Ziekte: verschil tussen versies

2.224 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 45:
*[[Epafroditus]], Fil. 2: 25-27.
*[[Trofimus]], 2 Tim. 4: 20
 
=== Asa ===
Koning [[Asa]] van Juda werd ernstig ziek aan zijn voeten. Twee jaar later overleed hij. <blockquote>''2Kr 16:12  Asa werd in het negenendertigste jaar van zijn regering ziek aan zijn voeten. Zijn ziekte was heel ernstig. Desondanks zocht hij in zijn ziekte niet de HEERE, maar de geneesheren. 2Kr 16:13  Asa ging te ruste bij zijn vaderen. Hij stierf in het eenenveertigste jaar van zijn regering,'' (HSV)</blockquote>
 
=== De zieke Christus ===
Regel 139 ⟶ 142:
Hij gebruikt ziekte om Zijn doel te bereiken. Evenwel heeft Hij geen lust aan ziekte, lijden of dood als zodanig. God laat toe dat de gelovigen met ziekte bezocht worden, zoals bij Job. God laat echter niet alleen ziekte toe, soms maakt Hij mensen ziek.
 
'''Stomheid, doofheid, blindheid.''' Mozes vond dat hij niet welsprekend was, dat hij tegenover de koning van Egypte niet goed genoeg kon spreken. God antwoordt dat hij de sprekende mens, maar ook de stomme heeft gemaakt. GodHij zou Mozes in staat stellen om te spreken. <blockquote>
''Ex 4:10  Toen zeide Mozes tot den HEERE: Och Heere! ik ben geen man wel ter tale, noch van gisteren, noch van eergisteren, noch van toen af, toen Gij tot Uw knecht gesproken hebt; want ik ben zwaar van mond, en zwaar van tong. Ex 4:11  En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE? Ex 4:12  En nu ga henen, en Ik zal met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken zult.'' (SV) </blockquote>
 
Regel 166 ⟶ 169:
'''Davids zoontje.''' Hij sloeg de zoon van koning [[David]] en [[Bathseba]] na zijn geboorte, dat het zeer ziek werd. Het kind was in overspel verwekt. <blockquote>''2Sa 12:13  Toen zeide David tot Nathan: Ik heb gezondigd tegen den HEERE! En Nathan zeide tot David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen, gij zult niet sterven.  2Sa 12:14  Nochtans, dewijl gij door deze zaak de vijanden des HEEREN grotelijks hebt doen lasteren, zal ook de zoon, die u geboren is, den dood sterven.  2Sa 12:15 Toen ging Nathan naar zijn huis. En de HEERE sloeg het kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het zeer krank werd.'' (SV) </blockquote>
 
'''Pestziekte van drie dagen.''' Wegens een zonde van koning [[David]] gaf Jahweh een epidemische [[Pest (ziekte)|pestziekte]] in Israël, die drie dagen woedde. <blockquote>''2Sa 24:15  Toen gaf de HEERE [een uitbraak van] de pest in Israël, vanaf de morgen tot op de vastgestelde tijd. En er stierven van het volk, van Dan tot Berseba, zeventigduizend mannen. 2Sa 24:16  Maar toen de engel zijn hand over Jeruzalem uitstrekte om er verderf aan te richten, kreeg de HEERE berouw over dit kwaad, en Hij zei tegen de engel die verderf onder het volk aanrichtte: Het is genoeg, trek uw hand nu terug. Nu was de engel van de HEERE [op dat moment] bij de dorsvloer van Arauna, de Jebusiet. 2Sa 24:17  David zei tegen de HEERE-toen hij de engel zag die het volk [met de plaag] trof, zei hij: Zie, ík heb gezondigd en ík heb mij misdragen, maar deze schapen, wat hebben zij gedaan? Laat Uw hand toch tegen mij en tegen mijn familie zijn.'' (HSV) </blockquote>'''Joram.''' Koning Joram werd wegens zijn zonde door God geplaagd met een ongeneeslijke ziekte in zijn ingewand. <blockquote>''2Kr 21:15  Gij zult ook in grote krankheden zijn, door de krankheid uwer ingewanden, totdat uw ingewanden uitgaan vanwege de krankheid, jaar op jaar. (...) 2Kr 21:18  En na dit alles plaagde hem de HEERE in zijn ingewand met een krankheid, daar geen genezen aan was.  2Kr 21:19  Dit geschiedde van jaar tot jaar, zodat, wanneer de tijd van het einde der twee jaren uitging, zijn ingewanden met de krankheid uitgingen, dat hij stierf van boze krankheden; en zijn volk maakte hem gene branding, als de branding zijner vaderen.'' (SV)</blockquote>
 
'''Uzzia.''' Koning Uzzia werd door God met melaatsheid gestraft omdat hij in de plaats van een priester trad om te reukofferen. <blockquote>''2Kon 15:5  En de HEERE plaagde den koning, dat hij melaats werd tot den dag zijns doods; en hij woonde in een afgezonderd huis; doch Jotham, de zoon des konings, was over het huis, richtende het volk des lands.'' (SV) </blockquote><blockquote>''2Kr 26:19  Toen werd Uzzia toornig, en het reukwerk was in zijn hand, om te roken; als hij nu toornig werd tegen de priesteren, rees de melaatsheid op aan zijn voorhoofd, voor het aangezicht der priesteren in het huis des HEEREN, van boven het reukaltaar. 2Kr 26:20  Alstoen zag de hoofdpriester Azaria op hem, en al de priesteren en ziet, hij was melaats aan zijn voorhoofd, en zij stieten hem met der haast van daar, ja hij zelf werd ook gedreven uit te gaan, omdat de HEERE hem geplaagd had. 2Kr 26:21  Alzo was de koning Uzzia melaats tot aan den dag zijns doods; en melaats zijnde, woonde hij in een afgezonderd huis, want hij was van het huis des HEEREN afgesneden; ...'' (SV). </blockquote>'''Jeruzalem.''' God heeft kwaad over Jeruzalem gebracht, ook in de vorm van een dodelijke pestziekte. <blockquote>''Eze 14:21  Want alzo zegt de Heere HEERE: Hoeveel te meer als Ik mijn vier boze gerichten, het zwaard, en den honger, en het boze gedierte, en de pestilentie gezonden zal hebben tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te roeien! Eze 14:22  Doch ziet, daarin zullen ontkomenen overblijven, die uitgevoerd zullen worden, zonen en dochteren; ziet, zij zullen tot ulieden uitkomen, en gij zult hun weg zien, en hun handelingen; en gij zult vertroost worden over het kwaad, dat Ik over Jeruzalem gebracht zal hebben, [ja], al wat Ik zal gebracht hebben over haar. Eze 14:23  Zo zullen zij u vertroosten, als gij hun weg en hun handelingen zien zult; en gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb, al wat Ik in haar gedaan heb, spreekt de Heere HEERE.'' (SV) </blockquote>
Regel 176 ⟶ 179:
Iets van het lichamelijk lijden van de Heer is vertolkt door David in Ps. 22.
 
<blockquote>''Ps 22:14  (22-15) Ik ben uitgestort als water, en al mijn beenderen hebben zich vaneen gescheiden; mijn hart is als was, het is gesmolten in het midden mijns ingewands. Ps 22:15  (22-16) Mijn kracht is verdroogd als een potscherf, en mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; en Gij legt mij in het stof des doods.'' (SV)</blockquote>'''Saulus' blindheid.''' Saulus, de latere apostel Paulus, werd blind bij de ontmoeting met de Heer. Zijn blindheid kan als een oordeel worden gezien, maar gaf hem ook gelegenheid om ernstig in zichzelf te keren, tot bezinning te komen en zijn geestelijke blindheid te verstaan, in welke hij de christenen vervolgd had. De tijdelijke blindheid van de vervolger kan ook worden gezien als een deel van Gods plan met hem. <blockquote>''Hnd 9:9  En hij kon drie dagen niet zien en hij at en hij dronk niet. (...) Hnd 9:11  En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huis van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. Hnd 9:12  En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, genaamd Ananias, binnenkwam en hem de handen oplegde, opdat hij weer kon zien. (...) Hnd 9:17  Ananias nu ging en kwam het huis binnen; en hij legde hem de handen op en zei: Saul, broeder, de Heer heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg waarlangs u kwam, opdat u weer kunt zien en met de Heilige Geest vervuld wordt. Hnd 9:18  En terstond vielen hem als het ware schubben van de ogen en hij kon weer zien; en hij stond op en werd gedoopt.'' (Telos)</blockquote>'''Misvatting.''' Soms wordt gezegd dat God geen ziekte zendt en dat ziekte altijd het werk van Satan is. Dit is een misvatting, die onhoudbaar is in het licht van bovenvermelde gevallen in de Bijbel.
 
====Christus====
Regel 184 ⟶ 187:
====Engelen====
 
Een goede engel kan iemand ziek maken. De engel [[Gabriël]] zei dat de priester Zacharia stom zou worden omdat hij Gabriëls woorden niet had geloofd. <blockquote>''Lu 1:20  En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen zullen gebeuren, omdat u mijn woorden niet hebt geloofd die op hun tijd zullen worden vervuld. (...) Lu 1:22  Toen hij nu naar buiten kwam, kon hij niet tot hen spreken; en zij merkten dat hij in het tempelhuis een gezicht had gezien. En hij wenkte hun toe en bleef stom.'' (Telos) </blockquote>Een engel sloeg Herodes Agrippa I omdat hij God niet de heerlijkheid gaf. <blockquote>''Hnd 12:21 Op een vastgestelde dag nu hield Herodes, na een koninklijk gewaad te hebben aangedaan en gezeten op de rechterstoel, een toespraak tot hen. Hnd 12:22 En het volk riep hem toe: Een stem van God en niet van een mens! Hnd 12:23 En onmiddellijk sloeg een engel van de Heer hem, omdat hij God niet de heerlijkheid gaf; en hij werd door wormen gegeten en hij stierf. (TELOS)''</blockquote>In het laatste Bijbelboek lezen we van engelen die schalen vol Gods grimmigheid uitstorten op de aarde. Van de vijfde engel wordt gezegd: <blockquote>''Opb 16:10  En de vijfde goot zijn schaal uit op de troon van het beest, en zijn koninkrijk werd verduisterd; en zij kauwden hun tongen van pijn  Opb 16:11  en lasterden de God van de hemel vanwege hun pijnen en vanwege hun zweren, en zij bekeerden zich niet van hun werken.'' (Telos)</blockquote>
 
==== Boze geesten ====
Satan en zijn engelen kunnen mensen plagen met ziekte en rampspoed. God laat de [[satan]] of een andere boze geest toe ons te bedroeven met ziekte, Job 1:11-12; 2: 6, 7; 1 Sam. 16:14-16; Luk. 9: 39; 13: 16. De regie, het hoogste bestuur berust evenwel bij God.
 
'''Job.''' Een schrijnend geval is de rampspoed die de rechtvaardige Job troffen. God liet de satan toe Job te treffen in alles wat Job had (vee, veehoeders, kinderen).
Regel 197 ⟶ 200:
<blockquote>''Job 2:3  En de HEERE zeide tot den satan: Hebt gij [ook] acht geslagen op Mijn knecht Job? Want niemand is op de aarde gelijk hij, een man, oprecht en vroom, godvrezende en wijkende van het kwaad; en hij houdt nog vast aan zijn oprechtigheid, hoewel gij Mij tegen hem opgehitst hebt, om hem te verslinden zonder oorzaak. Job 2:4  Toen antwoordde de satan den HEERE, en zeide: Huid voor huid, en al wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven.  Job 2:5  Doch strek nu Uw hand uit, en tast zijn gebeente en zijn vlees aan; zo hij U niet in Uw aangezicht zal zegenen! Job 2:6  En de HEERE zeide tot den satan: Zie, hij zij in uw hand, doch verschoon zijn leven. Job 2:7 Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe.'' (SV)</blockquote>
 
Merk op dat God zich mede verantwoordelijk acht voor wat Job overkomt: "hem te verslinden zonder oorzaak". Iets dergelijks liet God ook aan Zijn mens geworden Zoon gebeuren. Ook als de satan ziek maakt, gaat het niet buiten God om. Job aanvaardt de ellende als komend uit Gods hand (Job 1:21). <blockquote>''Job 1:21  En hij zei: Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren. De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!'' (HSV) </blockquote>'''Saul.''' Koning Saul werd meermalen verschrikt door "een boze geest van Jahweh", d.i. een boze geest die met Gods toestemming de ontrouwe koning schrik aanjoeg.
 
'''Saul.''' Koning Saul werd meermalen verschrikt door "een boze geest van Jahweh", d.i. een boze geest die met Gods toestemming de ontrouwe koning schrik aanjoeg.
 
<blockquote>''1Sa 16:14 En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. 1Sa 16:15  Toen zeiden Sauls knechten tot hem: Zie toch, een boze geest Gods verschrikt u. 1Sa 16:16  Onze heer zegge toch tot uw knechten, die voor uw aangezicht [staan], dat zij een man zoeken, die op de harp spelen kan; en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u is, dat hij met zijn hand spele, dat het beter met u worde.'' (SV)</blockquote>
Regel 264 ⟶ 265:
 
<blockquote>''2Co 4:6  Want de God die gezegd heeft: ‘Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.  2Co 4:7  Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid van de kracht van God is, en niet uit ons:  2Co 4:8  in alles verdrukt, maar niet benauwd; geen uitweg ziende, maar niet geheel zonder uitweg; 2Co 4:9  vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet omkomend; 2Co 4:10  altijd het sterven van Jezus in het lichaam omdragend, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. 2Co 4:11  Want wij die leven, worden altijd aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. 2Co 4:12  De dood werkt dus in ons, maar het leven in u.'' (Telos) </blockquote>'''Paulus' doorn in het vlees.''' Paulus werd geplaagd door een engel van satan. Dat maakte hem zwak. Maar deze zwakte gaf opening voor Gods kracht. Daarom roemde de apostel zelfs in zwakheden, in noden, benauwdheden. "Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk" (2 Cor. 12:10).<blockquote>''2Co 12:7  en opdat ik mij door de uitnemendheid van de openbaringen niet verhef, is mij een doorn voor het vlees gegeven, een engel van satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet verhef. 2Co 12:8  Hierover heb ik de Heer driemaal gebeden dat hij van mij zou wijken; 2Co 12:9  en Hij zei tot mij: Mijn genade is u genoeg; want de kracht wordt in zwakheid volbracht. Heel graag zal ik dus veeleer roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus op mij woont. 2Co 12:10  Daarom heb ik een welgevallen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen en benauwdheden voor Christus; want wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk.'' (Telos)</blockquote>Ron Dunn, een Amerikaanse predikant, schreef: "Iets wat steeds meer indruk op me maakt, is dat mensen die ernstig ziek zijn vaak tegen me zeggen dat, wat ze geleerd hebben over God en zichzelf, hun ziek-zijn waard is."<ref>Ron Dunn, ''Zal God mij genezen? Over ziekte, geloof en gebed'' (Gideon: 2004), blz. 34. </ref>
 
'''Misvatting.''' Soms wordt gezegd dat God geen bedoeling met ziekte heeft. Bovenstaande gevallen maken echter duidelijk dat zo'n mening een misvatting is. God gebruikt ziekte en genezing in zijn plan met ons leven.
==Houding en bijstand==
Job was in zijn worsteling en ziekte onderworpen, Job 2: 10. We moeten God vrezen (ontzag voor hem hebben) en Hem zijn plan met ons leven laten uitwerken, ook al snap wij niets van het puzzelstuk uit Gods plan dat wij hebben ontvangen - een puzzelstuk in de vorm van 'ziekte'<ref name=":1">[https://www.youtube.com/watch?v=EsPB7xfomTE 12 Ziekte en Genezing]. Youtube.com: CIP.nl, 12 sept. 2014. Duur: 4 min. 9 sec. Pastoraal hulpverlener Jef de Vriese, die lijdt aan chronische lymfatische leukemie (een vorm van bloedkanker), spreekt over ziekte en genezing op grond van een Bijbelgetrouwe zienswijze.  </ref>. Het is Gods puzzel, het is de puzzel die Hij legt. Hij heeft de regie, hij regeert. Hij, de Almachtige, doet alle dingen meewerken ten goede voor hen die Hem liefhebben.