Abjathar: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Abjathar''' ('vader des overvloeds') was de zoon van de priester [[Achimelech]], die uit vrees voor Saul naar David vluchtte en door deze naderhand naast [[Zadok]] tot hogepriester aangesteld werd.
'''Abjathar''' ('vader des overvloeds') was de zoon van de [[priester]] [[Achimelech]], die uit vrees voor [[Saul]] naar [[David]] vluchtte en door deze naderhand naast [[Zadok]] tot [[hogepriester]] aangesteld werd.

Zijn naam betekent 'vader des overvloeds', van Ab, 'vader', en Jether, 'overvloed'<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835). </ref>.

Abathar ontkwam, nadat Saul zijn vader en de hele stad Nob door de scherpte van het zwaard liet pmbrengen. Hij vluchtte naar David en werd zijn vriend, 1 Sam. 22: 20; 23: 6; 30: 7.


{| class="wikitable" style="float:right; width: 100px; margin-left: 20px;"
{| class="wikitable" style="float:right; width: 100px; margin-left: 20px;"
Regel 11: Regel 7:
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom Abjathar}}
| style="padding: 15px;"|{{Stamboom Abjathar}}
|}
|}

Zijn naam betekent 'vader des overvloeds', van Ab, 'vader', en Jether, 'overvloed'<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835). </ref>.

Abathar ontkwam, nadat Saul zijn vader en de hele stad [[Nob]] door de scherpte van het zwaard liet ombrengen. Hij vluchtte naar David en werd zijn vriend, 1 Sam. 22: 20; 23: 6; 30: 7.


Tijdens de opstand van [[Absalom]] bleef hij te [[Jeruzalem]]. Later werd hij, wegens zijn ondersteuning van [[Adonia]], door [[Salomo]] van zijn waardigheid ontzet, 2 Kon. 2: 26-27. Zo werd de godsspraak, in 1 Sam. 2: 30-36 aan [[Eli]] gedaan, vervuld, daar [[Ahitub]], de (over)grootvader van Abjathar, de kleinzoon was van [[Pinehas]], de zoon van Eli.
Tijdens de opstand van [[Absalom]] bleef hij te [[Jeruzalem]]. Later werd hij, wegens zijn ondersteuning van [[Adonia]], door [[Salomo]] van zijn waardigheid ontzet, 2 Kon. 2: 26-27. Zo werd de godsspraak, in 1 Sam. 2: 30-36 aan [[Eli]] gedaan, vervuld, daar [[Ahitub]], de (over)grootvader van Abjathar, de kleinzoon was van [[Pinehas]], de zoon van Eli.
Regel 16: Regel 16:
Op sommige plaatsen van de Heilige Schrift, als: 2 Sam. 7: 17; 1 Kron. 18: 16; 24 : 3, 6, 31; Mark. 2: 26, heeft een verwisseling plaats van Abjathar met Achimelech, zijn vader.
Op sommige plaatsen van de Heilige Schrift, als: 2 Sam. 7: 17; 1 Kron. 18: 16; 24 : 3, 6, 31; Mark. 2: 26, heeft een verwisseling plaats van Abjathar met Achimelech, zijn vader.


== Bron ==
== Bronnen ==
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Abjathar' is op 23 dec. 2016 verwerkt.
P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling''. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Abjathar' is op 23 dec. 2016 verwerkt.

S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ebjathar. Hieruit is op 23 dec. 2016 tekst genomen en verwerkt.


== Voetnoot ==
== Voetnoot ==