Ziekte: verschil tussen versies

408 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 290:
'''Jezus.''' God maakte de Messias, onze Heer Jezus Christus, ziek (Jes. 53:10). "De plaag" was op hem (Jes. 53:8). Zijn ziek-zijn was deel van de straf die hij aanvaardde omwille van ons zondaars. Zijn plaatsvervangende straf moest ons de vrede aanbrengen. <blockquote>''Jes 53:3  Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Jes 53:4  Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Jes 53:5  Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden. (...) Jes 53:8  Hij is uit verdrukking en gericht weggenomen, en wie onder zijn tijdgenoten bedacht, dat hij is afgesneden uit het land der levenden? Om de overtreding van mijn volk is de plaag op hem geweest. (...) Jes 53:10 Maar het behaagde de HERE hem te verbrijzelen. Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des HEREN zal door zijn hand voortgang hebben.'' (NBG51)</blockquote>De Heer Jezus heeft zwaar geleden. Aan het kruis werd hij ziek gemaakt en verbrijzeld (vs. 10). Daarom kan Hij ons, wanneer wij lijden en verzocht worden, te hulp komen. <blockquote>''Heb 2:17  Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en trouw hogepriester zou zijn in de dingen die God betreffen, om voor de zonden van het volk verzoening te doen.'' ''Heb 2:18  Want waarin Hijzelf geleden heeft toen Hij verzocht werd, kan Hij hun die verzocht worden te hulp komen.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Heb 4:15  Want wij hebben niet een hogepriester die niet met onze zwakheden kan meelijden, maar Een die in alle dingen verzocht is als wij, met uitzondering van de zonde. Heb 4:16  Laten wij dus met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden tot hulp op de juiste tijd.'' (Telos)</blockquote>Jezus heeft 'de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft' (Hebr. 5:8). <blockquote>''Heb 5:7  Hij die tijdens zijn dagen in het vlees met sterk geroep en tranen zowel gebeden als smekingen geofferd heeft aan Hem die Hem uit de dood kon verlossen (en Hij is verhoord om zijn godsvrucht), Heb 5:8  heeft, hoewel Hij Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft; Heb 5:9  en volmaakt geworden is Hij voor allen die Hem gehoorzamen een oorzaak van eeuwige behoudenis geworden,'' (Telos)</blockquote>'''De blindgeborene.''' De blindgeborene van Joh. 9 was niet blind als gevolg van zonde. Zijn blindheid en de wonderbaarlijke genezing dienden om Gods werken te openbaren.
 
<blockquote>''Joh 9:1 En toen Hij voorbijging, zag Hij een mens, blind van de geboorte af. Joh 9:2  En zijn discipelen vroegen Hem aldus: Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren werd? Joh 9:3  Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders; maar de werken van God moeten in hem worden geopenbaard.'' (Telos) </blockquote>'''Saulus' blindheidElizabeth.''' Saulus,Een dedergelijke laterebedoeling apostel Paulus, werd blindals bij de ontmoetingblindgeborene met de Heer. Zijn tijdelijke blindheid kan als een oordeel worden gezien, maar gaf hemschijnt ook gelegenheid om ernstig inhet zichzelfgeval te keren, tot bezinning te komen en zijn geestelijke blindheid te verstaan, in welke hijbij de christenenonvruchtbaarheid vervolgdvan had[[Elizabeth]]. <blockquote>''HndDeze 9:9 rechtvaardige Enwas hijonvruchtbaar konen driehad dagenmet niethaar zieneveneens enrechtvaardige hijman at en hij dronk niet.[[Zacharias (...) Hnd 9:11  En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huisvader van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. Hnd 9:12  En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, genaamd Ananias, binnenkwam en hemJohannes de handenDoper)|Zacharia]] oplegde,geen opdat hij weer kon zien.kinderen (Luk...1:7), Hndmaar 9:17 God Ananiasopende nuhaar ging en kwam het huis binnen; en hij legde hem de handen op en zei: Saulschoot, broeder,zodat dezij Heer heeft mij gezonden,Johannes Jezusbaarde, die u verschenen is op de weg waarlangs u kwam, opdat u weer kunt zien en met de Heilige Geest vervuld wordt. Hnd 9:18  En terstond vielen hem als het ware schubbenkomst van deIsraëls ogenVerlosser enzou hij kon weer zien; en hij stond op en werd gedooptaankondigen.'' (Telos)</blockquote>
 
'''Saulus' blindheid.''' Saulus, de latere apostel Paulus, werd blind bij de ontmoeting met de Heer. Zijn tijdelijke blindheid kan als een oordeel worden gezien, maar gaf hem ook gelegenheid om ernstig in zichzelf te keren, tot bezinning te komen en zijn geestelijke blindheid te verstaan, in welke hij de christenen vervolgd had. <blockquote>''Hnd 9:9  En hij kon drie dagen niet zien en hij at en hij dronk niet. (...) Hnd 9:11  En de Heer zei tot hem: Sta op en ga naar de straat, de Rechte geheten, en zoek in het huis van Judas naar iemand van Tarsus, genaamd Saulus; want zie, hij bidt. Hnd 9:12  En hij heeft in een gezicht gezien dat een man, genaamd Ananias, binnenkwam en hem de handen oplegde, opdat hij weer kon zien. (...) Hnd 9:17  Ananias nu ging en kwam het huis binnen; en hij legde hem de handen op en zei: Saul, broeder, de Heer heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg waarlangs u kwam, opdat u weer kunt zien en met de Heilige Geest vervuld wordt. Hnd 9:18  En terstond vielen hem als het ware schubben van de ogen en hij kon weer zien; en hij stond op en werd gedoopt.'' (Telos)</blockquote>
 
'''Korinthe.''' Gelovigen te Korinthe werd ziek als gevolg van wangedrag in de gemeente van God. Er waren misstanden bij de maaltijd van de Heer, zoals dronkenschap (1 Kor. 11:21). "Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en er ontslapen niet weinigen" (1 Kor. 11:30). Ziekte diende in dit geval als tuchtmiddel, als corrigerende tik van Godswege.