Aantijgen
Aantijgen is een woord met twee betekenissen[1]:
- aan het lijf doen. Synoniem: aantrekken. Het werkwoord wordt bijna alleen nog in de verleden tijd en het verleden deelwoord gebruikt: 'toog aan', 'aangetogen'. 'Ik heb mijn jas aangetogen'. In figuurlijke zin: 'hij had het boetekleed aangetogen'.
- iemand iets aantijgen = aanwrijven, ten laste leggen, hem ervan betichten (uit kwaadwilligheid). Verbuigingen: 'teeg aan', 'aangetegen'; in spreektaal ook: 'tijgde aan', 'heeft aangetijgd'.
De Geest Gods kan, in de eerste en figuurlijke betekenis van het woord, iemand 'aantijgen':
2Kr 24:20 En de Geest Gods toog Zacharia aan, den zoon van Jojada, den priester, die boven het volk stond, en hij zeide tot hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN? Daarom zult gij niet voorspoedig zijn; dewijl gij den HEERE verlaten hebt, zo zal Hij u verlaten. (SV)
Iets dergelijks duidde de Heer Jezus aan toen Hij, ná zijn opstanding en vóór zijn hemelvaart, tot zijn leerlingen zei:
Lu 24:49 En zie, Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte. (TELOS)
Hnd 1:8 Maar u zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en u zult mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het einde van de aarde. (TELOS)
Het is alsof Zacharia een speciaal kleed aankreeg omdat hij voor de mensen moest optreden en tegen hen moest betuigen. Vergelijk wat betreft 'bekleden':
Efe 6:14 Houdt dan stand, uw lendenen omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, (TELOS)
Luther vertaalde in 2 Kron. 24:20: "Und der geist Gottes zog an Zacharja ..." De gedachte van bekleden, iemand een kleed aandoen, is bewaard gebleven in deze latere vertalingen:
2Kr 24:20 Toen bekleedde de Geest van God Zacharia, de zoon van Jojada, de priester, die hoger dan het volk ging staan, en hij zei tegen hen: Zo zegt God: Waarom overtreedt u de geboden van de HEERE? Daarom zult u niet voorspoedig zijn. Omdat u de HEERE verlaten hebt, zal Hij u verlaten. (HSV)
2Kr 24:20 Als de geest van God Zecharja,- gedenken zal hij, zoon van Jehojada de priester, heeft overkleed, stelt hij zich op voor de gemeenschap,- en zegt tot hen: zó heeft God gezegd: waarom blijft ge de geboden van de ENE overtreden en wilt ge geen voorspoed?- omdat ge de ENE hebt verlaten verlaat hij u! (NaB)
2Kr 24:20 Toen bekleedde zich de geest van God met Zacharja, den zoon van den priester Jojada; hij ging voor het volk staan en zeide tot hen: Zo spreekt God: Waarom overtreedt gij ‘s Heeren geboden en wilt gij niet voorspoedig zijn? Want nu gij den Heer verlaten hebt, verlaat hij u.(LEI)
Andere vertalingen gebruiken 'aangrijpen' (Obbink), 'vervullen' (NBG51), 'komen over' (WV78, NBV2004), 'bezit nemen van' (Groot Nieuws Bijbel).
2Kr 24:20 Toen greep de feest Gods Zacharja, den zoon van den priester Jojada, aan, zoodat hij voor het volk trad, en tot hen sprak: Zoo zegt God: waarom overtreedt gij de geboden des HEEREN, zoodat gij niet voorspoedig zijt? Omdat gij den HEER verlaten hebt, heeft hij u verlaten. (Obbink)
2Kr 24:20 Toen vervulde de Geest Gods Zekarja, de zoon van de priester Jojada, en hij ging tegenover het volk staan en zeide tot hen: Zo zegt God: waarom overtreedt gij de geboden des HEREN en wilt gij niet voorspoedig zijn? Omdat gij de HERE verlaten hebt, heeft Hij u verlaten. (NBG51)
2Kr 24:20 Toen kwam de geest van God over Zecharja, de zoon van de hogepriester Jojada. Hij ging voor het volk staan en zei: ‘Dit zegt God: Waarom verzaken jullie je plicht tegenover de HEER? Jullie zullen niets meer tot een goed einde brengen, want jullie hebben je van de HEER afgewend en daarom wendt hij zich nu van jullie af.’ (NBV2004)
Voetnoot
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.