Zonnebeeld
Een zonnebeeld is een beeld dat bij de altaren van Baäl was opgericht en hem gewijd als de zonnegod[1].
Het Hebreeuwse woord is חמן, chamman, afgeleid van חמה, chammah = zon, zonnehitte, hitte[2]. Het Strongnummer is 02553. Het woord komt 8x voor in de Bijbel (Oude Testament). Het wordt verschillend vertaald: 'zonnebeeld' (Statenvertaling), 'wierookaltaar' (NBG51). In de Engelse King James vertaling:'image' (7x), 'idol' (1x).
Koning Asa nam de zonnebeelden, die in de afgodendienst gebruikt werden, weg uit alle steden van Juda.
2Kr 14:5 Hij nam ook weg uit alle steden van Juda de hoogten en de zonnebeelden; en het koninkrijk was voor hem stil. (SV)
De NBG51-vertaling, de Herziene Statenvertaling en de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) hebben hier 'wierookaltaren'. De Willibrord-vertaling (1995) en de Petrus Canisius-vertaling hebben 'reukaltaren'. De Groot Nieuws Bijbel-vertaling heeft 'wierookbranders'. De Leidse vertaling heeft 'zonnebeelden'. De vertaling van Obbink en de Naardense Bijbelvertaling zetten over door 'zonnezuilen'. De Engelse Darby-vertaling heeft 'sun-images'.
Voetnoten
- ↑ Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 2 Kron. 14:5.
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.