Abel (Hebr. Hebel; Gr. Αβελ, Abel) is de tweede zoon van Adam en Eva, het eerste mensenpaar. Hij bracht door het geloof een betere offerande dan zijn oudere broer Kaïn(Hebr. 11:4), door wie hij daarna gedood werd. Zijn geschiedenis staat geschreven in Gen. 4. Zijn naam betekent 'adem'[1] of 'damp'[2].

De Statenvertaling heeft 'Habel' in het (oorspronkelijk Hebreeuwse) Oude Testament en 'Abel' in het (oorspronkelijk Griekse) Nieuwe Testament.

Abel offerde door geloof aan God.

Heb 11:4  Door het geloof offerde Abel aan God een beter slachtoffer dan Kain, waardoor hij getuigenis verkregen heeft dat hij rechtvaardig was, daar God over zijn gaven getuigenis gaf; en daardoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. (TELOS)

De werken van Abel waren rechtvaardig.

1Jo 3:11  Want dit is de boodschap die u van het begin af hebt gehoord, dat wij elkaar zouden liefhebben;
1Jo 3:12 niet zoals Kain uit de boze was en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren en die van zijn broer rechtvaardig.

(TELOS)

Voetnoten

  1. Aldus het Hebreeuws-Nederlands Lexicon in het Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. 'Adem, damp', volgens het Franse Lexique hébrue in de Online Bible, een uitgave van Importantia.