Aalmoezenier

Uit Christipedia

Aalmoezenier:

1. De naam van een der hoogste ambten in de Rooms-Katholieke kerk. De aalmoezenier of eleemosynarius apostolicus verkeerde aan het pauselijke hof. Aan hem was toevertrouwd de zorg en de verdeling van de aalmoezen, die inkwamen.

2. Sinds de 13eeeuw bestond aan het Franse hof het ambt van aalmoezenier of aumonier. De geestelijke, aan wie dit ambt was verleend, behoorde bij de zogenoemde hofclerus en was geroepen om de koninklijke aalmoezen te beheeren. Spoedig waren er meerderen die dit ambt bekleedden en daardoor kwam in de tijd van Frans I het ambt van groot-aalmoezenier. De eerste was Johannes de Bely, bisschop van Angers. Deze groot-aalmoezenier had een uitgebreide macht. Hij was het hoofd van alle landsgeestelijken. Daarenboven was het bestuur van de gehele hofgeestelijkheid aan hem toevertrouwd. Van hem gingen de voorstellen uit voor de bezetting der bisdommen. Ook was hij de biechtvader van het koninklijk huis. Gewoonlijk werd dit ambt aan een kardinaal gegeven. Met de Revolutie verdween dit ambt. Napoleon I heeft het voor een korte tijd hersteld, evenzo Napoleon III.

3. In Engeland is de lord-aalmoezenier de beheerder van het aalmoezenfonds. Gewoonlijk is dit de bisschop van Oxford.

4. In het Franse leger worden aalmoezeniers genoemd alle geestelijken, van welke confessie ook, die voor de geestelijke en zedelijke belangen van de soldaten in het leger zorgen. In ons land heten de Rooms-Katholieke geestelijken die in het leger dienst doen, ook aalmoezenier. De Protestanten hebben sinds 1914 z.g.n. veldpredikers, die door de overheid worden aangesteld. Aan ieder van hun wordt een zeker gedeelte ter bearbeiding gegeven. Zij dragen een legeruniform, en voeren ook een titel in het leger. Zij staan echter, althans wat de Gereformeerde kerken betreft, in generlei financiëel of kerkelijk verband.

Bron

Ds. J. H. Landwehr, 'Aalmoezenier', in: Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk, deel I, Kok Kampen, 1925, p. 1-2. Tekst hiervan is verwerkt op 12 sept. 2013.