouden uitdrijven en zij konden het niet. Lu 9:41  Jezus nu antwoordde en zei: O ongelovig en verdraaid geslacht, hoe lang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier. Lu 9:42  En nog terwijl hij naderbij kwam, rukte de demon aan hem en liet hem stuiptrekken. Jezus echter bestrafte de onreine geest, maakte het kind gezond en gaf het aan zijn vader terug.'' (Telos)</blockquote>'''Een vrouw.''' De Heer genas een vrouw die "een geest van ziekte had" (Luk. 13:11). De satan had haar gebonden. De Heer maakt de band los en verloste haar van haar ziekte. <blockquote>''Lu 13:11  En zie, er was een vrouw die achttien jaar <u>een geest van ziekte</u> had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12  Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. (...)  Lu 13:16  Moest dan deze, die een dochter van Abraham is, <u>die de satan</u>, zie, achttien jaar <u>had gebonden</u>, niet van deze band worden losgemaakt op de sabbatdag?'' (Telos)</blockquote>
 
De satan stelt de natuur en Chaldeeuwse benden in het werk voor zijn boos opzet. Na dood en verderf gezaaid te hebben, krijgt satan de gelegenheid om Jobs lichaam te treffen.
 
'''Job.''' Een schrijnend geval is de rampspoed die de rechtvaardige Job troffen. God liet de satan toe Job te treffen in alles wat Job had (vee, veehoeders, kinderen). <blockquote>''Job 1:11  Maar toch strek nu Uw hand uit, en tast aan alles, wat hij heeft; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen? Job 1:12  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, al wat hij heeft, zij in uw hand; alleen aan hem strek uw hand niet uit. En de satan ging uit van het aangezicht des HEEREN.'' (SV)</blockquote>De satan stelt de natuur en Chaldeeuwse benden in het werk voor zijn boos opzet. Na dood en verderf gezaaid te hebben, krijgt satan de gelegenheid om Jobs lichaam te treffen. <blockquote>''Job 2:3  En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man, oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad; en hij houdt nog vast aan zijn oprechtigheid, hoewel gij Mij tegen hem opgehitst hebt, om hem te verslinden zonder oorzaak. Job 2:4  Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.  Job 2:5  Doch strek nu Uw hand uit, en tast zijn gebeente en zijn vlees aan; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen! Job 2:6  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, hij zij in uw hand, doch verschoon zijn leven. Job 2:7 Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe.'' (SV)</blockquote>Merk op dat God zich mede verantwoordelijk acht voor wat Job overkomt: "hem te verslinden zonder oorzaak". Iets dergelijks liet God ook aan Zijn mens geworden Zoon gebeuren.
 
Merk op dat God zich mede verantwoordelijk acht voor wat Job overkomt: "hem te verslinden zonder oorzaak". Iets dergelijks liet God ook aan Zijn mens geworden Zoon gebeuren.
 
'''Saul.''' Koning Saul werd meermalen verschrikt door "een boze geest van Jahweh", d.i. een boze geest die met Gods toestemming de ontrouwe koning schrik aanjoeg.
 
<blockquote>''1Sa 16:14 En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. 1Sa 16:15  Toen zeiden Sauls knechten tot hem: Zie toch, een boze geest Gods verschrikt u. 1Sa 16:16  Onze heer zegge toch tot uw knechten, die voor uw aangezicht [staan], dat zij een man zoeken, die op de harp spelen kan; en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u is, dat hij met zijn hand spele, dat het beter met u worde.'' (SV)</blockquote>
 
'''Een jongen.''' Na de verheerlijking op de berg werd de Heer Jezus geconfronteerd met een jongen die geplaagd werd door een onreine geest. De Heer bestrafte de onreine geest en maakte het kind gezond.
 
<blockquote>''Lu 9:38  En zie, een man uit de menigte riep de woorden uit: Meester, ik smeek U naar mijn zoon om te kijken, want hij is mijn eniggeborene. Lu 9:39  En zie, een geest grijpt hem en plotseling schreeuwt hij en laat hem stuiptrekken en schuimen, en hij gaat ternauwernood bij hem vandaan als hij hem mishandelt. Lu 9:40  En ik heb uw discipelen gesmeekt dat zij hem zouden uitdrijven en zij konden het niet. Lu 9:41  Jezus nu antwoordde en zei: O ongelovig en verdraaid geslacht, hoe lang zal Ik nog bij u zijn en u verdragen? Breng uw zoon hier. Lu 9:42  En nog terwijl hij naderbij kwam, rukte de demon aan hem en liet hem stuiptrekken. Jezus echter bestrafte de onreine geest, maakte het kind gezond en gaf het aan zijn vader terug.'' (Telos)</blockquote>
 
'''Een vrouw.''' De Heer genas een vrouw die "een geest van ziekte had" (Luk. 13:11). De satan had haar gebonden. De Heer maakt de band los en verloste haar van haar ziekte.
 
<blockquote>''Lu 13:11  En zie, er was een vrouw die achttien jaar <u>een geest van ziekte</u> had gehad, en zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Lu 13:12  Toen nu Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich en zei tot haar: Vrouw, u bent verlost van uw ziekte. (...)  Lu 13:16  Moest dan deze, die een dochter van Abraham is, <u>die de satan</u>, zie, achttien jaar <u>had gebonden</u>, niet van deze band worden losgemaakt op de sabbatdag?'' (Telos)</blockquote>
 
=== Zonde ===